Bush, Obama en de onafhankelijke rechter

Georges Timmerman
Walter De Smedt
Walter De Smedt

Door Walter De Smedt, gewezen raadsheer Comité P en Comité I

Ten tijde van president George W. Bush werd in de Verenigde Staten een parallel systeem van opsporing en vervolging opgezet. Inlichtingenagenten werkten met bijzondere technieken, militaire rechtbanken vervingen de gewone rechters, snelle uitleveringsprocedures brachten gevangenen met geheime vluchten naar geheime gevangenissen. Ook de Europese partners werden aangespoord om aan dit systeem mee te werken. Sommige landen deden dat ook, in min of meerdere mate. Het systeem kon een aantal jaren standhouden, maar bezweek uiteindelijk omdat de bewijzen van misbruik niet meer te stoppen waren.

“Gedurende meer dan zeven jaar”, zo verklaarde de nieuwe president Barack Obama, “hebben wij honderden mensen in Guantanamo opgesloten. In die tijdspanne zijn de militaire commissies in Guantanamo erin geslaagd in totaal drie terrrorismeverdachten te veroordelen. Laat mij het herhalen: drie veroordelingen in meer dan zeven jaar. In plaats van terroristen naar het gerecht te brengen, werden inspanningen om ze te vervolgen teruggedrongen, de behandeling van de dossiers werd uitgesteld, en in 2006 werd het hele systeem door het Hooggerechtshof afgekeurd. Ondertussen werden meer dan 525 gevangenen uit Guantanamo vrijgelaten, niet onder mijn regering maar onder de vorige. Ik herhaal: tweederden van de gevangenen werden vrijgelaten vooraleer ik president werd en ik het bevel gaf om Guantanamo te sluiten."

Dysfuncties

Hoe kon een groot democratisch land zich op dergelijke wijze misdragen? En zou ook België daartoe in staat zijn? Ruim tien jaar geleden luidde het besluit van de commissie-Dutroux dat de afstomping van het normbesef de oorzaak was van de vele vastgestelde dysfuncties. Wat is er intussen gebeurd om dat normbesef te herstellen? Het dossier-Erdal, de vervolging van in ons land verblijvende Turken wegens hier gepleegde misdrijven maar ook wegens hun politieke overtuiging, is een interessant voorbeeld. Het hof van beroep in Gent bevestigde de door de correctionele rechtbank in Brugge uitgesproken straffen. Daarna vernietigde het Hof van Cassatie de eerste veroordeling wegens de bijzondere samenstelling van die rechtbank. Vervolgens sprak het hof van beroep de beklaagden vrij omdat informatie afkomstig van inlichtingendiensten geen voldoende bewijs vormde. Sindsdien is het wachten op een nieuw proces voor het hof van beroep in Brussel. Is het dit wat president Obama bedoelde met "efforts at prosecution met setback after setback, cases lingered on"?

Misschien is het nodig in herinnering te brengen wat de normen zijn in een democratische rechtstaat. De burger beschikt over bepaalde mensenrechten, die ingeschreven staan in de grondwet. Deze rechten kunnen enkel in uitzonderlijke gevallen geschonden worden door de rechter. Een rechter is onafhankelijk, benoemd voor het leven en onverplaatsbaar. De onafhankelijkheid van een rechter wordt niet alleen bepaald door zijn persoonlijke ingesteldheid, maar is vooral het gevolg van andere factoren. Een rechter maakt deel uit van een afzonderlijke rechterlijk macht. Hij of zij staat onder niemands gezag, maar onder iedereens toezicht: van de onderzoeksgerechten, van de hogere rechtscolleges, van de verdediging en de burgerlijke partij, en zelfs (bij behandeling in openbare zitting) van de gewone burger. Buiten de rechtbank is de rechter geen rechter meer, want dan verliest hij de bescherming van zijn onafhankelijkheid en de waarborg van de procedureregels.

Wat in de gerechtelijke finaliteit wel kan, is in de bestuurlijke finaliteit verboden. Bestuurlijke instanties mogen geen grondrechten schenden. Het is die duidelijke opsplitsing van opdrachten en bevoegdheden, van waarborgen en verplichtingen, die de grondslag vormt waarop het bestaan van inlichtingendiensten wordt toegestaan. Inlichtingendiensten hebben een bestuurlijke en geen gerechtelijke finaliteit. Zij kunnen in principe geen grondrechten schenden. Ze rapporteren aan het politieke beleid, hun vaststellingen vormen geen bewijs voor eventuele sanctionering van de burger.

Nepbedrijven

Deze algemeen geldende normen worden echter grondig gewijzigd door het wetsvoorstel over de Bijzondere Inlichtingenmethoden (BIM), zoals dat reeds door de Senaat werd gestemd en dat momenteel in behandeling is bij de Kamer. In dat wetsvoorstel is immers voorzien dat agenten van een inlichtingendienst huiszoekingen kunnen doen, ook in privéwoningen, het briefgeheim kunnen schenden, telecommunicatie kunnen onderscheppen, computers hacken, inkijkoperaties en frontstores (nepbedrijven) mogen opzetten. Wanneer de geheimagenten hierbij misdrijven plegen, dan zijn die verschoonbaar en kunnen ze niet worden vervolgd.

Bovendien hebben de inlichtingendiensten voor dit alles geen rechterlijk bevel meer nodig. Ze kunnen voortaan optreden mits machtiging door een commissie, samengesteld uit twee rechters en een procureur, aangesteld door een besluit van de ministerraad. Vermeldenswaard is nog dat de leden van deze commissie in “volstrekte” onafhankelijkheid werken ten opzichte van hun korps van oorsprong, wat bevestigt dat hun functie zich niet binnen het kader van de rechterlijke macht situeert.

Of de BIM-wet ongeschonden voorbij het Grondwettelijk Hof zal geraken, is zeer de vraag. Eerder vernietigde het Grondwettelijk Hof al een onderdeel van de wet op de Bijzondere Opsporingstechnieken (BOM) die aan de politie speciale volmachten geeft, met name de afwending van het toezicht van de rechter naar de procureur. Wat zal het Hof doen met de nog meer ingrijpende toewijzing van het rechterlijk monopolie aan een “bestuurlijke” commissie? Een oud probleem, waarover het Comité I belangrijk studiewerk deed, is de vraag hoe informatie afkomstig van een inlichtingendienst in een strafrechtelijke procedure kan gebracht worden.

In de BIM-wetsvoorstel lijkt hiervoor een oplossing gevonden te zijn. Waneer een geheime dienst een ernstig vermoeden heeft van te plegen of reeds gepleegde strafbare feiten dan wordt de federaal procureur door middel van een nota ingelicht. De vraag is wat het statuut en de bewijskracht is van een dergelijke nota. “De schriftelijke nota mag niet de exclusieve grond, noch de overheersende maatregel zijn voor de veroordeling van een persoon”, preciseert het wetsvoorstel. “De elementen vervat in deze nota moeten in overheersende mate steun vinden in andere bewijsmiddelen.”

Ideologische vooringenomenheid

Zet deze laatste bepaling niet het hele voorstel op de helling? Kan zo’n belangrijke vraag aan de beoordeling van de inlichtingendiensten zelf worden overgelaten? Wat is het uiteindelijke doel of het feitelijke gevolg van het BIM-wetsvoorstel? Gezien de werkelijke meerwaarde op gerechtelijk vlak betwijfeld mag worden, blijft enkel de feitelijke versterking van de bestuurlijke diensten over. Zij mogen straks wél wat ze vroeger niet mochten, ondanks alle conclusies en vaststellingen van diverse parlementaire onderzoekscommissies.

President Obama heeft een duidelijke kijk op deze problematiek. “Ongelukkiglijk heeft onze regering, geconfronteerd met een onzekere bedreiging, een serie van overhaaste beslissingen genomen”, verklaarde hij. “Ik geloof dat vele ervan genomen werden als gevolg van een oprechte wil om het Amerikaanse volk te beschermen. Maar ik geloof ook dat onze regering al te dikwijls beslissingen nam uit vrees eerder dan uit voorzorg, dat onze regering al te dikwijls feiten en bewijzen heeft bijgeknipt uit ideologische vooringenomenheid. In plaats van onze kracht en onze principes strategisch toe te passen, werden die principes opzij geschoven alsof het luxegoederen waren die we ons niet meer konden veroorloven. En gedurende dit seizoen van angst hebben velen onder ons – Democraten en Republikeinen, politici, journalisten en burgers – het stilzwijgen bewaard. Laat me duidelijk zijn. Wij zijn inderdaad in oorlog met al Qaida en zijn bondgenoten. Wij moeten onze instituties aanpassen om met die dreiging om te gaan. Maar wij moeten dat doen met een blijvend geloof in de rechtsregels en in het behoorlijk en tegensprekelijk proces.”

LEES OOK
Redactie Apache / 04-05-2010

Zoeken naar het minste kwaad

Welke daad is nu het meest ongrondwettig: het houden van ongrondwettige verkiezingen of het niet houden van verkiezingen? Door zich die vraag te stellen hanteert de Belgische…
Walter De Smedt
Redactie Apache / 07-01-2010

Geen discussie over Belgische uitzonderingsrechtbank

Door een onlangs gestemde wet op bijzondere inlichtingenmethoden rijzen er heel wat vragen over de fundamenten van de rechtsstaat. Die vragen worden echter nauwelijks gesteld…
Walter De Smedt
Georges Timmerman / 30-12-2009

De politie mag de rechter bedriegen

Zowel het fraudeproces-KB-Lux als de terrorismezaak-Erdal draaide uit op een sisser van formaat. In beide gevallen werd het bewijsmateriaal op dubieuze wijze verkregen, waardoor…
Walter De Smedt