Afschaffing opkomstplicht daagt lokale democratie uit

18 januari 2023 Guy Delforge
verkiezingen Nederland
Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen in Nederland werd het dieptepunt bereikt: amper iets meer dan de helft van de kiesgerechtigden kwam opdagen. (© Guy Delforge)
Het recht van de kiezer

De afschaffing van de opkomstplicht voor de gemeenteraads-verkiezingen van 2024 in Vlaanderen zal minder kiezers naar de stemhokjes lokken. In Nederland werd de stemplicht al afgeschaft in 1970. In een vierdelige reeks onderzoekt Guy Delforge de mogelijke gevolgen van het nieuwe decreet Lokaal Bestuur en de lessen die Vlaanderen kan leren uit wat er in die halve eeuw bij onze noorderburen gebeurde.

In Nederland werd op 19 februari 1970 in de Tweede Kamer het wetsvoorstel aangenomen waarbij de opkomstplicht bij verkiezingen – die sinds 1917 bestond – op te heffen. Twee weken later nam de Eerste Kamer het voorstel unaniem aan.

Belangrijkste argumenten toen: de Nederlandse kiesgerechtigden zijn mondig genoeg en zijn ondertussen zo vertrouwd met het gaan stemmen dat het niet meer nodig is hen te verplichten; je straft mensen die niet komen stemmen toch niet, dus waarom zou je de plicht aanhouden? Bij een stemrecht zou de opkomst dan een graadmeter kunnen zijn van het belang dat de kiezer aan de verkiezingen of het beleid hecht.

Nog in hetzelfde jaar werden de Provinciale Statenverkiezingen voor het eerst zonder opkomstplicht georganiseerd: geen 70% van de kiezers kwam nog opdagen. Waar bij de landelijke verkiezingen in Nederland (Tweede Kamer) de opkomst sinds de afschaffing schommelt tussen de 73,35% (1998) en  87,03% (1971), daalde de opkomst voor de gemeenteraadsverkiezingen bijna bij elke verkiezing.

Bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen in 2022 werd het dieptepunt bereikt: er kwam nog 50,99% van de kiesgerechtigden opdagen. De laagste opkomst werd genoteerd in Rotterdam (38,91 %), Helmond (39,24%) en Almere (39,87%). Er werd wel nog flink gestemd in Schiermonnikoog (80,16%), Rozendaal (80%) en Staphorst (75,41 %).

De commissie Binnenlandse Zaken van Nederland houdt vandaag (18/1) het debat ‘Bestuurlijke organisatie, democratie en verkiezingen’. Daar wordt onder meer die lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen onder de loep genomen.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 in Vlaanderen mochten 4.873.677 mensen stemmen, daarvan kwamen er 4.511.166 opdagen, dat is 92,6%. Hiervan stemden 175.678 kiezers blanco of ongeldig, dit is 3,9%. Dat de opkomst voor de gemeenteraadsverkiezingen vanaf 2024 zal dalen, is zeker. Hoe sterk en hoe snel die daling zal zijn, is niet te voorspellen.

“Ik vermoed dat ook in Vlaanderen de opkomst stelselmatig zal dalen”, zegt Julien Van Ostaaijen, universitair docent van Tilburg University, die ook al jaren de Vlaamse en Nederlandse lokale politiek naast elkaar legt. “Er zijn nog heel wat mensen die de gewoonte hebben om te gaan stemmen en dat zullen blijven doen. Maar je zal door de jaren steeds meer mensen zien afhaken.”

Politicoloog Herwig Reynaert, decaan van de faculteit politieke en sociale wetenschappen aan Universiteit Gent (UGent) en voorzitter van het Centrum voor Lokale Politiek, ziet nog een andere reden waarom de opkomst niet meteen een klap zal krijgen. “Lokale besturen staan in Nederland lager aangeschreven dan in Vlaanderen. De nationale verkiezingen zijn daar van eerste orde, de lokale verkiezingen van tweede orde."

"Bij ons stem je bij lokale verkiezingen bij wijze van spreken voor iemand die je kent, een buur of een vriendin, die je misschien zelf vraagt om te gaan stemmen. Het is nog behoorlijk persoonlijk. Onze gemeenten zijn over het algemeen nog veel kleiner dan de Nederlandse. De nabijheid van lokale bestuurders is veel sterker dan in Nederland. Het is dan gemakkelijker om mensen te overtuigen om te gaan stemmen. Dat is deels het probleem in Nederland: de kiezers kennen bij de gemeenteraadsverkiezingen soms de partijen niet en evenmin de mensen op de lijst.”

De daling zou echter ook veel sterker kunnen zijn dan in de jaren 70 in Nederland. Er zijn in Vlaanderen zo goed als geen sociaal-culturele verenigingen meer met sterke tentakels in de politiek, ook niet op gemeentelijk vlak. Bij Vlaamse of federale verkiezingen kunnen de vakbonden misschien nog even klauwen, maar lokaal is hun invloed beperkt.

Geloof lokt kiezers

Dat een sterk verenigingsleven en zelfs een actieve godsdienstbeleving invloed hebben op de opkomst bij verkiezingen blijkt uit verschillende Nederlandse studies van de voorbije decennia. Kijk alleen al naar de top tien van de gemeenten met de hoogste opkomst bij de Nederlandse verkiezingen in 2022: bij vier van die gemeenten haalde de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) het meeste stemmen, in drie gemeenten is ze de tweede partij.

tweet Mahdi opkomstplicht
(Twitter)

En dan zijn er nog het internet en vooral de sociale media. Als je in 1974 iemand wilde spreken, kon je die een brief schrijven, telefoneren of langsgaan. Als je een groep mensen wilde bereiken, waren brieven en flyers en de klassieke media zowat de beste communicatiemiddelen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 zullen sociale media zeker hun rol spelen. Politieke partijen moeten op zoek naar nieuwe manieren van campagne voeren om de mensen naar de stembus te lokken. Wat Vlaanderen daarover uit Nederland kan leren, bekijken we in een volgende aflevering.

Impact van de kiezer

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur en Bestuurszaken Bart Somers (Open Vld) wijst er meteen op dat het nieuwe decreet Lokaal Bestuur over meer gaat dan het afschaffen van de opkomstplicht. “De ambitie is uiteindelijk de partijen minder en de kiezer meer macht te geven. De impact van de kiezer op de verkiezingen moet vergroot worden. Door de afschaffing van de lijststem bijvoorbeeld bepalen de kiezers veel meer wie er uiteindelijk in de gemeenteraad komt."

"De dag van de verkiezingen kan de impact misschien beperkt zijn – omdat de eersten op de lijst sowieso nog meer stemmen trekken – maar bij de opvolging speelt het aantal voorkeurstemmen dan wel een heel grote rol en er wordt in de gemeenteraden in de loop van zes jaar veel vervangen.”

Somers denkt ook dat er minder voorakkoorden zullen zijn. “Die voorakkoorden lijken soms het mirakel van de gemeenteraadsverkiezingen. Bij federale en Vlaamse verkiezingen moet er maandenlang onderhandeld worden, bij gemeenteraadsverkiezingen is de coalitie in veel gevallen al na een paar uur rond. Het bestuursakkoord is zo goed als geschreven, men weet al wie er als schepen wordt voorgedragen en hoe de bevoegdheden worden verdeeld. Door de grootste fractie twee weken de tijd te geven om te onderhandelen zullen er wellicht minder voorakkoorden zijn.”

Stemmen als burgerplicht

De lijststem wordt afgeschaft zodat de plaats op de lijst niet meer zo belangrijk is, maar wel het aantal voorkeurstemmen dat iemand haalt. Het systeem van de volmachten op eer wordt afgeschaft, dus bijvoorbeeld stemmen gaan ronselen in een woonzorgcentrum kan niet meer. Door de constructieve motie van wantrouwen kan een nieuwe meerderheid worden gevormd binnen de gemeenteraad. Dat gebeurde ondertussen al in enkele gemeenten in Vlaanderen.

Somers is een vurig pleitbezorger van de afschaffing van de opkomstplicht. “Ik zie stemmen als een burgerplicht, een engagement tegenover de samenleving, maar niets zo idioot als dat af te dwingen door mensen te verplichten naar het stemhokje te komen. Mensen moeten dat vanuit zichzelf doen en niet vanuit een verplichting. Overigens maken we die verplichting niet eens hard, want 10% komt niet opdagen en we sanctioneren niet. Ik ben jurist van opleiding en heb geleerd dat als je in een rechtstaat het overtreden van wetten en geboden niet sanctioneert, die niet alleen hun waarde verliezen maar ook het totaalbeeld van een samenleving ondergraven. Ik heb liever minder regels die je dan wel laat naleven.”

“Als we een bewonersvergadering organiseren, dwingen we mensen ook niet om te komen. Dat zou nogal een triestige vergadering zijn. Je moet mensen overtuigen om te komen, je moet je daarvoor inzetten, maar – in alle eerlijkheid – ik geloof er niets van dat de afschaffing van de opkomstplicht een grote impact zal hebben op de politieke verhoudingen. Kijk naar de Europese landen zonder opkomstplicht: die hebben ook sterke extreemrechtse partijen. In andere landen heb je extreemlinkse partijen, soms heb je een sterk centrum, soms heb je een zwak centrum."

"Ik denk dat alles veel meer afhangt van politieke inzet, de manier waarop politieke partijen antwoorden formuleren op zorgen van mensen. Dat is doorslaggevend. Als dit niet het geval was, zouden de landen mét opkomstplicht – België, Luxemburg, Bulgarije en Griekenland – toch een heel ander politiek profiel hebben. Je zou dan toch moeten zien dat er een effect is op het soort beleid dat in die landen gevoerd wordt. Ik zie dat bij die vier Europese landen niet.” 

Iedereen mobiliseerbaar

Ook Bart Maddens, politicoloog aan KU Leuven, staat achter de afschaffing van de opkomstplicht. “In principe laat je de mensen vrij. Als je iets verplicht, moet je daar een goede reden voor hebben”, zegt hij. “Ik heb nooit goed begrepen wat precies de reden is om mensen te verplichten om te gaan stemmen. Je ziet dat landen waar geen opkomstplicht is even goed werken als democratie. Vaak zijn het zelfs beter werkende democratieën: kijk maar naar de Scandinavische landen."

"Voorstanders van opkomstplicht zeggen dat, als je mensen verplicht om te stemmen, je gemeenteraad – of je parlement – dan representatiever is. Kortgeschoolden en minder bedeelden zijn dan beter vertegenwoordigd, zodat politici ook met die mensen rekening houden. Als dat zo zou zijn, zouden de landen zonder stemplicht er sociaal gezien veel erger moeten aan toe zijn dan België, maar dat is niet het geval. Het is wel belangrijk dat iedereen het recht heeft om te gaan stemmen, mensen moeten mobiliseerbaar zijn, want dat is de reden waarom politici rekening blijven houden met alle bevolkingsgroepen.”

Volwassen democratie

“Ik blijf zelf voor de opkomstplicht”, zegt Herwig Reynaert. “Maar tegelijkertijd zie je dat we een van de weinige landen in de wereld zijn die nog een opkomstplicht hebben en het is duidelijk dat die andere democratieën geen bananenrepublieken zijn. Maar je stelt wel vast dat bij stemrecht bepaalde groepen proportioneel gezien minder gaan stemmen dan bij opkomstplicht. Als je wil dat je kiezers een afspiegeling zijn van je bevolking, heb je dus een probleem. Je krijgt groepen die nog nauwelijks gaan stemmen en je loopt het risico dat de politiek geen aandacht meer zal hebben voor hen.”

Je zou ook kunnen stellen dat we ondertussen in een volwassen democratie leven en dat je dan de mensen niet meer – dreigend met boetes – moet verplichten om te gaan stemmen. “Een volwassen democratie zou betekenen dat iedereen beseft dat het van belang is om te gaan stemmen”, zegt Reynaert. “Dat is een argument dat voorstanders van stemrecht overigens hanteren: ‘we moeten ze overtuigen om de stap naar de stembus te zetten’. Onze democratie heeft veel pluspunten, maar ik denk niet we nu al in die volwassen democratie zitten."

"Niet alle mensen beseffen hoe belangrijk het is om te stemmen. Ik ben nu even advocaat van de duivel, maar bij opkomstplicht hebben we een opkomst van zowat 90% – een deel komt dan wel tegen zijn zin. Misschien moet je dan gewoon de 1% die niet komt opdagen, proberen uit te leggen waarom gaan stemmen zo belangrijk is. Dan vertrek je van 90% procent en geraak je met je inspanningen misschien aan een opkomst van bijna 100%.”

Wie wilde dat?

Dat vooral de liberalen de opkomstplicht al decennialang op de schop wilden, is geen geheim. In de N-VA vond Open Vld een bondgenoot en CD&V wilde in 2019 graag mee in de Vlaamse Regering, ook al was de afschaffing van de opkomstplicht dan de pasmunt. 

Sammy Mahdi toonde zich in de aanloop naar de afschaffing van de opkomstplicht nog strijdvaardig: op Twitter noemde hij zich eind september 2019 ‘grote fan van Jean-Marie Dedecker’ naar aanleiding van een debat in De Zevende Dag, aan De Tijd (29 september 2019) liet hij weten dat hij ‘de opkomstplicht nooit zou afschaffen’.

Bij de stemming over de afschaffing tweette Mahdi: “De opkomstplicht is bij deze afgeschaft voor lokale verkiezingen en mijn hart bloedt. Wie hoopt dit te kunnen doortrekken naar het federale niveau, zonder mij. En wie denkt dat met de afschaffing van opkomstplicht extreme foertstemmers thuisblijven, u vergist u.”

Nu hij CD&V-voorzitter is, klinkt Mahdi gematigder: “Het is geen geheim dat ik een koele minnaar ben van de afschaffing van de opkomstplicht. Als voorzitter van een gemeenschapspartij als CD&V vind ik het net onze taak om al die Vlamingen die niet meer kwamen opdagen, te overtuigen om tóch te gaan stemmen, omdat ik wil dat ook zij hun stem laten horen en dat ook zij vertegenwoordigd moeten worden door het beleid.” Hij wijst er ook op dat de andere wijzigingen in het decreet Lokaal Bestuur de invloed van de kiezer vergroten.

Historische vergissing

“Voor ons blijft de afschaffing van de opkomstplicht een historische vergissing”, zegt Vooruit-voorzitter Conner Rousseau. “De meest laagdrempelige vorm van burgerparticipatie, de stemming, wordt uitgehold”, zei Kurt De Loor, Vlaams volksvertegenwoordiger voor Vooruit meteen nadat de afschaffing van de opkomstplicht was gestemd. “De participatiegraad zal onvermijdelijk dalen. Dit is de grootste blunder van deze politieke generatie.”

“Ik volgde de commissie Binnenlands Bestuur zelf”, zegt covoorzitter van Groen Jeremie Vaneeckhout. “We hebben ons sterk verzet tegen de afschaffing van de opkomstplicht. Dat is zowel een partijstandpunt als iets waar ik het persoonlijk heel moeilijk mee heb, om principiële en om democratische redenen. Ik heb bij de bespreking in het parlement soms zware woorden gebruikt, omdat ik echt denk dat dit een beslissing is die niet terug te draaien is en waarvan we achteraf zullen zeggen dat het een historische vergissing is met een gigantische impact."

"Met principieel bedoel ik dat het gaat over hoe je naar politiek en democratie kijkt. Je hebt de neoliberale kijk die de burger ziet als een consument die helemaal zelf bepaalt wat zijn aandeel is in de samenleving en de politiek. Ik vind dat je van mensen mag verwachten dat, als ze deel uitmaken van een samenleving, ze een democratische plicht hebben. Je hoeft niet eens een stem uit te brengen, maar je moet wel om de zoveel tijd uit je huis komen en naar de stembus trekken om zo een democratisch reflectiemoment te hebben, na te denken over hoe je zelf invloed kunt hebben en over hoe jij de toekomst ziet."

"Ik vind dat een zeer minimale invulling van burgerschap. Als je dat al loslaat, zegt dat ook iets over hoe je naar politiek en democratie kijkt. Vanuit democratisch standpunt is het ook duidelijk: je verliest altijd mensen die hun stem niet mee uitbrengen en die zijn dan ook niet rechtlijnig verdeeld. Een aantal groepen zal minder vertegenwoordigd zijn. Die bevolkingsgroepen die wel goed vertegenwoordigd zijn, hebben nu al vaak meer impact door lobbying of de mainstream media.”

Het feit dat vooral lager opgeleiden, mensen die stammen uit de migratie en jongeren proportioneel minder zullen gaan stemmen, is zowel bij politici als politicologen die tegen de afschaffing van de opkomstplicht zijn een van de belangrijkste redenen.

Wie ligt er wakker van?

Vraag blijft of de ‘gemiddelde Vlaming’ wakker ligt van de afschaffing van de opkomstplicht. Bij een onderzoek van professor Bram Wauters en onderzoeker Robin Devroe van UGent (Acta Politica 2017) antwoordde 48,9 % van de respondenten dat ze ook zouden stemmen als de opkomstplicht zou worden afgeschaft, 26,1 % zei nooit meer te gaan stemmen. De onderzoekers ondervroegen 2.019 kiezers vóór de regionale, federale en Europese verkiezingen van 2014 en 1.532 kiezers na afloop van die verkiezingen.

Uit het onderzoek Mijn Gemeente en Ik van Universiteit Hasselt (UHasselt), onderzoeksbureau Indiville en Bpact (tussen 24 februari en 31 maart 2022 bij een representatieve steekproef) bleek dat het merendeel van de Vlamingen (69%) zal gaan stemmen, 8% gaf toen al aan niet te gaan stemmen en 23% had nog niet beslist. Opvallend is dat maar een minderheid van de mensen de afschaffing van de opkomstplicht een goed idee vindt: 21% vindt die afschaffing helemaal niet goed, 20% vindt ze niet goed, 26% is eerder neutraal, 18% van de respondenten vindt het een goede beslissing en 15% een zeer goede beslissing.

Bo Breesch deed voor zijn masterproef aan UHasselt (juni 2022) onderzoek naar de invloed van de afschaffing van opkomstplicht op de lokale democratie. “Uit de bevraging blijkt dat het merendeel, namelijk 54,93% van de Vlamingen, voorstander is van de wettelijke opkomstplicht”, zegt hij. “Van de respondenten geeft 83,29% aan te blijven stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen, voor de Vlaamse verkiezingen zou dit 3,31% lager zijn en voor de federale verkiezing zelfs 6,61%.” Breesch nuanceert wel. “We zitten nog op bijna twee jaar van de gemeenteraadsverkiezingen van 2024. In die twee jaar kan de stemintentie nog fluctueren.”

2024: verwarrend verkiezingsjaar

De opkomstplicht is dus alleen afgeschaft voor de gemeente- en provincieraadsverkiezingen in Vlaanderen. Dat maakt van 2024 een wel heel verwarrend verkiezingsjaar. Volg je even mee? Wie minstens 16 jaar is op de dag van de verkiezingen in mei 2024 mag alleen deelnemen aan de Europese verkiezingen. Ben je die dag al 18, dan moet je gaan stemmen voor de Europese, Vlaamse en federale verkiezingen. Ben je minstens 18 en woon je in Vlaanderen, dan mag je op zondag 13 oktober gaan stemmen voor de gemeenteraad en voor de provincieraad, woon je in Brussel of Wallonië, dan moet je die dag naar het stemhokje. Voor alle duidelijkheid: we hebben in België een opkomstplicht en geen stemplicht, dus je kan in het hokje bij alle verkiezingen nog steeds blanco of ongeldig stemmen. 

“In 2024 zal het resultaat van de lokale verkiezingen vermoedelijk wel gekleurd worden door het resultaat van de verkiezingen in mei”, zegt Bart Maddens. “Voor partijen die in het voorjaar in een neerwaartse spiraal zitten, wordt het moeilijk om zich op zo’n korte tijd te herpakken.”

Wat na 2024?

De kans is groot dat na de verkiezingen van 2024 de afschaffing van de opkomstplicht ook op het bord komt bij de coalitiebespreking voor de Vlaamse en zelfs de federale regering. Groen en Vooruit – federale regeringspartijen, maar in Vlaanderen in de oppositie – stellen zich alvast weerbaar op. “Als het van Vooruit afhangt, blijft de opkomstplicht gewoon bestaan”, zegt Conner Rousseau. “Want stemmen is de meest laagdrempelige vorm van burgerparticipatie.”

Jeremie Van Eeckhout van Groen stelt de zaak nog scherper. “Er zijn weinig zaken waarover we het gesprek niet willen opstarten, maar eigenlijk is de afschaffing van de opkomstplicht voor ons een no go. Ik heb alle hoorzittingen over de opkomstplicht in het parlement meegemaakt en niemand heeft een inhoudelijke argumentatie opgebouwd waaruit blijkt dat de afschaffing een stap vooruit is voor de democratie. Uiteraard wel over het principe: wij vinden dat gaan stemmen een burgerplicht is, andere partijen vinden dat mensen de politieke vrijheid moeten krijgen om al dan niet te gaan stemmen. Daar kun je inhoudelijk en filosofisch over discuteren, maar er is geen politieke wetenschapper of socioloog die mij heel overtuigende argumenten kan geven om toch de afschaffing van de opkomstplicht te overwegen.”

“Wij gaan ons op alle niveaus verzetten tegen de afschaffing van de opkomstplicht”, zegt PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw. “Wij blijven pleiten voor meer democratie, niet voor minder. Naast ons verzet tegen deze afschaffing pleiten wij er dan ook voor om onze democratie verder uit te diepen.” Ook op CD&V met Mahdi aan het roer moet niet gerekend worden om de opkomstplicht verder af te schaffen. “Een gemeenschapspartij als CD&V zal ideologisch gezien steeds pleiten voor het behoud van de opkomstplicht”, zegt hij.

Deze reeks kwam tot stand met de steun van de Vlaams-Nederlandse journalistenbeurs.

logo Vlaams-Nederlandse journalistenbeurs
LEES OOK
Guy Delforge / 08-02-2023

Lokale partijen ruiken hun kans bij gemeenteraadsverkiezingen in 2024

Kunnen we ons bij de eerste verkiezingen zonder opkomstplicht verwachten aan een sterke groei van lokale partijen?
lokale partijen ruiken hun kans in 2024
Guy Delforge / 01-02-2023

Het gevecht om de stembus

Hoe kan Vlaanderen vermijden dat de opkomst bij lokale verkiezingen meteen heel laag wordt.
het gevecht om de stembus
Guy Delforge / 25-01-2023

Kwetsbare groepen dreigen af te haken bij lokale verkiezingen

Zonder opkomstplicht zullen meer Vlaamse stemgerechtigden thuisblijven.
stemlokaal verkiezingen
3 REACTIES
Peter Braet19-01-2023 01:27:34
Hoe ik bij lokale verkiezingens tem staat al in het artikel en wel of geen opkomstplicht verandert daar niets aan. Federaal en Vlaams zou die afschaffing wel wat veranderen want bij gebrek aan lijststem zou ik niet weten voor wie te stemmen.
Beter zou zijn één nationale kieskring en geen kiesdrempel dan wordt federaal 0,67% één zetel. Dan is iedereen vertegenwoordigd. Nu word ik federaal en Vlaams niet vertegenwoordigd, door die vermaledijde kiesdrempel en de al even ouderwetse kieskringen. Eigenlijk is die opkomstplicht een fait-divers.
Paul Deby19-01-2023 09:46:57
Hier ben ik het niet helemaal mee eens.
Het kan wel kloppen als je heel je oordeel opbouwt uitsluitend in de ik-vorm.
Maar, met permissie, dat begint dan wel erg veel te lijken op “there is no such thing as society”.
Alle respect voor uw persoonlijke keuzes. Maar verkiezingen horen ook te gaan ook over hoe we onze samenleving willen ingericht zien, over de vraag of we de armoede oftewel de armen willen bestrijden, of we F35 straaljagers nodig hebben om ons veilig te weten, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Er zijn een massa onderwerpen waarover ik een wij-perspectief toch zinvoller vind dan een ik-perceptie.
En ook al wordt er onder de noemer “wij” veel onzin en leugens verkocht, en gaat er zelfs vaak een verborgen “ik”, of “ik en mijn vriendjes” onder die vlag schuil, (herinner u : “wij moeten goed zorgen voor de miljonairs”, van Theo Francken) dat maakt het “wij” niet minder belangrijk.
Paul Deby19-01-2023 15:27:41
Dat de politicoloog Bart Maddens nooit goed heeft begrepen “waarom de mensen verplicht worden om te gaan stemmen” kijk, dat verwondert me dan weer helemaal niet van deze politicoloog, aangezien hij zijn politicologische standpunten steeds afstemt op die van de partijvoorzitter en burgemeester (in bijberoep).

Enig respect voor de langdurige harde en bloedige strijd waarmee het afdwingen van het algemeen enkelvoudig stemrecht is afgedwongen ontbreekt in die hoek totaal. Dat die strijd van fundamenteel belang is geweest om onze democratie te verstevigen tot wat ze nu is, dat negeren zij liefst compleet.

En dan die “beter werkende democratieën” zoals de Scandinavische, tja, wel handig dat je dat alweer niet moet onderbouwen met argumenten. Het noorden is naar hun oordeel altijd superieur vergeleken met het zuiden. Waarom? Daarom.