
Door Bram Souffreau

Goochelen met miljoenen, ook koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte heeft er het handje van. In zijn langverwachte nota verstopte hij verschillen zodat hij de lekkende partijen kon achterhalen. In de versie voor CD&V zou, zo schrijft De Tijd, Brussel ter compensatie voor de talrijke pendelaars 372 miljoen euro ontvangen. Bij de PS was dat 374 miljoen euro. Op een miljoentje meer of minder komt het in de Wetstraat blijkbaar niet aan.
Maar waarom wilde Vande Lanotte koste wat het kost zijn nota geheim houden? Hebben onze vaderlandse politici zo weinig beroepsernst dat ze een zestigtal pagina's niet aandachtig kunnen analyseren zonder afgeleid te worden door jammerende en druk gesticulerende opinieleiders? Of vindt Vande Lanotte dat het journaille en het plebs geen zaken hebben met zijn koninklijke opdracht en dat ze het Wetstraatees toch maar steeds verkeerd interpreteren.
Kloof
Vande Lanotte kon met zijn geheimdoenerij de diep gapende kloof tussen burger en politiek niet beter illustreren. Hoe een tooghanger ongelijk geven als-ie beweert dat in Brussel alles toch boven onze hoofden heen wordt beslist?
De geïnteresseerde burger heeft nog steeds geen letter van de integrale tekst gezien. Tenzij hij natuurlijk connecties heeft binnen het politiek wereldje. Journalisten, professoren, economen en analisten hebben - als ik de stortvloed aan meningen bekijk - elk al een kopietje in handen. Maar de kiezer moet het doen met lijstjes, flarden en de commentaren gecomponeerd door diezelfde ons-kent-ons-kliek.
Nochtans weet elkeen die zelfs maar af en toe de Belgische politiek volgt, dat de berichtgeving en de statements van onze politici soms mijlenver van de originele teksten staan. Ze lichten er hun punten uit, leggen eigen klemtonen, vergeten dat er nog wat procedures doorlopen moeten worden of verzwijgen belangrijke details. En je kan het hen moeilijk bezwaarlijk nemen, want en grand klopt hun bericht wel, maar ze hebben hun eigen agenda.
Brontekst
'De kiezer zit nu opgezadeld met beperkte informatie die het resultaat is van gerichte lekken en uitlatingen op de stoep voor het partijbureau.'
Teruggrijpen naar de oorspronkelijke tekst is zowat de meest fundamentele les in bronnenkritiek. Bovendien heeft de burger het recht om te weten hoe de overheid werkt. Maar in tegenstelling tot het wetgevend proces of de werking van bestuursorganen is die openbaarheid tijdens een formatieproces niet in regels gegoten. Tijdens een formatie - kort of lang - is discretie immers belangrijk, maar Vande Lanotte heeft met zijn nota een kans gemist om niet enkel de burger dichter bij de politiek te brengen, maar ook om voor een eenduidige interpretatie van zijn nota te zorgen.
De kiezer zit nu opgezadeld met beperkte informatie die het resultaat is van gerichte lekken en uitlatingen op de stoep voor het partijbureau. Hij wordt bespeeld en weet niet wat er nu allemaal van aan is. Hij kan met de beste wil ter wereld de hele context niet achterhalen.
Geïnformeerde burger
De nota was lang verwacht. Eindelijk nog eens wat inhoudelijke actie in deze slepende vorming van een nieuwe regering. Een scharniermoment. De samenstelling van de nota liep redelijk ordentelijk en lekvrij. Hier en daar wat vertraging, maar toch. Het zou een onbegrijpbare manier van werken zijn als de betrokken politici dezer dagen in de definitieve nota nieuwe punten ontdekken. Een verantwoord politicus en betrouwbaar gesprekspartner schiet een compromistekst ook niet af zonder het gelezen te hebben. We mogen van onze politici toch verwachten dat ze op een volwassen, respectvolle en onderbouwde manier onderhandelen, niet?
Vande Lanotte moest daarom niet verhinderen dat zijn nota integraal zou opduiken. Integendeel, hij had de nota zelf publiek moeten maken en duiden. De kiezer mag best wel weten wat de Wetstraat met zijn stem bekokstooft en hoe de toekomst van het land er zou kunnen uitzien. Zeker na 206 dagen zonder regering. Het belangt ons immers allen aan.