Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Aanpassing seksueel strafrecht zet slachtoffers in de kou

Maartje De Vries
vrouw schaduw
(Unsplash)

Dat seksueel geweld een prioritaire aanpak verdient, staat buiten kijf. Er was recent nog de tragische wanhoopsdaad van een 14-jarig meisje uit Gent na een groepsverkrachting. Verschillende studies toonden opnieuw aan hoe vaak seksueel geweld in ons land voorkomt. Zo toonde de UGent aan dat 64% van de Belgen tussen 16 en 49 jaar (81% vrouwen en 48% mannen) al te maken kreeg met seksueel geweld. Uit onderzoek van Plan International België naar straatintimidatie bleek dat maar liefst de helft van de bevraagde meisjes aangaf beperkt te zijn in haar bewegingsvrijheid. Ze passen hun route aan, gaan niet alleen buiten of vermijden bepaalde plaatsen.

Kortom, seksueel geweld en intimidatie zijn ernstige maatschappelijke problemen, die een goede aanpak verdienen. De aanpassing van het seksueel strafrecht hoort daarbij, maar het moet dan wel een echte stap vooruit zijn.

Ik verwijs minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) dan ook graag naar het Spaanse voorbeeld. Begin dit jaar sprak Marianne, de vrouwenbeweging van de PVDA, met Irène Montero, minister van Gelijkheid in Spanje. Zij is initiatiefneemster van de progressieve wet 'Solo si es si' (alleen ja is ja) die de strijd aangaat met onder meer seksueel geweld.

De wet kwam er na sterke feministische actie tegen geweld. De wet zet in op bescherming van het slachtoffer. “Al die slachtoffers hebben rechten en de publieke macht moet erover waken dat die gerespecteerd worden”, zei Montero daarover. Het wetsvoorstel van Van Quickenborne schiet daarin tekort.

Niet met opzet, dus geen verkrachting?

Een steeds terugkerende vaststelling als het over seksueel geweld gaat, is dat slachtoffers zelden klacht indienen. Vaak zijn ze bang om niet geloofd te worden, dat ze terecht zullen komen in een situatie van woord tegen woord. Het gevolg is dat slechts één op de acht slachtoffers aangifte doet. Meer dan de helft van de klachten wordt gearchiveerd zonder dat er een proces van komt. Een wetsaanpassing zou met deze realiteit rekening moeten houden. Dit wetsontwerp doet dat niet, maar maakt het integendeel nog moeilijker om tot een bestraffing te komen.

De nieuwe omschrijving van verkrachting luidt: “elke wetens en willens gestelde daad die bestaat of mede bestaat uit een seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon of met behulp van een persoon die daar niet in toestemt”. Met deze nieuwe formulering maakt de wetgever het nóg moeilijker voor het slachtoffer om bewijs te leveren van een verkrachting. Bovenop het feit dat men moet aantonen dat er een penetratie heeft plaatsgevonden, die ook nog eens tegen de wil was, moet er ook nog aangetoond worden dat de dader intentioneel handelde.

Een verkrachting is zelden het verhaal van de man in de bosjes die een nietsvermoedend slachtoffer opwacht en overvalt. Vaak zijn de situaties minder duidelijk, maar daarom niet minder grensoverschrijdend.

Laten we dit bijvoorbeeld even bekijken in het kader van een verkrachting binnen een koppel. De ene partner dwingt seksuele betrekkingen af van de andere. Hij gaat over de schreef, maar het is moeilijk om aan te tonen dat de verkrachting bewust was. Kan hij dan vrijuit gaan als het slachtoffer of de onderzoeksrechter die intentie niet kan aantonen? Welk nut heeft deze extra drempel? Het zal enkel leiden tot nog meer remmingen om klacht in te dienen, en nog meer seponeringen.

Minderjarige moet machtsmisbruik aantonen

Een andere onaanvaardbare passage gaat over de bescherming van jongeren. Of het gebrek daaraan. Wanneer er sprake is van misbruik van een minderjarige door een persoon in een gezags- of vertrouwensfunctie, zal er moeten worden aangetoond dat er misbruik is gemaakt van die gezags- of vertrouwensfunctie.

Een minderjarige sporter zal bijvoorbeeld moeten bewijzen dat de sportcoach zijn of haar positie heeft misbruikt. Hoe kan een minderjarige dit bewijzen? Dit maakt jonge slachtoffers kwetsbaar.

Dit is trouwens niet het enige punt waarop het wetsontwerp jongeren kwetsbaar maakt. Het maakt prostitutie van adolescenten moeilijker om aan te tonen. Ook hier moet het slachtoffer of het openbaar ministerie eerst aantonen dat de leeftijd van het slachtoffer gekend was door de pooier of de klant, en deze de overtreding intentioneel begin. Een wetsontwerp dat jongeren kwetsbaar maakt, is onaanvaardbaar!

Wel of geen toestemming?

Alleen ja betekent ja. Iemand die seksuele betrekkingen wil aangaan, moet er zeker van zijn dat de andere dit ook wil. In de nieuwe wet zal ‘toestemming’ als volwaardig concept worden opgenomen. Dat is een goede zaak. Tegelijkertijd rijst de vraag, wie bij een verkrachting het bewijs moet leveren dat er wel of geen toestemming was? Als de bewijslast volledig bij het slachtoffer blijft liggen, legt dit dan niet opnieuw een extra drempel bij het slachtoffer? In de Spaanse 'Solo si es si'-wet is de bewijslast omgekeerd. Het lijkt ons de moeite om deze optie te onderzoeken.

De vrouwenbeweging Marianne verzet zich tegen deze hervorming, die naast de bovengenoemde nog meer grote valkuilen met zich meebrengt. Ondertussen lieten ook tal van andere vrouwen- en middenveldorganisaties horen dat ze in dit wetsontwerp een achteruitgang zien voor vrouwen en minderjarigen.

De minister verkondigde in de media een brede consultatie te hebben gedaan van het middenveld. Daarbij is hij duidelijk de feministische beweging vergeten. Marianne steunt het verzet van deze organisaties. Het seksueel strafrecht aanpassen? Ja. Maar niet als het een achteruitgang betekent voor de slachtoffers.

Maartje De Vries is voorzitter van Marianne, de vrouwenbeweging van PVDA

LEES OOK
Kaja Verbeke / 19-10-2017

Antiseksismewet blijft lege doos

Al is de eerste veroordeling op basis van de antiseksismewet een feit, klachten worden nog steeds niet efficiënt geregistreerd.
31656035643_2c59b552f3_h