Bijna een op de tien Vlamingen leeft onder armoedegrens

Paul Gebruers
voedselbank
Een recordaantal mensen wendde zich in 2020 tot de voedselbanken. (© Nicolas Maeterlinck (Belga))

De cijfers die Statistiek Vlaanderen, een website van de Vlaamse overheid, dinsdag (3/8) bekendmaakte, zijn afkomstig van het EU-SILC. Dat staat voor statistics on income and living conditions. Die statistiek van inkomens en levensomstandigheden is de referentiebron voor inkomensverdeling en maatschappelijke integratie in de Europese Unie. De enquête dateert uit 2020. De cijfers werden berekend op basis van de huishoudinkomens in 2019.

In Vlaanderen bleef het aandeel van personen onder de armoededrempel de voorbije jaren vrij stabiel: sinds 2003 schommelt het cijfer tussen 9 en 11% van de bevolking

Bijna een op de tien inwoners van het Vlaamse Gewest leefde in dat jaar in een huishouden met een inkomen onder de Belgische armoededrempel. Voor 610.000 personen kwam dat neer op een verhoogd risico op armoede. Het beschikbare inkomen omvat alle inkomsten van de leden van een huishouden uit economische activiteit, vermogen, eigendom en sociale transfers zoals uitkeringen voor sociale zekerheid en bijstand.

De armoededrempel ligt op 60% van het nationale mediaan beschikbare huishoudinkomen na sociale transfers, aangepast aan de samenstelling en grootte van het huishouden. Voor een alleenstaande lag de armoededrempel in 2019 op 1.284 euro per maand. Voor een gezin met twee volwassenen en evenveel kinderen bedroeg dat maandelijks 2.696 euro.

In Vlaanderen bleef het aandeel van personen onder de armoededrempel de voorbije jaren vrij stabiel. Sinds 2003 schommelt het cijfer tussen 9 en 11% van de bevolking. Lichte dalingen werden genoteerd in 2007, 2010 en 2016. Kleine stijgingen deden zich voor in 2005, 2011 en 2013.

Werklozen meest getroffen

Het armoederisico werd voor 2019 ook berekend naar achtergrondkenmerken. Er waren geen verschillen tussen mannen en vrouwen. Wel naar leeftijd: het risico lag hoger bij ouderen. Van de mensen in armoede was 16% ouder dan 65 jaar. Bij de opdeling naar huishoudtype werden vooral eenoudergezinnen (21%) bedreigd. Ook bij eenpersoonshuishoudens (18%) en oudere koppels (15%) werden armoedecijfers boven het gemiddelde geregistreerd.

De socio-economische positie bleek een doorslaggevende factor, met werklozen (37%) en niet-actieven (19%) als meest getroffen subgroepen

De socio-economische positie bleek een doorslaggevende factor, met werklozen (37%) en niet-actieven (19%) als meest getroffen subgroepen. Bij gepensioneerden lag het cijfer op 14%. Het armoederisico lag in 2019 opvallend hoger bij huurders (22%) dan bij eigenaars (6%) van een woning.

Een steeds terugkerende vaststelling is dat het risico daalt in verhouding tot het opleidingsniveau. In 2019 bedroeg dat 20% bij laaggeschoolden, tegenover slechts 4% bij hooggeschoolden en 9% in de categorie daartussen.

Het geboorteland blijkt ook een rol te spelen. Voor personen geboren in België bedroeg het risico 7%, tegenover 33% voor mensen geboren buiten de 27 EU-lidstaten. Voor personen geboren binnen de EU maar buiten België bedroeg het cijfer 20%.

Slechter in Wallonië en Brussel

Tussen de vijf Vlaamse provincies bestonden behoorlijk wat verschillen. Het aandeel van personen onder de armoededrempel lag het hoogst in Antwerpen (12%) en het laagst in Vlaams-Brabant (7%). Limburg zat op het Vlaamse gemiddelde van 9%, Oost- en West-Vlaanderen daar net onder met 8%.

Het eigenlijke armoederisico lag in 2019 in het Vlaamse Gewest op 10%. Dat is lager dan in de andere Belgische gewesten en het EU-gemiddelde. In het Waalse Gewest bedroeg het risico 18% en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zelfs 31%. Dat brengt het Belgische cijfer op 15%.

Het aandeel van personen onder de armoededrempel lag in de EU-lidstaten op 17% van de bevolking. Als natie had Tsjechië het laagste cijfer (10%). De tweede beste score met 12% kwam naast Finland van Slovakije, Slovenië en Hongarije. Dat mag een verrassing genoemd worden, gelet op de lagere levensstandaard in die drie Oost-Europese landen. Het slechtste cijfer werd genoteerd in Roemenië (24%), gevolgd door Letland en Bulgarije (23%), Estland (22%) en Spanje en Litouwen (21%).

Rush op voedselbanken

Dat de coronacrisis een negatieve impact heeft op de armoedecijfers in België, lijdt geen twijfel. Een van de indicaties, en misschien wel de grootste, is het toenemend aantal mensen dat in 2020 de toevlucht nam tot voedselbanken. Die verdeelden vorig jaar 24% meer levensmiddelen dan in 2019. Daarmee is 2020 het recordjaar sinds het ontstaan van het initiatief in ons land in 1984.

Een recordaantal mensen wendde zich in 2020 tot de voedselbanken

In het eerste coronajaar werd 22.013 ton voedsel ingezameld in de negen regionale afdelingen van de Belgische Federatie van Voedselbanken (BFVB).  “Een indrukwekkend cijfer en goed voor 42 miljoen maaltijden”, stelt de BFVB in het jaarverslag.

“De situatie was zo ernstig dat we, voor het eerst en tegen onze normale werking in, grote hoeveelheden voedsel moesten aankopen om tekorten te voorkomen”, zegt gedelegeerd bestuurder Jef Mottar. Het totaal van de eigen aankopen bedroeg 792 ton.

Een recordaantal mensen wendde zich in 2020 tot de voedselbanken. Gemiddeld werden per maand 175.402 personen geholpen via het netwerk van 631 aangesloten lokale organisaties, een stijging met 6% ten opzichte van 2019. Daarnaast werden, vooral in de zomerperiode, ook heel wat niet aangesloten OCMW's bevoorraad. Hierdoor werden in de zomermaanden extreme pieken bereikt. Geschat wordt dat toen 195.000 personen per maand geholpen werden, een toename met 15% tegenover 2019. De grootste stijging deed zich voor in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (16,5%).

“Deze ongeziene cijfers weerspiegelen de economische impact van de gezondheidscrisis op een deel van de Belgische bevolking”, stelt Mottar. “We zagen nieuwe profielen van begunstigden opduiken, die niet konden genieten van de steunmaatregelen van de overheid. Zoals laaggeschoolden met een precair arbeidsstatuut en jobstudenten.”

Toegang tot hulpverlening

Armoedecijfers vergelijken is een moeilijke opdracht. Dat zegt Henk Van Hootegem, coördinator van het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting. “De aanpak van de coronacrisis heeft de dataverzameling in 2020 bemoeilijkt. Een interfederale nota uit april 2021 is gebaseerd op signalen van organisaties die op het terrein werken en onderzoek dat voornamelijk verricht werd aan de Universiteit Antwerpen en de KU Leuven.”

Henk Van Hootegem (Steunpunt armoedebestrijding): 'Ondanks een pakket aan goede maatregelen van de overheid heeft Covid-19 een enorme impact op armoede. Helaas meestal in negatieve zin'

“Daaruit blijkt dat corona een belangrijke impact had op het inkomen van de mensen. De overheid nam maatregelen om dat op te vangen, onder meer met het systeem van tijdelijke werkloosheid. Maar dat gaf geen dekking aan alle groepen. Denk aan personen met precaire jobs in tijdelijke stelsels, genre Deliveroo.”

De rush op de voedselbanken is lang niet de enige indicatie dat de coronacrisis de armoede nog heeft doen toenemen. “De digitalisering is sterk toegenomen. Op het werk, in het onderwijs en in de hulpverlening. In de dienstverlening werd overgeschakeld op digitaal en volgens afspraak. Wij vrezen dat die beperkingen gaan blijven, althans voor een deel.”

“Ondanks een pakket aan goede maatregelen van de overheid heeft Covid-19 een enorme impact op armoede. Helaas meestal in negatieve zin. Corona heeft de ongelijkheden in onze samenleving versterkt. Groepen die al moeilijk toegang hadden tot hulp en dienstverlening krijgen het nu nog zwaarder.”

Federaal armoedeplan

Voedselbanken blijven ook dit jaar een wapen in de strijd tegen armoede. Maar de financiering baart kopzorgen. Het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD, Fund for European Aid to the Most Deprived) is aan hervorming toe. Daardoor krijgen de voedselbanken minder budget voor de aankoop van levensmiddelen, met negatieve gevolgen voor kwantiteit en kwaliteit. Vorig jaar ontving de Belgische federatie via FEAD nog 2.125 ton voedsel.

Federaal minister van Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding Karine Lalieux (PS) kondigde in februari een plan aan met concrete maatregelen. De voorbije weken bezocht ze enkele steden om inspiratie op te doen voor het armoedeplan. Zo ging ze een kijkje nemen in Turnhout, waar het OCMW met verschillende actoren gegevens uitwisselt om zelf armoede op te sporen.

Lalieux wil haar plan lanceren in het voorjaar van 2022. Ze rekent op samenwerking tussen het lokale en het federale niveau. Voor investeringen in armoedebestrijding moet ze wel nog haar collega’s in de federale regering overtuigen. Tegen de achtergrond van het huidige begrotingstekort zal dat niet evident zijn.

Op lokaal niveau regent het klachten over administratieve overlast die gepaard gaat met federale steunmaatregelen in de nasleep van de coronacrisis. Lalieux heeft alvast een werkgroep opgericht om de administratieve last en de procedures te vereenvoudigen.

LEES OOK
Karl van den Broeck / 22-08-2023

Waarom voedselbonnen voor leefloners geen goed idee is

Het Amerikaanse systeem van voedselbanken is duurder en veel minder effectief.
Persoon komt voeding halen bij de Gentse voedselbank.
Thibault Coigniez / 04-07-2023

Gebrek aan geld doet sociaal beleid in Denderstreek stokken

Lokale besturen pleiten voor een herverdeling van het Gemeentefonds.
Ninove
Liesbet De Kock / 23-01-2023

Als zelfs miljonairs willen dat we het geld bij de rijksten halen

Superrijken zijn een deel van het probleem, niet van de oplossing.
Phil White tax the rich
2 REACTIES
W. V.04-08-2021 14:34:03
Als ze de begroting aangrijpen om die mensen weer in de kou te laten staan, hoop (en weet) ik dat Apache zal blijven hen verantwoordelijk houden. Het is een schandvlek op onze maatschappij.
Theo Aerts09-08-2021 16:15:35
Er komt een tijd dat de rijken veel te duur zijn en dus dat de verarmde middenklasse ze niet meer kan onderhouden de boot zal dan kapseizen naar alle waarschijnlijkheid naar stuurboord zoals het nu eruit ziet ! Het is de Odyssee van het kapitalisme nog een beetje geduld.