Middenveld vraagt rem op verbouwing van boerderijen tot feestzalen

Steven Vanden Bussche
boerderij
Uitbaters van feestzalen, garagisten of architectenbureaus hebben niets te zoeken op een boerderij. (© Kristof Van Accom (Belga))

Met hun oproep om alle mogelijke (zonevreemde) functiewijzingen in het agrarisch gebied te schrappen willen de middenveldorganisaties de vruchtbare en steeds schaarser en duurder wordende landbouwgrond in Vlaanderen beschermen. Want er wordt niet alleen grof geld geboden op de hoeves, ook de omliggende of bijhorende gronden vallen in trek bij vermogende (niet-boerende) Vlamingen.

Dat leidt tot steeds hogere grondprijzen, waardoor bijzondere coalities van klassieke landbouworganisaties zoals de Boerenbond of het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), organisaties die werken rond biologische of agro-ecologische landbouw en natuur- en milieuverenigingen de handen in elkaar slaan.

Zonevreemde functiewijzigingen creëren druk op de open ruimte en omliggende landbouwactiviteiten

“Volgens ons is deze schrapping een absolute en dringende vereiste om verdere residentialisering en ander zonevreemd gebruik van het buitengebied op korte termijn te stoppen”, verduidelijkte voorzitter van de Boerenbond Sonja De Becker het standpunt van de organisaties op de afgelopen Werelddag van de Stedenbouw.

“Zonevreemde functiewijzigingen creëren druk op de open ruimte en de omliggende landbouwactiviteiten. Bovendien creëren ze een hoge opportuniteitswaarde bovenop de landbouwkundige waarde van de vrijgekomen landbouwsites. Zo hoog dat de landbouwers zelf op de vastgoedmarkt worden weggeconcurreerd.”

De middenveldorganisaties nemen vooral een besluit van de Vlaamse regering uit 2003 in het vizier. In dat besluit wordt een hele reeks “zonevreemde functiewijzingen” in het agrarisch gebied mogelijk, met als gevolg dat het platteland de afgelopen twintig jaar steeds meer ‘verpaardde en vertuinde’. Dat gebeurde in combinatie met de 'zonevreemde basisrechten' waardoor hoevegebouwen bijvoorbeeld tot 1.000 kubieke meter herbouwd en uitgebreid kunnen worden.

Dat bleek aantrekkelijk voor uitbaters van feestzalen, maar even goed voor pakweg garagisten of architectenbureaus en uiteraard ook private stoeterijen al dan niet met paardenzwembad. Het zijn de lokale besturen die het gros van de vergunningen uitreiken en dat blijkt niet altijd volgens de regels te zijn.

Lokale besturen vergunnen erop los

Het Departement Landbouw & Visserij adviseerde dit jaar ruim de helft van niet minder dan 718 vergunningsaanvragen voor functiewijzigingen negatief. Het aantal aanvragen stijgt overigens fors, het aantal negatieve adviezen ook. In 2019 en 2020 werd ongeveer een derde van de aanvragen negatief geadviseerd. Maar de stem van de lokale besturen is doorslaggevend.

“Niet alle gemeentebesturen zijn happig om vergunningsaanvragen voor functiewijzigingen te weigeren”, zeggen onderzoekers in het rapport 'Boer ruimt veld'. “Uit interviews met het Departement Landbouw & Visserij blijkt dat meer dan de helft van de door hen ongunstig geadviseerde vergunningsaanvragen voor functiewijzingen alsnog vergund worden door lokale besturen.” Het probleem is allicht nog veel groter, aangezien de cijfers betrekking hebben op de functiewijzigingen waarvoor effectief een vergunning wordt aangevraagd.  

Uit interviews met het Departement Landbouw & Visserij blijkt dat meer dan de helft van de door hen ongunstig geadviseerde vergunningsaanvragen voor functiewijzingen alsnog vergund wordt door lokale besturen

Uit onderzoek van het Instituut voor Landbouw, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) blijkt dat gemiddeld 15% van het voor landbouw bestemd gebied in beslag genomen wordt door niet-agrarisch landgebruik. Regionaal treden grote verschillen op. Zo heeft 27% van het agrarisch gebied van de provincie Antwerpen in de feiten geen agrarisch landgebruik meer, staat te lezen in de studie 'Virtueel Landbouwland'.

Volgens de ruimteboekhouding heeft Vlaanderen 788.000 hectare grond bestemd als landbouwgrond. In de feiten, cijfers uit de ‘landbouwgebruikstelling’, wordt slechts 685.000 ha echt voor landbouwactiviteiten ingezet. Uit een onderzoek naar bedrijfslocaties bleek meer dan vijf jaar geleden dat het platteland 36% agrarische bedrijven telt en 64% andere ondernemingen. Uit het doctoraatsonderzoek van Anna Verhoeve (ILVO) blijkt dat van die laatste groep slechts 15% vergunbaar geacht wordt.

Dat er de afgelopen twintig jaar heel wat boerderijen op het platteland vrijkwamen en in niet-landbouwhanden vielen, wordt duidelijk uit de evolutie van het aantal land- en tuinbouwbedrijven in Vlaanderen. Sinds 2000 kromp dat aantal met 43% tot ruim 23.300 bedrijven. Komt daar nog eens bij dat de Vlaamse landbouwer gemiddeld 57 jaar oud is, waardoor ook de komende tien tot vijftien jaar tot de helft van de landbouwzetels zal vrijkomen, zo schatte Ivo Palmers van het Vlaams Planbureau voor Omgeving op een studiedag van de Vereniging voor Ruimtelijke Planners (VRP). Er is dus een opportuniteit om het anders te doen en landbouworganisaties slaagden erin om rond dat thema de neuzen in dezelfde richting te krijgen.

Ontharding

De middenveldorganisaties willen een beleid dat op drie pijlers is gebaseerd en daarbij is zelfs de afbraak van bedrijfsgebouwen niet langer een taboe. Vooreerst stellen ze dat het niet-agrarisch hergebruik niet alleen weer de uitzondering moet worden. Sites die door hun ligging of gebouwen landbouwkundig potentieel hebben, moeten bij voorkeur opnieuw een functie in de landbouw krijgen.

“Als dit niet mogelijk is en de gebouwen een beperkte erfgoedwaarde hebben, moeten sloop en sanering van de vrijgekomen grond een valabel alternatief zijn”, zegt De Becker van de Boerenbond. De grootste landbouworganisaties en twaalf andere middenveldorganisaties onder meer uit de biologische en agro-ecologische landbouw, scharen zich dan ook achter onthardingsprojecten.

De middenveldorganisaties worden in hun eis gesteund door een recent onderzoek van ILVO, KU Leuven, Voorland en de Boerenbond. Via het onderzoek 'Boer ruimt veld' bogen ze zich recentelijk over de vraag hoe ontharding van vrijgekomen hoeves niet alleen kan zorgen voor een minder verzegelde bodem en dus zorgt voor meer waterinfiltratie, maar ook hoe daarmee de zonevreemde ontwikkelingen in het agrarisch gebied tegengegaan kunnen worden.

De landbouw zal als sector ook een belangrijke rol spelen om tegen 2050 een vijfde minder verharding (ten opzichte van 2015) in de bestemmingen landbouw, natuur en bos te realiseren. Dat komt omdat 51% van de open ruimte in Vlaanderen door landbouw wordt ingenomen.

Als de komende tien jaar op alle vrijgekomen sites de gebouwen met zowel een lage landbouwwaarde als een lage erfgoedwaarde volledig gesloopt worden, dan kan Vlaanderen al de onthardingsdoelen voor landbouw tegen 2050 bereiken

Er bleek heel wat potentieel bij de stoppende bedrijven. “Mochten de komende tien jaar op alle vrijgekomen sites de gebouwen met zowel een lage landbouwwaarde als een lage erfgoedwaarde volledig gesloopt worden, dan kan de verhardingsgraad in open ruimtebestemmingen met 2.667 ha gereduceerd worden”, vermeldt het onderzoek 'Boer ruimt veld'. “Met een totale verharding van 11.181 ha in agrarisch gebied komt deze vermindering met een vijfde overeen met een onthardingsobjectief van 2.080 ha binnen de landbouwsector. De oppervlakte aan vrijgekomen agrarische sites met onthardingspotentieel, becijferd op 2.667 ha, overstijgt dus deze ambitie van 2.080 ha.”

De berekening is uiteraard zeer theoretisch. Bovendien is de slagkracht van de ontharding van landbouwbedrijven relatief. Dat komt omdat 71% van de verharding in agrarisch gebied een andere oorsprong en functionaliteit heeft, buiten de landbouw dus.

Er ligt een belangrijke opgave bij de lokale besturen om de wetgeving correcter en dus strenger toe te passen en te handhaven

Om het landbouwgebied voor landbouw te vrijwaren schuiven de onderzoekers vier strategieën naar voor. Die draaien rond het terugdringen van de niet-agrarische vraag naar vrijgekomen landbouwsites, het financieel ondersteunen en stimuleren van sloop, het sensibiliseren van het belang van het agrarisch gebied voor de voedselproductie en het beschermen van landbouwkavels en woningen van exploitanten. Daarvoor wordt niet alleen naar Vlaanderen gekeken, maar ook naar de gemeentes.

“Er ligt een belangrijke opgave bij de lokale besturen om de wetgeving correcter (en dus strenger) toe te passen en te handhaven”, vermeldt het onderzoek. Vraag is of gemeentes geneigd zullen zijn om dat te doen. Daarom stellen ook onderzoekers voor om de stedenbouwkundige regels aan te passen richting een verbod op zonevreemde functiewijzigingen, zoals dat tot 1999 het geval was.

LEES OOK
Steven Vanden Bussche / 08-02-2024

Nee, Natuurpunt is niet grootste bedreiging voor schaarse landbouwgrond

De 'verpaarding' van het platteland zorgt voor toenemende concurrentie voor schaarse landbouwgrond.
Foto van een wit paard met op de achtergrond vier witte runderen.
Steven Vanden Bussche / 06-02-2023

Publieke grond is onderbenutte motor voor landbouwtransitie

Op tien jaar verkochten OCMW's in Oost-Vlaanderen bijna een vijfde van hun grond.
Intensieve landbouw
Steven Vanden Bussche / 31-08-2022

Actievoerders protesteren aan Katoen Natie tegen uitverkoop publieke landbouwgrond

Ze willen dat overheden stoppen met de uitverkoop van hun landbouwgronden en eisen maatregelen tegen grote investeerders.
Katoen Natie actie
2 REACTIES
jan de corte03-12-2021 20:31:45
Door de gemeenten te laten beslissen, wordt veel mogelijk. Ons kent ons. Genoeg gezien.
Grietje Dewaele04-12-2021 08:51:13
Tja, zoals altijd “Voor wie geld heeft, is niets onmogelijk.”Helaas ken ik hier geen Latijnse vertaling voor.