Varkenssector zwemt in subsidies van Vlaamse overheid

Annick Hus
varkenssector
Volgens de jongste cijfers telt Vlaanderen 5,7 miljoen varkens. Van een daling is nauwelijks sprake. (© Kameron Kincade (Unsplash))
Vleeshonger in lobbyland

De Europese Unie  lanceerde vorig jaar de farm-to-forkstrategie om onze landbouw duurzamer te maken. Die strategie moet ervoor zorgen dat de vleesproductie en -consumptie in de lidstaten dalen, om de impact op onze gezondheid en het milieu te beperken. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. In een driedelige reeks analyseert Annick Hus de (Vlaamse) vleeslobby.

Sinds jaar en dag is CD&V de partij van de boeren. Hoewel ze van juli 2004 tot oktober 2019 alle ministers van Leefmilieu en Natuur(behoud), Omgeving en Natuur en Landbouw leverde, slaagde de partij er niet in om landbouwers optimaal te beschermen tegen wat ze vandaag door het stikstofakkoord op hun bord krijgen.

Nochtans waren er de afgelopen decennia tal van initiatieven om vooral varkensboeren een handje te helpen, efficiënter te produceren of indien nodig hen te begeleiden naar de uitgang. Het stikstofakkoord legt de vinger op een etterende wonde die maar niet lijkt te helen.

De stikstofproblematiek is geen recent fenomeen. Rond de eeuwwisseling reguleerde het mestactieplan het gebruik van meststoffen in Vlaanderen. Toenmalig minister van Landbouw Vera Dua (Groen) deed de eerste stappen om varkensboeren uit te kopen. “Voor het eerst rezen er vanuit de publieke opinie vragen over ons voedselsysteem en over de landbouw die toen ook al in zwaar weer verkeerde”, zegt Dua, ook gewezen voorzitter van Bond Beter Leefmilieu.

In 1999 was het de eerste keer dat CD&V niet de minister van Landbouw leverde, een gevolg van de dioxinecrisis. “Ook toen al was er discussie over familiale landbouwbedrijven en integratie. De beste uitweg voor de vele bedrijven die over de kop dreigden te gaan, was de gouden handdruk. Dat resulteerde in een eerste afbouw van de veestapel.”

Inkrimping veestapel

Tijdens haar ambtstermijn (1999-2003) slaagde Dua erin om de veestapel te doen krimpen. Door een sanering met financiële compensatie hielden in drie jaar tijd 1.020 varkensboeren het voor bekeken. De Vlaamse varkensstapel daalde van 7,4 miljoen varkens in 1999 naar 6,4 miljoen in 2002.

Sanering is anno 2022 opnieuw aan de orde. West-Vlaamse boeren hebben daar oor naar. De provincie telt het grootste aantal varkens per hectare. Sinds 2007 gaat het aantal varkenshouders er in dalende lijn. Dat is niet het geval met het aantal varkens: het gemiddelde per bedrijf steeg van 967 in 2007 tot 1.514 in 2017. Dat is meer dan 50%. “Wat de veesector in Vlaanderen zo dramatisch maakt, is dat de sector ervoor gekozen heeft om te werken binnen het industriële systeem”, stelt Dua.

In West-Vlaanderen steeg het gemiddelde aantal varkens per bedrijf tussen 2007 en 2017 met meer dan 50%

Kris Peeters, van 2009 tot 2014 minister van Landbouw, had oren naar de noden van de varkenssector. In 2011 lanceerde hij het Vlaams Actieplan voor de varkenshouderij, dat de sector tegen 2020 moest verduurzamen. Peeters wilde daarmee het marktaandeel van de varkensboeren vergroten en herverdelen.

De neerwaartse trend tot 2002 verliep de daaropvolgende jaren minder vlot. In 2019 telde Vlaanderen ongeveer 5,7 miljoen varkens. Dat is slechts een lichte daling tegenover 2005. Vooral de veevoederbedrijven deden het goed tijdens het voorbije decennium. Zo realiseerde Arvesta  in 2018 een jaaromzet van zo’n 1,4 miljard euro. De Belgische bedrijvengroep die voorheen onder de naam Aveve opereerde, is marktleider in het leveren van goederen en diensten, waaronder veevoer. Arvesta is een onderdeel van Boerenbond.

Nieuw crisisplan

Ook de financiële poot van de Boerenbond doet het vrij goed. In 2020 wist de Maatschappij voor Roerend Bezit van de Boerenbond (MRBB), die behoorlijk wat aandelen heeft in de agrovoedingsketen waaronder de veevoederindustrie, 281 miljoen euro winst te maken.

Veevoederbedrijvengroep Arvesta en Boerenbond boeken gigantische financiële winsten

Boerenbond stelt alles in het werk om de noodlijdende varkenssector te redden. Begin februari trok de organisatie samen met Algemeen Boerensyndicaat naar de commissie Landbouw in het Vlaams Parlement. Volgens hen zijn er verschillende externe oorzaken die de crisis in de varkenssector kunnen verklaren: de Afrikaanse varkenspest die de export van varkensvlees nog steeds bemoeilijkt, de coronacrisis die de varkensprijzen onderuit haalde en de historisch hoge veevoederprijzen. Volgens beide organisaties is het aan de Vlaamse overheid om de financiële middelen vrij te maken om de problemen in de sector weg te werken.

Die overheid leverde op initiatief van ex-minister van Landbouw Hilde Crevits (CD&V) al heel wat inspanningen. Eind vorig jaar maakte de Vlaamse regering 16 miljoen euro vrij om de noodlijdende sector bij te springen. Belpork, de vzw die Belgisch varkensvlees nastreeft met kwaliteitssystemen en integraal ketenbeheer, kreeg 6 miljoen euro toegestopt.

De Vlaamse overheid pompt miljoenen euro's in de vervuilende varkenssector

Het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), een extern verzelfstandigd agentschap van het beleidsdomein landbouw en visserij van de Vlaamse overheid, kan in 2022 rekenen op 750.000 euro extra subsidie om de varkenssector te promoten. Ook op federaal niveau kan de sector, die officieel in crisis verkeert, rekenen op tegemoetkomingen, zoals vrijstelling of verlaging van de sociale bijdragen en uitstel van betaling.

Intensieve veehouderij

Naast overheidssteun kunnen varkenshouders ook terecht bij het Vlaams landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Het overgrote deel van die steun gaat naar de bouw en de verbetering van bedrijfsgebouwen en wordt opgeslorpt door de intensieve veehouderij. In 2019 spendeerde het fonds 8.109.318 euro of 24,25% van de totale uitgaven aan de intensieve veehouderij. In 2021 was dat 13.468.177 euro (29,03%).

Ondanks de miljoenen euro’s die de Vlaamse overheid in de varkenssector en de vee-industrie pompt, blijft de sector verlieslatend en blijft het moeilijk om veehouders te overtuigen om hun veestapel af te bouwen. Voorlopig zoeken ze heil in technologie om de impact op het klimaat te verkleinen. Dat stelt Herman Lelieveldt, docent chair food governance aan University College Roosevelt In het Nederlandse Middelburg.

“De afgelopen decennia is de boerenstiel een technische aangelegenheid geworden. Ook nu proberen veel landbouwers oplossingen te vinden bij technische toepassingen. Denk aan luchtwassers om de lucht in varkensstallen te zuiveren of aan speciale voedingssupplementen voor runderen die de methaanuitstoot moeten verminderen.”

Boeren zoeken heil in technologie om de impact op het klimaat eindelijk te verkleinen

“Zolang de prijzen goed zijn, willen ze op de vrije markt opereren. Maar als de inkomsten tegenvallen, dan moet de overheid bijspringen. Ontzettend veel geld kan beter besteed worden, bijvoorbeeld aan kringlooplandbouw. Op dit moment is het waanzinnig hoeveel varkens je moet houden om een gezin te onderhouden.”

Gepolariseerd thema

Ook in Nederland is heel wat te doen rond stikstof en de afbouw van de veestapel. Met de aandacht voor de klimaatdoelstellingen komt de landbouw steeds meer in het vizier, waardoor het thema gepolariseerd raakt. “Zo zijn er drie conservatieve partijen die de stikstofcijfers nog steeds in twijfel trekken. Het Christen-Democratisch Appèl, de Staatkundig Gereformeerde Partij en de BoerBurgerBeweging zeggen dat het niet klopt dat de landbouw zoveel schadelijke stoffen uitstoot.”

“In Vlaanderen voelen boeren zich onvoldoende vertegenwoordigd door de christendemocraten. Slecht nieuws over de sector wordt zoveel mogelijk onder de mat geveegd, terwijl veel ondernemingen rijk worden van de landbouw: voeder- en vleesverwerkende bedrijven en banken.”

“Op dit moment gaat 80% van de vleesproductie in Nederland tegen dumpprijzen naar het buitenland. De enige oplossing is de inkrimping van de veestapel. We moeten de overstap maken van massaproductie naar niche, om af te geraken van deze enorm vervuilende industrie, die te veel vraagt van de natuur. Dan heb ik het zowel over soja uit Brazilië als input, de mestoverschotten en te veel ammoniak als output en het transport van al dat vlees naar binnen- en buitenland.”

Toch vraagt Lelieveldt ook enig begrip voor de boeren. “De boerenstiel zit bij veel mensen in de genen. Net daarom is het voor hen zo moeilijk om hun bedrijf te moeten sluiten. Omschakelen is niet zo evident als je al jaar en dag bulk produceert. Daarom blijven ze inzetten op technologie, om op een kapitaalintensieve manier tot oplossingen te komen. Alleen hebben we agro-ecologische oplossingen nodig.”

Dit onderzoeksartikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.
LEES OOK
Annick Hus / 27-07-2022

Vlaanderen blijft geld pompen in promotie van vlees

Binnen de Europese voedselstrategie moeten vleesproductie en -consumptie nochtans naar omlaag.
boerenbond lode ceyssens nieuwe voorzitter
Annick Hus / 30-05-2022

Landbouwsector misbruikt oorlog in Oekraïne om afbouw veestapel te blokkeren

Lobbygroep Copa-Cogeca probeert de Europese farm-to-forkstrategie op de lange baan te schuiven.
veestapel