Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Winst- en andere motieven

Koen Smets
eldery people
Bij gebrek aan een extrinsiek winstmotief is er geen risico dat winst de bovenhand haalt over de kwaliteit van de zorg. (Province of British Columbia (Flickr CC BY NC ND 2.0))

Sommige mensen hebben geen hoge pet op van winst. Het idee roept beelden op van mannen met een hoge hoed, die bankbiljetten binnenrijven. In het Verenigd Koninkrijk kan het concept onmogelijk meer verontwaardiging veroorzaken dan wanneer het in verband wordt gebracht met de NHS, de nationale gezondheidsdienst – een instituut dat bijna net zo heilig is als de Anglicaanse kerk. Wanneer gezondheids- of sociale zorg wordt verstrekt door organisaties die winst moeten maken, dan is het immers onvermijdelijk dat afwegingen tussen winst en kwaliteit aan de orde zijn. Hebben zij die zich verzetten tegen commercialisering en privatisering een punt? Moet zorg uit de handen van op winst beluste kapitalisten worden gehouden?

Nood aan een motief

Bijna niemand kan volledig in zijn of haar noden voorzien zonder de hulp van anderen. We kunnen onmogelijk al het voedsel kweken dat we nodig hebben, onze eigen kleren, beschutting en werktuigen maken vanaf nul, laat staan onszelf vermaken of genezen. Wat motiveert anderen dan om dat voor ons te doen? In The Wealth of Nations stelt Adam Smith, door velen beschouwd als de vader van de moderne economie, het aldus: “We verwachten onze maaltijd niet van de barmhartigheid van de slager, de brouwer of de bakker, maar van hun aandacht voor hun eigenbelang. We richten ons niet tot hun medemenselijkheid maar tot hun eigenliefde, en hebben het met hen niet over onze noden, maar over hun voordelen.”

Volgens Smith doen anderen iets voor ons (en dus ook wij voor anderen) uit eigenbelang. Er zit iets in voor ons. Dat kan het geld zijn dat wordt verkregen door de verkoop van vlees, bier of brood, maar er zijn ook andere, niet materiële voorbeelden van eigenbelang die ons aanzetten tot een dienst voor iemand anders. Zo kunnen we collega’s op het werk helpen om een goede reputatie of status op te bouwen; we bewijzen een dienst aan een vriendin omdat dit de sociale band van wederkerigheid verstevigt; we coachen de juniorenvoetbalploeg, omdat dit ons, direct of indirect, plezier verschaft.  Zelfs wanneer er een materieel, extrinsiek motief zoals geld is, dan is er ook vaak een intrinsiek motief. Niet al wat slagers, brouwers en bakkers doe,  levert hen direct extra winst op. Hun extra inspanning kan net zo goed geïnspireerd zijn door de wens goed werk te leveren, waarop ze trots mogen zijn.

greedy capitalist
Is dit waar je aan denkt bij het begrip winstmotief? (DALL·E)

Maar wanneer het over zorg gaat, lijkt het winstmotief ongepast. Misschien is dit voor een deel omdat het al eeuwenlang vooral binnen het kader van het gezin plaatsvindt (moeder en vader zorgen voor hun kroost, of kinderen zorgen voor hun bejaarde ouders). Hier is het enige motief intrinsiek: we doen het omdat het juist aanvoelt.

Winst voor jou is verlies voor mij

Toch zijn weinigen, ondanks hun bezwaren tegen de rol van geld in de zorg, gekant tegen het betalen van individuele mensen die gezondheids- of sociale zorg verstrekken, of die zieken en gewonden behandelen. We verwachten niet dat dokters, verpleegkundigen en thuishulpverstrekkers gratis werken – integendeel, velen vinden dat ze niet voldoende verdienen. Maar wanneer een privézorgfirma winst maakt, dan wordt dat door sommigen gezien als geld voor niets (het komt immers bovenop de wedde van het personeel dat de zorg verstrekt), dat direct in de zakken van de eigenaars terechtkomt. Als die dienst werd geleverd door de staat, dan zou er geen winst zijn, en zou hij dus goedkoper zijn. Dit perspectief ziet echter over het hoofd dat die winst in feite het rendement is op het kapitaal dat aandeelhouders investeerden om de dienstverstrekking mogelijk te maken. De staat heeft dat kapitaal natuurlijk ook nodig, en daar komt het dan ofwel uit belastingen, ofwel uit leningen (waarop interest moet worden betaald… uit belastingen). Zorg die door de staat wordt verstrekt, lijkt misschien goedkoper, maar dat is omdat een deel wordt gefinancierd via belastingen. Deze optie hebben privébedrijven niet, en die moeten dus kapitaal aantrekken van investeerders, die dan een rendement verwachten op hun investering.

Meer nog dan dit vertekende beeld van winst, heeft ook de wellicht belangrijkste reden waarom mensen afkerig zijn van bedrijven met een winstoogmerk in de zorg zijn wortels in nul-som-denken. Het winstmotief zou betekenen dat, bij elke afweging, het verhogen van de winst primeert over de kwaliteit van de zorg. Het bestaan van goederen en diensten van hoge kwaliteit geleverd door privéfirma’s in andere sectoren suggereert echter dat dit niet onvermijdelijk zo is. Is de zorg dan een uitzondering, en waarom? En zou zorgverstrekking door de openbare sector (of in afwezigheid van een winstmotief) de beste kwaliteit verzekeren?

Onvermijdelijke afwegingen

Afwegingen zijn niet te vermijden wanneer de middelen schaars zijn, en strikt genomen moeten bedrijven inderdaad afwegingen maken tussen geld uitgeven om de kwaliteit van hun goederen of diensten te verbeteren, en het geld houden als winst om het te verdelen onder de aandeelhouders. Waarom zouden ze dan voor het eerste kiezen? Adam Smith geeft ons het antwoord: omdat het in hun eigenbelang is. Ze kunnen immers enkel winst maken wanneer klanten hun producten of diensten kopen. Als geld uitgeven en investeren de lange-termijn inkomensstroom van tevreden klanten verstevigt, dan is het dat waard, zelfs als dat lagere winst betekent op de korte termijn. Klanten waarderen degelijke kwaliteit tegen een redelijke prijs, en keren terug wanneer dat is wat ze krijgen. Het is misschien wat moeilijker om, naast het extrinsieke winstmotief ook intrinsieke motieven te zien voor een firma, maar je treft er misschien wel een cultuur die de nadruk legt op klantentevredenheid, en die medewerkers en leidinggevenden aanmoedigt hiermee rekening te houden in hun activiteiten en beslissingen. Dat is echter enkel relevant wanneer het bedrijf winstgevend is, natuurlijk.

coiffeur
Makkelijker te veranderen van kapper dan van woonzorgcentrum. (Casas Rodriguez collection (Flickr CC BY NC ND 2.0))

De basisprincipes zijn niet anders in de zorgsector dan bij een koekjesfabriek of een keten van kapsalons, maar praktisch zijn er wel verschillen. Je kunt bijvoorbeeld moeiteloos overstappen naar een ander merk van koekjes, of naar een andere kapper gaan, maar met zorg, en vooral met bejaardenzorg, is dat niet zo simpel. Patiënten en bewoners hebben typisch niet dezelfde macht om op staande voet een andere leverancier te kiezen als een consument die koekjes koopt of een nieuw kapsel wil. In veel gevallen zijn ze zelfs niet eens de betalende klant: het zijn verzekeringsmaatschappijen of de staat die de dienst aankopen. Dit bemoeilijkt de zaken, en de prikkel om de juiste afwegingen te maken voor patiënten en bewoners is niet zo sterk als wanneer klanten makkelijk en vrijelijk een andere leverancier kunnen kiezen, als hun huidige niet deugt. Zonder robuust toezicht zouden zorgverstrekkers zonder al te veel scrupules wel eens weg kunnen komen met minderwaardige diensten, terwijl ze er wel het laatste druppeltje winst uitpersen.

Individuele medewerkers moeten overigens ook afwegingen maken – niet zozeer met geld en winst, maar met hun tijd, inspanning, aandacht en toewijding. Het is hun intrinsieke motivatie om het goed te doen voor de mensen voor wie ze zorgen, die een tegengewicht vormt voor de inherente neiging om (te) zuinig te zijn met schaarse middelen als tijd en inspanning. En wellicht zijn de keuzes die deze eerstelijnszorgverstrekkers vele keren per dag maken bepalend voor de kwaliteit van de zorg – meer nog dan de keuzes van de leidinggevenden.

Wie doet het beter?

Zou openbare zorgverstrekking beter zijn? Wanneer er geen extrinsiek winstmotief is, is er uiteraard ook geen risico dat winst de bovenhand heeft over de kwaliteit van de zorg. Maar er is dan ook geen prikkel om zorg van hoge kwaliteit te leveren, en dus om te investeren in geschikte voorzieningen, om procedures up-to-date te houden, personeel op te leiden en zo meer, om zo klanten aan te trekken en te behouden. Wanneer we zelf voor onze naaste familie zorgen, doen we dat weliswaar uitsluitend omwille van intrinsieke motieven, maar zou dit automatisch ook het geval zijn voor medewerkers en leidinggevenden in openbare zorginstellingen? Zou men daar vanzelf personeel aantrekken dat sterker intrinsiek is gemotiveerd om goede zorg te verlenen? Zijn werknemers in openbare dienst meer toegewijd dan hun collega’s in de privésector? Dat is niet zo zeker. (Een studie door Paulo Monte, een econoom aan de Braziliaanse universiteit van Paraiba, suggereert dat personeel in de openbare sector minder onbetaalde overuren presteert, en vaker afwezig is dan in de privésector.)

Eigenbelang is een fenomenale kracht, die levende organismen al miljarden jarenlang aanscherpen. Het kan een even fenomenale kracht zijn om goede dienstverlening aan anderen te motiveren, vooral wanneer ze wordt gecombineerd met intrinsieke motivatie. Maar daarvoor zijn de juiste omstandigheden nodig, die verhinderen dat het verwordt tot hebzucht – bijvoorbeeld een competitieve markt waarin klanten leveranciers scherp houden, en zich kunnen afkeren van diegenen die minderwaardig presteren. Als de werkelijke klanten van de zorgverstrekkers (de verzekeraars en de staat) op deze manier kunnen werken, dan kan het winstmotief in hun voordeel werken, en de beste zorg opleveren. 

Dit stuk is geïnspireerd door een recente Twitterdiscussie.

LEES OOK
Dries Goedertier / 10-05-2021

Privatiseringsdecreet: zorg als vastgoedinvestering

Net op het ogenblik dat het zorgpersoneel op zijn tandvlees zit, wil de Vlaamse Regering de rode loper uitrollen voor de privatisering van de openbare woonzorgcentra en sociale…
pexels-matthias-zomer-339620
Tom Cochez / 31-03-2021

Hoopgevende vooruitzichten voor mei

Omdat de vaccinatie van de grootste groep risicopatiënten het zorgsysteem ontlast, kan er over een maand wellicht echt versoepeld worden.
tunnel-336693_1280
Thomas Falk / 02-11-2020

Beleidsfalen is symptoom van systeemfouten pre-corona

België is het zwaarst getroffen land in Europa. Hoe kon het zover komen? Daarvoor moeten we kijken naar de systeemfouten die er al waren pre-corona.
POLITICS CONSULTATION COMMITTEE
1 REACTIE
Grietje Dewaele04-10-2022 18:58:38
Ik heb voor mezelf al lang uitgemaakt om nooit vrijwilligerswerk te doen in private zorginstellingen. Vrijwilligers zorgen mee voor de kwaliteit van de instelling, maar gratis of bijna gratis werken om de winst op te krikken voor de aandeelhouders? Dacht het niet.