Ondersteuning gastgezinnen cruciaal bij opvang Oekraïense vluchtelingen

Ellen Debackere
Oekraïense vluchtelingen in het transitcentrum in Sint-Lambrechts-Woluwe.
Oekraïense vluchtelingen in het transitcentrum in Sint-Lambrechts-Woluwe. (© Ivan Put (ID/ Photo Agency))

Dit artikel is enkel vandaag gratis te lezen.

Wil je graag toegang tot al onze artikels? Ontdek Apache nu een maand lang voor slechts 1 euro.

“Een man van rond de 50 jaar en een klein hondje zoeken dringend opvang”, klinkt het aan de andere kant van de lijn. Piet Bevernaege (57) uit Oostakker, deelgemeente van Gent, twijfelt even. Een man zien Bevernaege, zijn vriendin en zijn 23-jarige zoon niet meteen zitten. “Wij hadden ons op de lijst laten zetten omdat de mannen daar moesten vechten. Omdat – hoe genuanceerd het verhaal ook is – de Oekraïners daar in zekere zin ook wel onze klodderen aan het oplossen zijn. Bovendien hebben wij twee honden die hun territorium nogal goed beschermen.”

Gastheer Piet Bevernaege: 'We hebben onze eigen maatschappij vanuit een andere invalshoek leren kennen. Het was ook voor ons een experiment'

Een paar dagen later rinkelt de telefoon opnieuw. “Of we een 50-jarige man met hondje willen opvangen”, vertelt Bevernaege. “Ik zeg: je hebt me al gebeld. Maar het is goed, ik zal hem even bellen. Ik bleek uiteindelijk een 50-jarige vrouw met hondje aan de lijn te krijgen. Daar liep de communicatie van de stad dus al voor het eerst mis.” 

Half april arriveert de 50-jarige Oekraïense vrouwelijke vluchteling mét hondje in het gezin van Bevernaege. “Mijn zoon gaf zijn badkamer en slaapkamer zonder morren af. Het hondje is altijd op haar kamer gebleven. Vanaf dan lag alles in onze handen. De mutualiteit in orde brengen, een bankrekening laten openen en noem maar op: alles hebben we zelf gedaan, de stad Gent heeft ons zo goed als nergens bij geholpen.”

Hoewel Bevernaege geen spijt heeft van de opvang bekritiseert hij het gebrek aan omkadering. “We zouden het opnieuw doen, maar niet meer dan een keer. We hebben er zelf veel uit geleerd. Door te moeten zoeken naar allerlei zaken, zoals een huisje van het OCMW, hebben wij onze eigen maatschappij vanuit een andere invalshoek leren kennen. Het was ook voor ons een experiment.”

Nooit kandidaat gesteld

Onderzoekers van het Onderzoekscentrum Sociaal Werk en het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van de Odisee Hogeschool bevroegen meer dan 650 gastgezinnen over hun ervaring. Maar liefst 83,5% omschrijft de ervaring met het opvangen van Oekraïense vluchtelingen als ‘eerder positief’ tot ‘zeer positief’. Bijna 90% organiseerde de opvang in de eigen woning en iets meer dan 10% deed dat in een tweede verblijf of leegstaand huis. Volgens de enquête zou een op de drie dit jaar nog nieuwe Oekraïense vluchtelingen opvangen indien nodig.

Bijna 90% organiseerde de opvang in de eigen woning en iets meer dan 10% deed dat in een tweede verblijf of leegstaand huis

Toch bevat het Odisee-rapport een aantal lessen voor de toekomst. "Wat heel duidelijk naar voren komt, is het belang van steun", zegt Mieke Schrooten, promotor van het onderzoek.  Het is cruciaal dat de gemeente of het OCMW de opvanggezinnen ondersteuning biedt, anders haken ze af. Het gaat hierbij niet alleen om financiële of materiële steun, maar ook om ondersteuning bij het leveren van informatie of het correct kunnen doorverwijzen of helpen wanneer iets fout loopt.

“Twee derde van de gezinnen geeft aan steun te krijgen van de gemeente of het OCMW. Wie door hen ondersteund wordt, is in het algemeen positiever over de ervaring met opvang. Een aantal mensen dat geen steun kreeg, was zeer kritisch over dit gebrek aan omkadering.”

Maar de ene gemeente is de andere niet. Dat er lokaal heel verschillend wordt omgegaan met de steun aan gastgezinnen bewijzen C.F.* (67) en haar 72-jarige echtgenoot uit Anzegem. “Wij hadden ons eigenlijk nooit kandidaat gesteld”, vertelt ze. “Maar we kennen de burgemeester goed. Hij vertelde ons dat Anzegem ingeschreven was om een aantal Oekraïense vluchtelingen op te vangen. Op een dag kregen we telefoon. Of we geen vluchtelingen konden opvangen. We wisten niet goed wat zeggen, dus hebben we maar gezegd dat ze mochten komen.”

Zo gebeurde het dat op Goede Vrijdag een 48-jarige Oekraïense moeder met haar twintig jaar jongere dochter zich installeerden in het huis van C.F. en haar man in het West-Vlaamse heuvelland. En daar vandaag nog steeds zijn. “Wij hebben vier slaapkamers waarvan we er twee hebben afgestaan. Ook de badkamer boven hebben we afgestaan met als gevolg dat mijn man en ik onze tanden poetsen in de gootsteen. Dat is altijd goed verlopen, we vonden het belangrijk om elkaars privacy te bewaren.”

“Maar nu begint het stilaan lastiger te worden. Het contact met de moeder is niet zo goed. Ze is niet zo open, maar volgens de vertaler die hier af en toe over de vloer kwam, is dat een typische eigenschap van mensen uit Oekraïne. Met de gemeente hebben we wel altijd een goede relatie gehad, we kregen meteen respons wanneer we iets vroegen. Wel moet gezegd dat we niet veel gevraagd hebben, we hebben veel zelf gedaan. Vandaag richten we ons tot het sociaal huis in onze gemeente om ons te helpen een andere plek voor hen te zoeken en hen een duwtje in de rug te geven. Want zelf zoeken onze gasten niet: ze blijven liever hier.”

Financiële bijdrage

Hoe gemeenten hun gastgezinnen begeleiden in het vragen van een financiële bijdrage verschilt ook van plek tot plek. Omdat vluchtelingen uit Oekraïne hier bescherming krijgen waardoor ze recht hebben op een leefloon of mogen gaan werken, wordt gastgezinnen geadviseerd een minimale bijdrage of vergoeding te vragen zodra alles administratief in orde is. Maar uit schroom doen niet alle gastgezinnen dat.

Lokaal wordt heel verschillend omgegaan met de steun aan gastgezinnen

Uit de cijfers van het Odisee-onderzoek blijkt dat zowat de helft van de gastgezinnen een financiële vergoeding ontving voor het huisvesten van de vluchtelingen. “Deze vergoeding kwam doorgaans van het OCMW of van de vluchtelingen zelf”, zegt Mieke Schrooten. “Bij mensen met een tweede woning vroegen de eigenaars soms aan de gemeente om niet langer belasting te moeten betalen voor die tweede woonst, maar gemeenten reageerden hier heel verschillend op.”

Waar de ene gemeente proactief inspeelde op de financiële bijdrage lieten andere gemeenten de kwestie volledig over aan de gastgezinnen zelf. Zo regelde Piet Bevernaege de bijdrage zelf. “Zij gaf ons 200 euro per maand, ik had er geen probleem mee om dat te vragen. De man van de stad had me verteld dat onze gaste recht had op zo’n 1.100 euro per maand en met die uitkering hield ze meer over dan met haar loon in Oekraïne. Ik heb ervoor gezorgd dat haar uitkering administratief in orde raakte.”

Bij Wendy Verachtert (47) uit Lommel werd de bijdrage dan weer automatisch verrekend. Samen met haar man en drie kinderen van 23, 20 en 18 jaar besloot ze om vanaf eind april een Oekraïense moeder met haar 14-jarige dochter opvang te bieden. “Via de stad Lommel werd vrij snel beslist om een bijdrage te vragen voor de kamer die ze kregen. Dat werd automatisch via het leefloon verrekend. Daar was ik blij om, want het is moeilijk om te berekenen. Want of je nu voor zeven mensen kookt of voor negen, dat maakt niet zoveel meer uit.”

Vluchtelingen die op ons lijken

Maar steun is niet de enige factor die al dan niet leidt tot een positieve ervaring. Volgens de Odisee-studie is herkenbaarheid een van de doorslaggevende elementen voor het succes van privéopvang. Gastgezinnen die op de vluchteling lijken, zijn vaker positief. Dat speelde sterk mee bij Wendy Verachtert, die de ervaring als heel positief beschouwde. “We hebben gedurende drie maanden met twee extra mensen geleefd, maar dat gebeurde in harmonie. Ik kan eigenlijk niet zeggen dat er strubbelingen waren. Iedereen begreep elkaar hoewel er veel moest vertaald worden via Google. Het leek wel alsof ik mijn Oekraïense ik gevonden had.”

Mieke Schrooten (Odisee): 'We vragen in onze aanbevelingen dat een gezin met heel jonge kinderen niet plots pubers met een heel ander ritme in huis krijgt'

Wanneer gasten en hun gastfamilie minder op elkaar lijken, loopt de relatie niet altijd even rimpelloos. “In het begin verliep het wel goed”, geeft C.F. toe. “Maar de jongste tijd zijn er veel discussies in de keuken. Mijn gast wil sinds een maand extreem diëten en als ik dan een opmerking geef over het feit dat het niet gezond is, word ik meteen van antwoord gediend dat ze wel weet waarmee ze bezig is.” 

“In onze aanbevelingen nemen we mee dat niet enkel voldoende omkadering nodig is, maar vragen we ook om meer matching dan nu gebeurd is”, zegt Schrooten. “We vragen dat er wordt gekeken of samenleven zou werken en dat bijvoorbeeld een gezin met heel jonge kinderen niet plots pubers met een heel ander ritme in huis krijgt. We zien dat sommige gemeenten al meerdere aspecten in rekening brachten, maar andere dat dan weer niet deden.”

Bedankt en dag

Tot slot was duidelijke afspraken maken en die naleven ook een belangrijke factor om het samenleven te bevorderen. “Dat was niet zo makkelijk in ons geval”, zegt  Bevernaege. “Zo hadden we aan onze gast laten weten dat we om 18 uur zouden eten. Om 18 uur krijgen we dan een berichtje dat ze er niet bij zal zijn. Ook vroeg ik om binnenshuis geen schoenen te dragen. Toen ze dat toch bleef doen, heb ik haar gewaarschuwd dat ze de volgende keer mocht vertrekken. Daarna heeft ze het niet meer gedaan.”

“Ook wij hebben afspraken moeten maken omdat het na verloop van tijd begint te storen dat je zelf een hele dag uit werken bent en nog moet koken”, vertelt Katrien Schoolmeester (47) uit Sint-Gillis-Waas. Met haar vierkoppige gezin ontving zij een Oekraïens koppeltje – zij 27 jaar oud, haar vriend 26 en van Palestijnse komaf.  

“Zij kwamen aan tafel, aten en zeiden dan thank you en bye bye. Dat hebben we dan toch eens besproken en sindsdien hebben ze altijd mee helpen afruimen. Het was op zich een heel positieve ervaring, maar het bracht toch veel werk met zich mee. Je brengt niet enkel de administratie in orde, maar je vergezelt hen ook naar de tandarts of andere plekken waar ze voordien nog niet geweest zijn.”

Gemakkelijkheidsoplossing

Hoewel de respondenten aangeven dat de impact op hun leven groot was - of nog steeds is - , zou een op de drie dit jaar nog nieuwe Oekraïense vluchtelingen opvangen indien nodig. Dat doen ze liever met steun van de gemeente, want maar liefst 94% van de gezinnen die steun hadden gekregen van de gemeente ervoer de opvang als positief.

Nathalie Debast (VVSG): 'Gastgezinnen wensten van bij de start duidelijke info, maar die was er vaak niet'

“Bij ons was de opvolging pover”, zegt Schoolmeester. “De eerste maand verliep het nog goed, maar nadien kregen we geen steun meer. Wij hadden graag dat onze gasten na verloop van tijd in een eigen huurhuis zouden trekken. Ik heb me op een bepaald moment kwaad gemaakt bij de gemeente. We mochten komen voor hulp, maar ze zeiden dat ze geen oplossing voor ons hadden. Dat is wel heel makkelijk.”

“Uiteindelijk hebben we zelf iets gezocht, want op het OCMW konden we niet rekenen. Toevallig stond er bij ons in de straat een huisje te huur. De eigenaar bleek iemand te zijn die ik goed ken. Ik heb meteen gebeld en hij stond ervoor open. Hij heeft zelfs nog 200 euro van zijn huurprijs gedaan om die mensen te steunen.”

“Ik vond het ook vreemd dat de stad me nooit contacteerde om eens te horen hoe het ging”, zegt Piet Bevernaege. “In het begin maakten ze veel lawaai in de krant over de steun aan gastgezinnen, maar nadien hebben we daar nog weinig over gehoord. Uiteindelijk was het een gemakkelijkheidsoplossing van de overheid.”

De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) laat weten dat de opvang via gastgezinnen een noodzakelijke, maar ook onbekende maatregel was. “Het is voor gastgezinnen maar ook voor de lokale besturen enorm zoeken geweest in het begin”, zegt woordvoerder Nathalie Debast. “Dat zal zeker meespelen bij die gastgezinnen die van bij de start duidelijke info wensten: die was er vaak niet.”

“De regelgeving en de organisatie van verschillende diensten zijn ook pas gebeurd lang nadat de oproep voor opvang in gastgezinnen er was. En wat betreft vervangende huisvesting zijn er heel vaak te weinig mogelijkheden. Wij hebben zelf bij de Vlaamse overheid meermaals gepleit voor meer mogelijkheden op het vlak van huisvesting, zeker voor de gastgezinnen die na hun engagement van drie maanden kwamen aankloppen bij de gemeente met de vraag om de mensen te herhuisvesten. Ook beperkte personeelscapaciteit speelt zeker mee in het aanbod dat gemeenten konden doen naar gastgezinnen.”

*Volledige naam bekend bij de redactie

LEES OOK
Janine Meijer / 22-03-2024

Onzekere toekomst voor zes miljoen Oekraïense vluchtelingen

Oekraïense vluchtelingen krijgen tot maart 2025 bescherming in Europa. Maar wat daarna?
Twee kinderen wandelen met een voetbal door het nooddorp voor vluchtelingen op Linkeroever.
Esmeralda Borgo / 21-04-2022

Russische vrijwilligers springen in de bres voor Oekraïense vluchtelingen

Wij gingen op bezoek bij een Russisch koppel in Antwerpen dat een Oekraïens gezin opvangt.
Russen helpen Oekraïense vluchtelingen
Frank Olbrechts, Salsabil Fayed / 10-03-2022

Vluchtelingen opvangen verdraagt geen cynisme

Vluchtelingenwerkers hopen dat België zich gastvrijer opstelt voor álle mensen op de vlucht.
opvang vluchtelingen oekraïne