Vlaamse voedselstrategie met gerede twijfels van start

Steven Vanden Bussche
Extensieve veeteelt in de Duinbossen van De Haan
De Vlaamse voedselstrategie moet een basis vormen voor een voedselsysteem 'dat zowel de draagkracht van de planeet respecteert als sociaal rechtvaardig is'. (© Steven Vanden Bussche)

Het Vlaamse voedselsysteem staat onder druk. Ondanks alle subsidieregelingen raken landbouwers moeilijk aan een leefbaar inkomen, terwijl het door hen geproduceerde voedsel de wereld rondgaat.

Het gros van de landbouwproductie komt ook met een grote ecologische kost. Omdat de waterkwaliteit er maar niet op vooruit gaat, is een zevende mestactieplan nodig. En om de biodiversiteit te behouden is dan weer een waterdicht stikstofplan nodig.

Veilig, gezond, kwaliteitsvol en duurzaam geteeld voedsel zou ook in Vlaanderen vanzelfsprekend moeten kunnen zijn. De Vlaamse voedselstrategie Go4Food moet een basis vormen om aan een beter voedselsysteem te werken “dat zowel de draagkracht van de planeet respecteert als sociaal rechtvaardig is”, klonk het op de voorstelling in Roeselare.

Minister van Landbouw Jo Brouns (CD&V) riep bij de voorstelling alle actoren uit het voedselsysteem op om Vlaanderen uit te bouwen “tot de regio in de wereld waar op de meest duurzame manier voedsel geproduceerd wordt”. Hoe dat moet gebeuren, is minder duidelijk.

Geen concrete doelstellingen

Bij de opmaak van het plan werden vertegenwoordigers van de agrovoedingsindustrie betrokken, net als het middenveld, academici en overheidsadministraties. Ook Bond Beter Leefmilieu (BBL) maakte deel uit van de zogenaamde voedselcoalitie.

Heleen De Smet (BBL): 'Hoe kunnen we weten of de acties effectief leiden tot waar we naartoe willen?'

Samen met Voedsel Anders, een beweging die ijvert voor agro-ecologie, en Rikolto, het vroegere Vredeseilanden, deed de BBL vorige week een oproep aan de minister om dringend actie te ondernemen. Want de Vlaamse voedselstrategie klinkt dan wel ambitieus, ze stoot in haar algemeenheden niemand voor de borst en benoemt dus ook een aantal olifanten in de kamer niet.

“Het is goed dat er een Vlaamse voedselstrategie is, maar de tekst blijft op veel onderdelen steken in vage bewoordingen waar iedereen zich kan achter scharen”, zegt beleidsmedewerker Heleen De Smet van BBL. “Het ontbreekt voornamelijk aan concrete doelstellingen. Hoe kunnen we nu weten of de acties effectief leiden tot waar we naartoe willen?”

Minister Brouns erkende bij de voorstelling dat de voedselstrategie geen bindende doelen bevat. “De Vlaamse voedselstrategie bevat werkpaden om doelstellingen te bereiken, waaraan concrete acties kunnen worden gekoppeld”, zegt hij. In een eerder persbericht omschreef Brouns het nochtans lyrischer. “Met de Vlaamse voedselstrategie is het recept geschreven en liggen de ingrediënten op tafel. Nu kan het koken beginnen.”

De grootste olifant in de kamer is volgens de milieubeweging het niet benoemen van noodzakelijke systeemveranderingen, zoals de afbouw van vleesproductie en -consumptie. “Het is een gemiste kans dat de voedselstrategie geen doelstelling op legt om minder vlees en zuivel te eten”, zegt De Smet.

In de voedselstrategie wordt voor de uitwerking vaak verwezen naar andere (bestaande) initiatieven, in dit geval naar de Vlaamse eiwitstrategie. Ook daar staan nog geen concrete doelstellingen, al zullen die in 2023 wel geformuleerd worden.

In de Green Deal Eiwitshift van het Departement Omgeving wordt "gestreefd" om onze eiwitbehoefte tegen 2030 voor 60% uit plantaardige bronnen in te vullen en voor 40% uit dierlijke bronnen. Maar dat streven is niet afdwingbaar. Anno 2022 is de verhouding bovendien net omgekeerd.  

De voedselstrategie kijkt ook nauwelijks over de landsgrenzen. Zo steunt de industriële veeteelt op de massale import van soja met een stikstofprobleem als gevolg. In een brief aan de minister vragen BBL, Rikolto en Voedsel Anders om de link met het Globale Zuiden als knellend probleem te expliciteren. “Het Vlaamse voedselpatroon wordt onvoldoende in relatie gebracht met grootschalige, op export gerichte plantages in het Globale Zuiden die lokale ecosystemen ontwrichten.”

Onderdeel Europese Green Deal

De Vlaamse voedselstrategie moet bijdragen aan de Europese Van boer tot bord-strategie, de landbouw- en voedselpoot van de Green Deal om tegen 2050 klimaatneutraal te worden.

De voedselstrategie is gebouwd rond vier pijlers: gezonde en duurzame voeding voor iedereen, voedselsystemen binnen ecologische grenzen, een veerkrachtige voedseleconomie en voedsel dat boer en burger verbindt. Daaronder zijn negentien strategische doelstellingen geformuleerd.

Wetenschappers vragen focus op transformatie

De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten uit in een recent rapport gelijkaardige bezorgdheden. De Academie roept op om te meer te focussen op transformatie en systeemverandering:

“Het komende decennium zal van cruciaal belang zijn voor de wereld en voor Vlaanderen om het transformatievermogen van het WTI-beleid (wetenschap, technologie, innovatie) te gebruiken om ecologische en sociale uitdagingen aan te pakken, zoals de klimaat- en biodiversiteitscrisis en de groeiende ongelijkheid.”

De wetenschappers merken ook op dat de belangrijke stappen naar een duurzamer voedselsysteem overgelaten worden aan een coalitie waarin 'regimespelers' dominant zijn. Ze wijzen daarbij ook op ongelijke machtsverhoudingen in de voedselsector. Zonder verder te expliciteren, doelen ze onder meer op het overwicht van de Boerenbond en bedrijven uit het agrovoedingscomplex in de totstandkoming van beleid.

“Nichespelers krijgen te weinig aandacht. Het mobiliseren van nieuwe actoren voor duurzaamheid is afhankelijk van geld van regimespelers, maar die investeren liever in kleine hoogtechnologische innovaties in plaats van in meer transformatieve veldexperimenten”, schrijft de Academie.

De wetenschappers pleiten er onder meer nog voor om meer ruimte te maken voor debat over waar het voedselsysteem naar toe moet en het afwegen van voordelen en risico’s van biotechnologie.

Samenwerken tussen landbouw en natuur

De Vlaamse voedselstrategie verwijst niet alleen vaak naar bestaande initiatieven, maar ook naar beleidsoverschrijdende programma’s. Toch is de link tussen landbouw, natuur en milieu vaak vaag geformuleerd of onbestaande, zoals met de bestaande beleidsplannen rond stikstof, mest of pesticiden.

“We wachten ook nog steeds op een doorvertaling van de voedselstrategie naar het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Pas dan krijgt die strategie echt waarde”, meent De Smet.

In het parlement klonk afgelopen week gelijkaardige kritiek. Vlaams Volksvertegenwoordiger Mieke Schauvliege (Groen) vroeg minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) op welke manier de voedselstrategie is afgestemd met het GLB, de Programmatische Aanpak Stikstof, het Mestactieplan of het pesticidenbeleid.

“De voedselstrategie is geen gedetailleerd en uitgewerkt plan van aanpak voor al deze verschillende aspecten”, antwoordde minister Demir. “De voedseldeals waarover nu en de komende maanden wordt onderhandeld, moeten net die aanpak concretiseren en in de praktijk brengen.”

Het is maar de vraag of de regering samen achter de plannen zal staan. Minister Demir werd in elk geval niet betrokken bij de opmaak van de voedselstrategie en minister Brouns overlegde evenmin met Demir vooraleer de Vlaamse vertaling van het GLB bij de Europese Commissie werd ingediend. 

“Dat is eigenlijk zeer ernstig”, reageerde Vlaams Parlementslid Schauvliege. “Opnieuw toont dit dat u en minister Brouns niet samen kunnen werken aan dossiers die betrekking hebben op landbouw, milieu en natuur.” De betrokken administratie, het Departement Omgeving, werd wel als stakeholder betrokken bij de opmaak van de voedselstrategie.

Duurzame transitie

Vlaams Parlementsleden Meyrem Almaci, Chris Steenwegen en Mieke Schauvliege dienen een resolutie in om de eiwittransitie te bevorderen en alternatieven te ondersteunen voor het houden en slachten van dieren.

“Het bestaande Vlaamse agrovoedingsmodel is over haar grenzen gegaan”, zo start de toelichting van de ecologisten. “De intensieve veehouderij en de productie en invoer van diervoeders spelen daarbij de belangrijkste rol. Recent is er vooral discussie over de stikstofuitstoot en de gevolgen voor kwetsbare natuur. Maar ook sociaaleconomisch zijn voor de boeren grenzen overschreden. Het gangbaar verdienmodel van de landbouwers en veehouders is niet meer houdbaar.”

Tegelijkertijd wordt steeds meer de vraag gesteld of het op grote schaal slachten van dieren nog ethisch te verantwoorden is. De Groenen pleiten voor oplossingen waarbij voor een andere invulling van de eiwitbehoefte gekozen wordt.

De volksvertegenwoordigers willen zich niet ten gronde uitspreken voor of tegen het verder produceren of consumeren van vlees afkomstige van geslachte dieren. Wel roepen ze de Vlaamse Regering op om de subsidies voor intensieve veeteelt te heroriënteren. Ze vragen om werk te maken van een duurzame transitie van de landbouw, waarbij rekening gehouden wordt met klimaat, leefmilieu en volksgezondheid én de rechten van dieren.

Ze vragen onder meer ook een heroriëntering van de middelen in de richting van alternatieven voor dierlijke productie. Van de directe (Europese) landbouwsteun gaat in Vlaanderen 77% naar de dierlijke productie, vooral rundveehouderij.

LEES OOK
Tijs Boelens, Jan Pille / 27-05-2021

Stad en platteland: moeit en mengelt u!

Het project '1 hectare voor Brussel' ijvert voor meer verwevenheid tussen stad en platteland om opnieuw een lokale voedselvoorziening mogelijk te maken.
De Groentelaar (Foto (c) Tim Vandewiele)