Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

In ziekte en in wantrouwen

Koen Smets
sneezing
Huisartsen voeren aan dat de meeste mensen helemaal geen arts nodig hebben om hen te vertellen dat ze best gewoon enkele dagen thuis uitzieken. (Cottonbro studio/Pexels)

Wie voor het werk naar een ander land verhuist, stoot vroeg of laat op verschillen in de standaard arbeidsvoorwaarden. Toen ik van België naar het Verenigd Koninkrijk emigreerde, kreeg ik daar al gauw mee te maken, wanneer ik de griep kreeg en niet kon komen werken. Ik belde mijn baas om hem te waarschuwen, en zei dat ik naar de dokter zou gaan zodra ik weer kon opstaan en met de auto rijden (ik was zo ziek dat ik niet kon opstaan, dus het was voor een keer beslist geen geval van man flu).

"Nog niet nodig," antwoordde hij. "Je hebt alleen een ziektebriefje nodig als je langer dan zeven kalenderdagen afwezig bent." Dat was nieuws voor mij – in België was een medisch attest essentieel, zelfs voor het kortste ziekteverzuim. Waarom zo'n groot verschil, en met welke gevolgen?

De economie van een doktersbriefje

Ik moest eerder deze week aan die tijd denken, toen het onderwerp van het ziektebriefje in het nieuws kwam in België. In november vorig jaar werd de wettelijke verplichting om een ziektebriefje in te dienen voor een enkele dag afwezigheid – onder bepaalde voorwaarden – opgeheven.

Sindsdien heeft de partij Groen een wetsvoorstel ingediend om de termijn waarvoor geen attest nodig is te verlengen tot drie dagen, en dat kreeg de steun van de huisartsenvereniging Domus Medica. Werkgeversorganisatie Unizo daarentegen herhaalde haar verzet tegen het voorstel. Een woordvoerder verklaarde: "Op dit moment is het ziektebriefje de enige maatregel tegen mogelijke fraude".

Het lijdt weinig twijfel dat het eisen van een door een arts ondertekende verklaring een ontmoedigend effect heeft op het zich oneigenlijk ziek melden: in sommige situaties is het wellicht de moeite niet waard om met een geschikte (en valse) claim naar de dokter te gaan voor een attest.

En dat is dan inderdaad economisch voordelig voor de werkgever, zelfs al verhindert het niet alle fraude. Een afwezige werknemer vermindert immers de capaciteit van een organisatie om waarde te produceren, en werkgevers zijn bovendien verplicht om zieke werknemers gedurende dertig dagen (een week voor arbeiders) hun volledige loon door te betalen.

writing the certificate
Een voorschrift voor de gemoedsrust van de wantrouwige werkgever. (Tima Miroshnichenko/Pexels)

Maar dat medisch attest is niet zonder kosten. Huisartsen voeren aan dat de meeste mensen helemaal geen arts nodig hebben om hen te vertellen dat ze best gewoon enkele dagen thuis uitzieken.

De kost voor de staat van 2,9 miljoen ziektebriefjes per jaar bedraagt meer dan 60 miljoen euro, waarvan een aanzienlijk deel enkel dient om wantrouwige werkgevers wat gemoedsrust te verschaffen – althans als slechts een klein deel van het kortdurende ziekteverzuim frauduleus is. Mocht dat veel groter zijn, dan heeft het land waarschijnlijk een groter probleem met bedrog dan alleen bedrieglijk ziekteverzuim.

Een werknemer die doet alsof hij ziek is en gebruik maakt van het recht om niet te komen werken zonder doktersbriefje, vormt een negatieve externaliteit voor de werkgever. Maar de eis van de werkgever om een ziekteattest is ook een externaliteit, namelijk voor de artsen (die hun tijd verspillen aan bureaucratie in plaats van aan het behandelen van patiënten) en uiteindelijk voor de staat (die het grootste deel van de rekening voor het consult betaalt).

Rechtvaardigt het voordeel van het verplichte ziektebriefje de kosten? Het is niet duidelijk of de raming van de huisartsenvereniging betrekking heeft op alle ziekmeldingen of alleen op de kortdurende, maar laten we het laatste veronderstellen: ongeveer 3 euro per persoon voor elke werknemer die drie dagen of minder ziek is.

Laten we ook uitgaan van een gemiddelde jaarlijkse kost voor de werkgever van 45.000 euro per werknemer, of ongeveer 210 euro per gewerkte dag. De totale kosten van de 60 miljoen euro die de ziektebriefjes kosten, komen dus overeen met de kost van ongeveer 285.000 gewerkte dagen per jaar, of circa 1.100 per werkdag.

Ziektebriefjes zouden dus economisch verantwoord zijn als het aantal frauduleuze ziektedagen dat ze voorkomen ten minste dit aantal bedraagt. Volgens deze berekening zou het ziektebriefje elke dag twee valse ziektedagen moeten voorkomen voor elke honderd werknemers, en dat lijkt erg hoog.

Bovendien moeten we rekening houden met de opportuniteitskosten van huisartsen die de medische attesten schrijven: 2,9 miljoen consulten per jaar die aan bureaucratie worden besteed, zouden beslist doeltreffender kunnen worden gebruikt voor echte taken in verband met gezondheidszorg. Dat betekent dat eigenlijk nog meer valse ziektedagen zouden moeten worden voorkomen om de totale lasten te compenseren.

Niet zoals verwacht?

De economische argumenten lijken zwak. Hoe zit het met de gedragseconomische argumenten? Is de eis om een ziekmelding in te dienen, zoals de woordvoerder beweert, werkelijk de enige manier om het gedrag van werknemers te beïnvloeden?

Een vertrouwensrelatie tussen werknemer en werkgever is, ceteris paribus, te verkiezen boven een relatie waarin geen vertrouwen is, of zelfs wantrouwen heerst. Natuurlijk kan de verleiding voor een werknemer om misbruik te maken van het vertrouwen van de werkgever variëren, zowel van persoon tot persoon, als per bedrijfstak.

Personeelsleden die met waardevolle, gemakkelijk te verbergen en te gelde te maken voorwerpen zoals goud of diamant werken, zullen best begrijpen waarom ze bij het verlaten van het bedrijf worden gecontroleerd. Maar een werkgever die controles invoert om zeker te zijn dat werknemers geen nietjesmachine of printerinktpatroon mee naar huis nemen, zal vast wel worden gezien als overdreven wantrouwig, eerder dan getuigend van redelijke voorzichtigheid.

Het eisen van een ziekteattest is overigens ook een externaliteit voor de werknemer, die tijd en geld moet besteden aan een consult bij de huisarts om de werkgever te sussen. Als het aantal gevallen van fraude klein is – een handvol mensen dat zich af en toe valselijk ziek meldt – zal een beleid dat uiteindelijk tegen elk personeelslid zegt: "We vertrouwen je niet als je beweert ziek te zijn, en het kan ons niet schelen dat jij de last moet dragen van het leveren van het bewijs", het wederzijdse vertrouwen waarschijnlijk niet vergroten.

En als het niveau van nepziekte zo hoog is dat de maatregel wel zinvol is, heeft de organisatie waarschijnlijk een veel groter probleem met de eerlijkheid op het werk in het algemeen.

distrust
“O, was je ziek? Ja, dat zal wel.” (Andrea Piacquadio/Pexels)

Bij sommige gewetensvolle werknemers kan het zelfs averechts werken, als gevolg van een psychologisch verschijnsel dat bekend staat als reactantie. Dit beschrijft hoe mensen, wanneer ze ervaren dat hun autonomie wordt ingeperkt, eerder dwarser dan meer meegaand worden, en het gedrag dat de beperkende maatregel wil verminderen, net meer gaan vertonen. "Als je me niet vertrouwt, dan ga ik gewoon op die manier handelen."

De gedragseconomische argumenten lijken dus amper sterker dan de gewone economische argumenten. (Negatieve) prikkels zijn inderdaad vaak gemakkelijk in te voeren maatregelen, maar hun gevolgen zijn lang niet altijd zoals verwacht. Misschien hebben de landen – zoals het land waar ik nu woon – waar een medisch attest enkel vereist is voor ernstige ziekten, het wel bij het rechte eind.

Volgens een onderzoek uit 2021 bedraagt het gemiddelde aantal jaarlijkse ziektedagen per werknemer in het Verenigd Koninkrijk 5,8, minder dan de helft van de 12,6 in België. Zijn de Britse werknemers dan zoveel betrouwbaarder (of gezonder) dan hun Belgische collega's?

Moeilijk te geloven. Maar de Britse werkgevers geven alvast aan dat zij meer vertrouwen hebben, en dat vertrouwen is een waardevolle en belangrijke invloed op het gedrag van het personeel.

En dat vertrouwen tussen werkgever en werknemer wordt sterker naarmate het meer wederkerig is. Een fetisj maken van het ziektebriefje voor kortdurende ziekte druist daar tegenin. Is dat echt de moeite waard?