Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De toekomst terugzien

Ricus van der Kwast
Soylent Green
Frank R. Bowerman Landfill. (© Orange County Waste & Recycling)

Soylent Green is geregisseerd door Richard Fleischer. Het scenario nam als vertrekpunt Make Room! Make Room! van de sciencefictionschrijver Harry Harrison, maar week daar al gauw zo veel van af dat de schrijver maar weinig meer herkende in het eindresultaat.

De film moet het doen zonder geavanceerde speeltjes, robots, revolutionair ogende astronautenpakken of zwevende achtbanen van autowegen. Slechts één keer waagt de prent zich aan een snufje. Als eerste film ooit toont Soylent Green een videogame, Computer Space. Het is de meest gedateerde scène.

New York telt in het verhaal veertig miljoen inwoners. De meeste van hen zijn dakloos en leven onder erbarmelijke omstandigheden. Er is een tekort aan voedsel, aan werk, aan papier, aan alles. Stroom valt om de haverklap uit. Criminaliteit en corruptie tieren welig. Jaren van onbeperkte groei hebben een zware tol geëist van het milieu.

Het broeikaseffect zorgt ervoor dat de stad permanent gebukt gaat onder een verzengende hitte. Het leven in de oceanen is uitgestorven. Besmettelijke ziektes en luchtvervuiling maken van het dragen van een masker een zaak van leven of dood. Het is niet gek dat in zo’n context de gemoederen geregeld oververhit raken. De oproerpolitie is nooit ver weg om straatrellen hardhandig neer te slaan. 

Vooral vrouwen hebben het zwaar te verduren. Alle kansen op gelijke rechten lijken voorgoed verkeken. Slechts enkele vrouwen zie je werken, als verpleegster, als non, maar vooral als een soort escort die wordt verhuurd aan de gefortuneerden.

Een van degenen die over zo’n meubelmeisje beschikt, is William R. Simonson. Hij is directielid van de Soylent Corporation, een levensmiddelenconcern dat met zijn fabrieken de helft van de wereld van voedsel voorziet.

De moord op Simonson brengt het verhaal aan het rollen. Aanvankelijk lijkt het een roofmoord, maar detective Thorn komt er al snel achter dat er meer aan de hand is. Simonson werd de laatste weken voor zijn dood geplaagd door depressies en gewetenswroeging. Om achter de redenen daarvan te komen roept Thorn de hulp in van zijn vriend en huisgenoot Sol Roth. Het is nu aan hem om het spoor te volgen en de praktijken van de Soylent-groep aan het licht te brengen.

Geplaagde planeet

Wat maakt Soylent Green een halve eeuw later de moeite van het kijken waard? Natuurlijk is het thema, het overleven op een geplaagde planeet, actueler dan ooit. Het helpt daarbij dat de film zich niet verliest in vals sentiment of illusies voorspiegelt. Thorn is allesbehalve een onkreukbare held. Bij zijn dienstbezoeken pikt en graait hij mee waar hij de hand op kan leggen.

Ook een Hollywoodachtige happy ending is niet aan de orde. Sol Roth is dood, de furniture girls blijven bij het meubilair horen, het lot van Thorn is ongewis en er is niets dat er op wijst dat zijn boodschap gehoord zal worden.

Er is iets belangrijkers. De hoofdreden dat je ook vandaag geboeid kunt blijven kijken, is precies omdat de beelden niet New York in 2022 laten zien, maar in 1972, armoediger en grauwer. Er wordt zelfs nauwelijks moeite gedaan om een toekomst uit te beelden. Als Roth zich in het zweet fietst om wat stroom op te wekken wanen we ons eerder in de Tweede Wereldoorlog dan in het heden.

Dat is onbedoeld slim. Elke poging om toen 2022 visueel te verzinnen zou nu op de lachspieren wekken. Ondertussen zegt de film wel het een en ander over 2022. Op het eerste gezicht lijkt het met die onheilsprofetieën niet zo’n vaart te zijn gelopen. New York City is bijvoorbeeld nooit zo overbevolkt geraakt.

Zelfs in zijn ruimste gedaante, als grootstedelijk gebied, telt New York vandaag geen veertig miljoen inwoners, maar een krappe negentien, een aanwas van drie miljoen in vijftig jaar. Waar de stad in 1972 qua inwonertal alleen Tokio en Osaka voor zich moest dulden, behoort ze vandaag niet meer tot de tien grootste ter wereld. 

Ook het aantal moorden is ver achtergebleven bij het verhaal. Thorn heeft het over 137 moorden in één dag. In heel 2022, het echte 2022, was New York het toneel van 433 moorden. Dat aantal lag in de eerste helft van de jaren 70 bijna vier keer zo hoog.

Toch is de boodschap ook nu niet aan dovemansoren gericht. Zo mag armoede dan de laatste halve eeuw gestaag zijn afgenomen, wereldwijd lijden nog steeds 800 miljoen mensen honger. De oceanen bieden geen soelaas en raken alsmaar leger, zo goed als de hele biodiversiteit achteruit holt. Ook de groeiende kloof tussen een gefortuneerde elite en een verpauperende bevolking en de spanningen die dat oproept, doen vandaag bellen rinkelen. 

Gevoel van malaise

Beschikten de bedenkers over voorspellende gaven? Niet echt, een deel van de inspiratie vonden ze ongetwijfeld door gewoon om zich heen te kijken. Criminaliteit flakkerde op in de grote Amerikaanse steden. Het was ook de tijd van de voortdurende Vietnamprotesten. Het vertrouwen in de overheid was historisch laag. Het Watergate-schandaal lag al op de loer.

Zorgen om de toekomst, het milieu en de natuur waren wijdverbreid. Voorgoed voorbij waren de jaren 50 en 60. In 1972 had het rapport ‘De grenzen aan de groei’ van de Club van Rome het licht gezien. Vier jaar eerder was in de Verenigde Staten het geruchtmakende The Population Bomb van Paul en Anne Ehrlich verschenen. Van het boek, met een titel die weinig aan de verbeelding overliet, zouden meer dan twee miljoen exemplaren over de toonbank gaan.

Soylent Green was tegelijk duidelijk meer dan de weergave van een algeheel malaisegevoel op de straat. Daarvoor is het toekomstbeeld te specifiek. Wie had de filmmakers gesouffleerd? In elk geval niet Harry Harrison, de schrijver, die was immers afgehaakt. 

Bij de aftiteling zag ik hem, de technical consultant: Frank R. Bowerman. Het intrigeerde me, over hem wilde ik meer weten. Dat viel nog niet mee. Waar zelfs de acteur met de kleinste rol nog op zijn eigen Wikipedia-pagina kan bogen, zwijgt de site in alle talen over Bowerman.   

Toch was deze Bowerman niet de eerste de beste. Ten tijde van Soylent Green was hij juist verkozen tot president van de American Society of Environmental Engineers. Hij was toen verbonden als hoogleraar aan de University of Southern California, waar hij verantwoordelijk was voor de nog jonge richting environmental engineering, milieutechnologie. Maar zijn academische carrière was van korte duur. Het grootste deel van zijn loopbaan heeft hij in milieu- en gezondheidstechnologie gewerkt voor de stad Los Angeles.

Verwerking van afval

Het verwerken van vast afval was zijn specialiteit. Zo kwam bijvoorbeeld de canyon landfill, waarbij de ravijnwanden dienst doen als begrenzing voor de vuilstortplaats, uit zijn koker. Ooit was dat een doorbraak.

Eén artikel vond ik van hem, Managing Solid Waste Disposal in California Management Review. Daarin spreekt hij over een nieuwtje, het geautomatiseerd opvangen van vast afval, dat net uit Zweden is komen overwaaien. Hij vernoemt de Hollandse successen met compostering. Tot slot breekt hij een lans voor recycling, dat dan nog in de kinderschoenen staat. In 1970 belandde nog 93% van het huishoudelijk afval in de VS op de stortplaats. Vijftig jaar later wordt 32% gerecycled, 12% wordt verbrand om energie terug te winnen.

In 1990 vormt Bowermans benoeming tot director van de net opgerichte Integrated Waste Management Department de kroon op zijn carrière. The Trash Czar, noemt Los Angeles Times hem bij die gelegenheid. Kort daarop wordt de nieuwste vuilstortplaats naar hem genoemd. 

Op 10 juli 1998, één dag na zijn 76ste verjaardag, overleed Bowerman. Zijn medewerking aan Soylent Green heeft hij zich nooit berouwd. Bij het verschijnen van de film bestempelde hij lucht- en waterverontreiniging als de grootste bedreigingen voor de samenleving. Soylent Green was een waarschuwing, maar “als we geen actie ondernemen, wordt het meer dan dat, een passend grafschrift voor de mensheid”.

Vandaag voorziet het biogas van de Frank R. Bowerman Landfill 26.000 huishoudens van elektriciteit. The Mother of all Landfills, wordt de vaalt gekscherend genoemd en zij beschikt wél over haar eigen Wikipedia-pagina, al weet niemand meer precies wie de naamgever is.

Vergeten zijn ze, Bowerman en die andere wetenschappers die een halve eeuw geleden waarschuwden voor de gevolgen van grenzeloze groei. Als paniekzaaiers werden ze weggezet, maar pioniers waren het. Over sommige van hun ideeën kunnen we vandaag onze schouders ophalen of lacherig doen, andere hebben we geruisloos ingepast.

We’ve come a long way, zouden ze vandaag zeggen, opgelucht dat hun ergste waarschuwingen niet bewaarheid zijn, en ze hebben gelijk. Tegelijk is er nu een nieuwe generatie opgestaan die hun ouders en grootouders decennialange roofbouw op de planeet onder de neus wrijven. En zij hebben ook gelijk.

LEES OOK
Paul Gebruers, Han Zinzen / 08-04-2024

Dumping van toxisch drugsafval krijgt stortallures

Het aantal labs voor de productie van synthetische drugs kent een explosieve stijging in België.
drugslab Poederlee
Jannes van Roermund / 03-04-2024

Boeren zaaien ook microplastics

In kunstmest en andere landbouwproducten voegen producenten bewust microplastics toe.
Tussen een rij bomen is een tractor te zien die op het veld aan het werk is.
Tine Hens / 12-03-2024

Als dieren enkel nog in archieven te vinden zijn

Met bioloog en natuurhistoricus Marc Argeloo op pad in Grenspark Groot Saefthinge.
Een eenzaam schaap in het Grenspark Groot Saeftinghe.