Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Voor elke oplossing een nieuw probleem

Ruud Martens
stadhuis Antwerpen
Een zopas gepensioneerde ambtenaar van de stad Antwerpen schreef haar ervaringen neer in een boek. (© Dirk Waem (Belga))

De catchy titel hierboven is die van een boek dat Brenda Casteleyn schreef over haar 42 jaar ervaring als ambtenaar bij de stad Antwerpen. De ondertitel is ‘Hoe ambtenaren (zichzelf) overleven’. Als ex-ambtenaar bij diezelfde stad Antwerpen keek ik ernaar uit, maar helaas vind ik de titel beter dan het boek zelf.

Als ambtenaar word je voor het oplossen van een probleem inderdaad geconfronteerd met tal van wetten, reglementen en gebruiken waar je in de privésector geen last van hebt. Maar soms, om niet te zeggen vaak, is het ook goed dat die regels er zijn. Want als ambtenaar ga je om met geld dat is ingebracht door de gemeenschap, en moet je iedereen gelijk behandelen.

Brenda Casteleyn ken ik niet persoonlijk. Ik ken helaas wel drie van de veertien collega’s aan wie ze het boek heeft opgedragen, collega’s die overleden zijn tijdens de carrière van de auteur. Een van hen was een ex-collega (net als ik ACOD-vakbondsafgevaardigde), een was een dynamische collega in hetzelfde gebouw als waar ik werkte en een was iemand die slaagde in hetzelfde examen voor afdelingshoofd als ikzelf.

Casteleyn put voor haar boek uit haar eigen ervaring als ambtenaar. Eerst op de technische dienst van het havenbedrijf, later bij het ‘rekencentrum’ (de voorloper van de machtige ICT-poot Digipolis), de dienst toerisme, de dienst vorming en de dienst marktonderzoeken.

De beschreven situaties zijn duidelijk de ervaring van de auteur, maar soms zijn de situaties wat verdraaid om de anonimiteit te bewaren. Casteleyn vertaalt een aantal situaties naar hoe men in een gezin zou reageren, en dat maakt duidelijk hoe absurd het managementsdenken soms is.

Inzicht in procedures

Een aantal persartikels lardeert het verhaal in het boek, maar is helaas te klein afgedrukt om ze goed te kunnen lezen. Een van de artikels is van de hand van Guy Fransen, destijds ‘stadhuisjournalist’ in Antwerpen. Aan hem kon je perfect je frustraties als stadsambtenaar kwijt, met inachtname van wat je alleen off the record kon vertellen. Als duiding. Wat je niet publiek kon maken, gebruikte Fransen maanden later in een artikel. Je anonimiteit als ambtenaar werd beschermd, maar de duiding kwam er zoveel maanden later wel.

Casteleyn geeft inzicht in een aantal procedures. Waarom kan je als overheid een bedrijf niet in een week tijd inschakelen om vormingscursussen te geven en duurt het minstens drie maanden vooraleer je als overheid zo’n bedrijf de opdracht kan geven? Daar zijn helaas goede redenen voor. Brenda Casteleyn weet ook dat de politici beslissen en niet de ambtenaren.

De politici zijn verkozen en moeten verantwoording afleggen tegenover de kiezers, niet de ambtenaren. Maar Casteleyn schetst ook hoe de ambtenaren het voorbereidende werk doen, gestuurd door het bestuursakkoord of door de eigen dynamiek van de ambtenaren waar dan de politici aan cherry picking doen om te pronken met ‘hun’ idee dat in feite van een of enkele ambtenaren komt.

Grijze zone

Wat we in het boek niet terugvinden is de grijze zone tussen de politiek en de ambtenaren, daar waar zaken gebeuren maar het moeilijk uit te maken is hoe de vork precies in de steel zit. Ik herinner mij een ambtenaar in ruimtelijke ordening die volgens zijn vakkennis een ontwerp van collegebesluiten schreef, maar op aansturen van de schepen voor Ruimtelijke Ordening naar een loketfunctie werd verbannen.

Een recenter voorbeeld is een mobiliteitsdeskundige die na enkele meetings op het kabinet van de schepen persona non grata werd verklaard en door zijn minder onderlegde chef niet meer meegenomen werd naar het overleg met de schepen. Wat niet belette dat die chef de volgende was die uit de gratie viel bij de schepen die toevallig als familienaam Kennis heeft. Louter toevallig.

Zelf overkwam me als diensthoofd van de stedelijke jeugddienst in Antwerpen ook een bevreemdende ervaring. Op een zeker ogenblik kregen we het budget om een nieuw jeugdcentrum te bouwen. Er waren volgens het behoeftenonderzoek twee evenwaardige locaties: Antwerpen-Luchtbal en Antwerpen-Kiel.

Omdat er maar budget was voor één nieuw jeugdcentrum leek het mij en de collega’s op mijn dienst logisch dat de politiek bepaalde welk van de twee het werd. Er werd mij (mondeling) opgedragen zelf een keuze te maken. Dan maak je een keuze waarvan je denkt dat die het meest aansluit bij wat de schepen wil. Achteraf zegt de kabinetsadviseur jeugd mij dat ik de juiste keuze heb gemaakt. 

Het verslag van het wekelijkse overleg met de schepen, in aanwezigheid van de bedrijfsdirecteur, ligt in dezelfde lijn. Vooraleer het verslag wordt goedgekeurd door de adviseur jeugd moeten alle expliciete verwijzingen naar de schepen eruit. Ik heb dat nooit begrepen. Het is volkomen legitiem dat het beleid dat de schepen er met de Voorhamme(r) in wil, uitgevoerd wordt.

Maar het mocht nooit expliciet benoemd worden. Het illustreert hoe moeilijk het is te achterhalen wie achter een betwistbare keuze zit. Neem een betwistbaar project rond ruimtelijke ordening: is het de administratie die de politiek misleid heeft of is het de politiek die de administratie heeft laten verstaan wat haar goed uitkomt?

Frustratie

Voor het overige delen we wel de frustratie van Brenda Castelyn. Alhoewel maar gedeeltelijk. Als ze spreekt over het project-Den Bell, het samengaan van vele diensten van stad en OCMW-Antwerpen in het voormalige gebouw van telefoonbedrijf Den Bell in  Antwerpen-Zuid, hebben we als medewerker management van Den Bell de ervaring dat veel afhangt van de werkplek die je krijgt bij de circa 2.000 ambtenaren.

Zit je aan de buitenkant met uitzicht op een troosteloze huizenrij of aan de binnenkant met uitzicht op het binnenplein? Zit je in een militair achtige binnenruimte of op de bovenste verdieping met uitzicht op de skyline van Antwerpen?

We delen de ervaring om alle proceshandelingen van de ambtenarij in fasen en minuten in te delen waarbij (a) meer tijd verloren gaat aan het in het beeld brengen van het proces, en (b) het inschatten van bijvoorbeeld 30 in plaats van 45 minuten voor een handeling catastrofale gevolgen heeft voor het schetsen van hoeveel tijd een ‘product’ in de dienstverlening vergt. Te veel in procedures gieten is niet goed voor de creativiteit.

Ruud Martens, voormalig ambtenaar bij de burgerlijke stand van de stad Antwerpen, kabinetschef van schepen van Emancipatiebeleid, Burgerlijke Stand, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking Patsy Sörensen, adviseur kinderopvang, diensthoofd stedelijke jeugddienst, medewerker management Den Bell, medewerker vakbibliotheek Den Bell.

boek ambtenaar stad Antwerpen
‘Voor elke oplossing een nieuw probleem’ door Brenda Castelyn, Beefcake Publishing, 176 pagina’s. (© Beefcake Publishing )
LEES OOK
Karl van den Broeck / 15-02-2017

De Wever betaalt Luikse pensioenen met Antwerpse grond. Echt waar

De zaak-Publipart draait om veel meer dan zitpenningen en mandaten. Ze draait om de tikkende pensioenbom van de Belgische gemeenten.
Bart De Wever (Foto: Reporters © Eric Herchaft)