
“Er is te veel collusie tussen de politieke macht en de economisch-financiële macht”, zegt de bekendste econoom van België, Paul De Grauwe in een opmerkelijk interview met Knack. Zelf zetelde hij ooit twaalf jaar in Kamer en Senaat voor toen nog VLD. Hoe ziet die collusie eruit volgens De Grauwe?
Deze uitspraak is niet mis. Alleen is het voor de modale lezer een ongekleurde bewering van een professor. Er bestaat evenwel een sprekend voorbeeld van deze toestand. Het volstaat naar de bedrijvigheid van de machtigste Vlaamse politicus te kijken om er alle facetten van te zien.
Op 24 juni 2022 kreeg Bart De Wever een gouden plaat in de Galerij der Prominenten van Voka Antwerpen-Waasland. Luc Luwel, de CEO van de werkgeversorganisatie, gaf aan waarom de N-VA-voorzitter een gouden plaat kreeg:
Ook deze uitspraak spreekt boekdelen. En ze is nog juist ook.
Voor zijn politieke carrière of voor zijn rol als partijvoorzitter kan je De Wever moeilijk een gouden plaat geven. Wat heeft hij als machtigste politicus van België bereikt? Hoewel hij daartoe alle kansen heeft gehad, nam hij nooit enige federale of gewestelijke bestuursverantwoordelijkheid en liet hij, als een kapitein-aan-wal, de last aan zijn luitenanten.
In de Kamer is hij nauwelijks te zien. Ook viel hij meermaals uit zijn rol als voorzitter van de Nieuw-Vlaamse Alliantie. Het voornaamste punt uit de beginselverklaring van de partij, de onafhankelijkheid van Vlaanderen, verving hij snel door een nooit duidelijk omschreven eis voor confederalisme. Met de toetreding tot de regering-Michel I leverde hem dat de begrijpelijke toorn van de Vlaamse Volksbeweging op.
Hugo Maes, de waarnemende voorzitter van de VVB was daar in een interview van 9 september 2019 erg duidelijk over: “Vlaanderen wil onafhankelijkheid en wie het echt meent met confederalisme of onafhankelijkheid stapt niet in een federale regering.”
De bijdrage van De Wever voor het ondernemersklimaat in Antwerpen is daarentegen onbetwist. Het befaamde Fornuisfilmpje over het verjaardagsfeestje van de met De Wever bevriende bouwpromotor Erik Van der Paal toonde wat professor De Grauwe bedoelt met de ontmoetingen op recepties of in de voetballoges.
De foto van De Wever en Paul Gheysens, de baas van bouwbedrijf Ghelamco en opvolger van Land Invest Group, naar aanleiding van het plan om de Bosuil, het voetbalstadion van Gheysens’ voetbalclub Antwerp te verbouwen, is al even sprekend.
Dat de stadsvernieuwing door de ondernemers als geslaagd wordt omschreven, betekent evenwel niet dat ook de inwoners er zo over denken. Dat door die stadsvernieuwing Antwerpen internationaal op de kaart werd gezet, is even betwist.
De Antwerp Tower, de vloek van Antwerpen, die door de Antwerpenaars nooit is aanvaard, werd door sommigen als een van de “lelijkste gebouwen van Europa” aangeduid. Projectontwikkelaar Matexi mocht er nog enkele verdiepingen bovenop zetten.
Dat De Wever het Oosterweeldossier uit het juridische moeras heeft getrokken, is niet enkel een bekentenis van formaat, maar evenzeer een erg betwist succes. Die bevestiging van de rol van De Wever in het Oosterweel-schandaal staat in schrille tegenstelling met de besluiten van de parlementaire onderzoekscommissie. Daarin werd de rol van De Wever als sterke man van het Politiek Stuurcomité van bouwheer Lantis onder de radar gehouden en zijn verantwoordelijkheid vervangen door een “cascade van collectieve beslissingen”.
Namen van verantwoordelijke politici werden niet genoemd. "We hebben niet één beleidsbeslissing aan één verantwoordelijke kunnen toewijzen", zei verslaggever Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) daarover. De CEO van Voka, Luc Luwel, doet het daarentegen wél. Of daarmee het project uit het juridische moeras werd getrokken, is echter wishful thinking van de sector die het moeras heeft gecreëerd.
De overbrugging van de Ring is immers geen ingreep om het huidig mobiliteits- of gezondheidsprobleem van de Antwerpenaren op te lossen. Dit megaproject toont hoe groot de collusie tussen de havenbazen en het Antwerpse politiek bestuur wel is. Het werkelijke opzet van de werken ligt in de droom van de betrokken ondernemers: de uitbreiding van de containercapaciteit van de Antwerpse haven.
De Antwerpse havenbaas Jacques Vandermeiren pleit voor een snelle bouw van een nieuw Saeftinghedok, “want over enkele jaren zitten we aan onze limiet”. Als je het vanuit het huidige mobiliteitsprobleem bekijkt, dan zitten we daar al heel ver over. Zeven miljoen extra containers maken het nog heel wat erger. Het door chemiebedrijf 3M gecreëerde “moeras” is dan weer het gevolg van het andere beoogde industriële succes: de grote chemische cluster is ook de grootste vervuiler.
Dat Voka De Wever vereeuwigde in zijn Galerij der Prominenten, toont dat de mislukking van het extreme liberalisme, dat het private belang van de grote ondernemers voor het algemeen belang stelde, nog niet in het Vlaamse politieke beleid is doorgedrongen. Dat Vooruit-voorzitter Conner Rousseau met N-VA in zee wil gaan, bevestigt dat de rol van machtspoliticus Johan Vande Lanotte nog niet is uitgespeeld. Het enige verschil: Open Vld is vervangen door N-VA, en Guy Verhofstadt en Vande Lanotte door De Wever en Rousseau.
De door De Wever ooit beloofde “kracht van verandering” is een even grote smoes als de Burgermanifesten dat waren. Nadat Verhofstadt onze kroonjuwelen verpatste en Vande Lanotte van het Zilverfonds, dat onze pensioenen moest veilig stellen, een lege doos maakte, is nu De Wever de go between tussen de politiek en het grote geld.
In beide gevallen is het resultaat hetzelfde: tegenover het succes van de ondernemers staat de leegte van zowel de federale als de gewestelijke kassen. Dat De Wever voor Vlaanderen noch voor Antwerpen, maar wel voor het grote geld rijdt, is geen linkse praat in een lasterlijk medium. Het staat met zoveel woorden op de gouden plaat van de Vlaamse ondernemers.
Maar ik blijf met één vraag zijn zitten. Het sluitstuk waar heel dat parcours van de almacht van de machtigste politicus aan ophangt is zijn parlementair mandaat, dat hij nooit opneemt, maar dat hem wel immuniteit verleent. Zolang een meerderheid hem die immuniteit kan garanderen, maakt zelfs een verzoek tot opheffing van die immuniteit geen kans.
Het komt mij dan ook heel vreemd voor dat als een lid van het parlement opgeroepen wordt om te getuigen voor een parlementaire onderzoekscommissie, hij of zij eerst een eed aflegt. En onmiddellijk daarna de meest schabouwelijke prietpraat kan opdissen. Zoals het floddertje dat “hij destijds wel voorzag dat BAM ooit eerlijk zou moeten communiceren over de bestaande bodemvervuiling, maar dat hij in dat stuurcomité alleen stond”. Dat is zo typisch iets wat 1. niet waar kan zijn, en 2. simpel te weerleggen zou zijn mocht iedereen die er bij was de waarheid mogen spreken. Meineed heet zoiets. En de burgemeester van Zwijndrecht, die geen parlementair mandaat heeft, die zou daar vervolgd kunnen worden als hij zou liegen. De burgemeester van Antwerpen niet.
De logica zou vereisen dat al wie voor een parlementaire onderzoekscommissie moet verschijnen, daar staat als gelijke. Alleen zo kan onderzoek, die naam waardig, plaats hebben. Dus, voor wat zijn/haar getuigenis betreft, zonder onschendbaarheid.