Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De wereld verbeteren begint bij het onderwijs

Gaston Meskens
kinderen
De kinderen van vandaag worden de ouders, burgers, politici, wetenschappers, leerkrachten, ondernemers en activisten van de toekomst. (© Nicolas Maeterlinck (Belga))

De socioloog Sheila Jasanoff stelt dat de manier waarop je de wereld ‘kent’ ook de manier bepaalt waarop je, volgens jezelf, in die wereld wil leven. Scherp gesteld: je bepaalt niet zelf wat je in het leven belangrijk vindt. Wat jou door anderen gepresenteerd wordt, doet dat voor jou en dat gaat via een subtiel en complex proces.

Onze persoonlijke leefwereld bepaalt onze toegang tot kennis en vormt ons cultureel en politiek en maakt ons daardoor in essentie wie we zijn, met ons wereldbeeld en wat we daarin persoonlijk belangrijk vinden. De coronapandemie ligt nog vers in het geheugen en geeft ons de mogelijkheid om deze gedachte te illustreren.

Terugblikkend weten we dat elke discussie rond maatregelen en vaccins in essentie getriggerd werd door de spanning tussen vrijheid en verantwoordelijkheid, waarbij die verantwoordelijkheid verwijst naar het veilig omgaan met het risico in het belang van onze eigen gezondheid en die van de anderen.

Als je je vooral veilig wil voelen, zal je niet alleen extra aandachtig en gevoelig zijn voor de manier waarop maatregelen jou en jouw naasten kunnen beschermen, maar zal je die maatregelen en andere meningen daarover ook interpreteren vanuit die bezorgdheid.

Als je je vooral vrij wil voelen, zal je niet alleen extra aandachtig en gevoelig zijn voor de manier waarop maatregelen die vrijheid beperken maar die maatregelen en andere meningen daarrond ook interpreteren vanuit die bezorgdheid.

Maar als de manier waarop je de wereld kent ook de manier bepaalt waarop je in die wereld wil leven, hoe maakt die wereld dan van jou een voorstander van veiligheid of vrijheid en hoe kan je dan zeker zijn dat je die manier van leven echt wel wenst? Ben ik wel zeker dat mijn veiligheid of mijn vrijheid voor mij het belangrijkste is?

Kinderen en hun wereldbeelden

Kennis en de samenleving maken elkaar, maar in die overvloed van sturende en dikwijls verwarrende info weten we natuurlijk ook dat we als mens de capaciteit hebben om kritisch te reflecteren over wat we horen, zien en voelen, en we weten ook dat de basis daarvan essentieel gelegd wordt in onze kindertijd.

De discussie nature/nurture kunnen we daarbij als beslecht beschouwen, want meer en meer wetenschappelijk onderzoek toont aan dat kinderen ongeacht hun genen de dingen aan- en overnemen van de kleine wereld waarin ze geboren worden.

In de woorden van Jasanoff bepalen kinderen dus niet zelf wat ze willen kennen en belangrijk vinden. De volwassenen doen dat voor hen. En dat maakt hen uiterst kwetsbaar, omdat ze eenvoudig kunnen gemanipuleerd worden met verhalen en zogenaamde waarheden uit de wereld van de volwassenen. 

Dat is op zich geen onoverkomelijk probleem als we bedenken dat zoiets kan opgevangen en bijgestuurd worden in de schoolomgeving. Zorg voor toegang tot onderwijs en schoolplicht kunnen in die zin niet alleen gezien worden als een manier om elk kind van welke afkomst ook basisvaardigheden aan te leren, maar ook om hen de kans te geven om zich een doordacht wereldbeeld te vormen vanuit een reflexieve en kritische benadering van verschillende perspectieven.

Echter, ook in een land als België laten richtlijnen en wetgeving in verband met onderwijs heel veel ruimte voor inhoudelijke ‘wereldoriëntatie’. En we weten dat in extreme vormen van die oriëntatie hier en elders kinderen via onderwijs nog steeds strategisch opgevoed worden in het belang van het zelfbehoud en de ideologisch strijd van de volwassenen rond hen.

Onderwijs en wereldburgerschap

Moeten we met dit alles in gedachten daarom niet meer zorg gaan dragen voor de kwetsbaarheid van onze kinderen, en onderwijs niet anders gaan benaderen? Moeten we niet nadenken over een ‘universeel curriculum voor ethische competentie’ dat kinderen overal ter wereld de kans zou geven om zich op dezelfde manier te ontwikkelen als (zelf)kritische en betrokken wereldburgers?

Een curriculum dat elk kind op dezelfde manier die complexe wereld leert kennen, en het van daaruit helpt het beeld te ontwikkelen van de wereld waarin het wil leven: die ‘vrije samenleving, in de geest van begrip, vrede, verdraagzaamheid, gelijkheid van geslachten, en vriendschap tussen alle volken, etnische, nationale en godsdienstige groepen’, zoals gesteld in het VN-kinderrechtenverdrag?

Voor de kinderen die het geluk hebben thuis door ruimdenkende volwassenen bedachtzaam opgevoed te worden, is een dergelijk onderwijs een kans om hun wereldbeeld te verdiepen en te verfijnen. Voor de kinderen die de pech hebben thuis in een extremistisch nest op te groeien zou het een baken kunnen zijn waar ze zin voor kritiek en inzicht in andere visies kunnen ontwikkelen, maar ook weerbaarheid tegen én mededogen voor hun omgeving thuis.

Die universele benadering zou van kinderen geen eendimensionale kopieën van elkaar maken. Integendeel: net in een onderwijs waar kinderen in dialoog mee kunnen nadenken over het leven en het samenleven wordt ruimte voor verschillende gevoeligheden, interesses en perspectieven gecreëerd en worden de kiemen gelegd voor wat voor elk van hen een uniek levenspad kan worden.

Uitnodiging tot dialoog

Kennis en de samenleving maken elkaar. In die samenleving zijn kinderen kwetsbaar maar tegelijkertijd ook onze kans op een betere wereld. Daarom hebben ze recht op een onderwijs dat hen ongeacht hun afkomst en situatie de kans zou geven om zich op dezelfde manier te ontwikkelen als (zelf)kritische en betrokken wereldburgers.

Binnen mijn Nieuw Humanisme Project lanceer ik een pleidooi voor dat soort onderwijs en in het pamflet ‘Verbeter de wereld. Begin bij het onderwijs’ wordt de redenering meer in detail uitgewerkt. Maar daar blijft het niet bij. Het pamflet is ook en vooral een uitnodiging tot een dialoog over de wenselijkheid van een dergelijk idee en waarin kan gereflecteerd worden over wat zo’n curriculum voor ethische competentie dan zou kunnen inhouden, hoe het in de praktijk zou kunnen onderwezen worden en wat de culturele en sociaal-politieke contexten zijn die dit mogelijk zouden maken.

Hier volgt de stelling die de dialoog op gang kan brengen. Als we de wereld willen verbeteren, moeten we beginnen met collectieve zorg voor de ontwikkeling van onze kinderen. Onderwijs vanuit een universeel curriculum voor ethische competentie dat kinderen overal ter wereld de kans geeft om zich op dezelfde manier te ontwikkelen als (zelf)kritische en betrokken wereldburgers is op lange termijn de enige duurzame weg naar een betere wereld, want de kinderen van vandaag worden de ouders, burgers, politici, wetenschappers, leerkrachten, ondernemers en activisten van de toekomst. 

Ik besef natuurlijk dat een dergelijke stelling naïef kan klinken in een wereld in de greep van politiek eigenbelang, kapitalisme en extremisme. De dialoog wordt echter nog interessanter als we de redenering zouden omdraaien: waarom zou onderwijs op basis van een universeel curriculum voor ethische competentie niet wenselijk zijn?

Het is aan de sceptici om die vraag te beantwoorden, en ze zijn welkom. Verder sta ik natuurlijk ook niet alleen met dit idee. Meerdere initiatieven denken in die richting, elk met hun eigen accenten. Twee voorbeelden zijn het boek Meer LEF in het onderwijs van Patrick Loobuyck en het World Citizenship initiatief van Baha'i International Community, of dus een denkpiste vanuit de filosofie en een voorstel vanuit eerder spirituele richting. 

In 2019 organiseerde ik in New York een workshop met bezielers van het idee wereldburgerschap actief in en rond de Verenigde Naties. Daaruit ontstond de zin om de dialoog internationaal en ook hier bij ons verder te zetten. In de volgende stukken in de reeks Tijd voor een nieuw humanisme maken we vanuit het voorgestelde perspectief een verkenningstocht langs theorie en praktijk.

We luisteren naar meningen in verband met de noodzaak, wenselijkheid en haalbaarheid van onderwijs vanuit een universeel curriculum voor ethische competentie en we praten over wat zo’n curriculum dan zou moeten inhouden.

In samenwerking met de World Council of Peoples for the United Nations leggen we de stelling van die noodzaak, wenselijkheid en haalbaarheid voor aan organisaties zoals Unesco en het  Kinderrechtencommissariaat en aan auteurs en filosofen begaan met het onderwerp.

Maar we trekken ook naar onderwijsorganisaties, met inbegrip van die organisaties begaan met religieus geïnspireerd onderwijs. En, essentieel, we bespreken ze ook met de ouders en de kinderen zelf, met lokale organisaties zoals Stormkop, en op verschillende plaatsen in de wereld via het steeds groeiend internationaal netwerk binnen het Nieuw Humanisme Project.

Filosofisch café

Het integrale pamflet vind je op https://www.newhumanism.org/texts-forum/.

Ook bij Apache is de discussie open. Gaston Meskens gaat op 5 april in een eerste filosofisch café in ‘t Werkhuys in Borgerhout (Antwerpen) in dialoog met Mona Beyers, filosoof en docent niet-confessionele zedenleer en kunst en cultuur, en Johan Verhaegen, filosoof en docent geschiedenis, cultuurwetenschappen en filosofie. Je bent uitgenodigd om mee te debatteren. De toegang is gratis en inschrijven kan via deze link.

LEES OOK
Tom Cochez / 30-03-2010

Allochtone mama's leren de taal der Lage Landen

In Antwerpen leren allochtone ouders Nederlands op de school van hun kinderen. Het project KAAP is een schot in de roos. De ouders komen graag naar de les, omdat ze graag weten…
De lessen zijn geënt op het schoolgebeuren. (foto: Mina Van Elewyck)