Collaboratie

Een uitspraak van Jan Jambon over collaboratie - 'die mensen hadden hun redenen'- zette een flinke domper op de start van de regering-Michel. Terwijl het interviewin Vlaanderen nauwelijks voor beroering zorgde, stond Franstalig België in rep en roer. Ook en vooral in de Kamer waar de oppositiepartijen om opheldering vroegen nog voor CHarles MIchel goed en wel zijn beleidsplannen kon toelichten.
Er is natuurlijk het onevenwicht tussen de vertegenwoordiging van beide taalgroepen in de federale regering, maar toch kan er moeilijk naast gekeken worden dat er in Vlaanderen en Wallonië op een totaal andere wijze naar de collaboratie wordt gekeken. En dat is vreemd. Wetenschappelijk is intussen al lang uitgeklaard dat collaboratie helemaal geen Vlaams fenomeen was. Bovendien zou de repressie in Wallonië minstens even hard geweest zijn. Maar de mythe lijkt het te halen op de wetenschap.
Het openstellen van de zogenaamde collaboratiedossiers zou daarin verandering kunnen brengen. In Nederland gebeurt dat al langer en daar zorgde de transparantie voor meer wederzijds begrip. Ook in Vlaanderen zijn er heel bescheiden plannen over een betere ontsluiting van de collaboratiedossiers, maar van een echte doorbraak is vooralsnog geen sprake.
Nochtans zijn ook wetenschappers vragende partij voor meer klaarheid. Als een eerste tussenstap, zo liet directeur Rudi Van Doorslaer van CegeSoma in een gesprek met Apache.be weten, zouden wetenschappers kunnen optreden als intermediair. Zij zouden toegang kunnen krijgen tot de dossiers en informatie doorgeven aan nabestaanden die vragende partij zijn. Om dat er geen overheidsgeld voor beschikbaar is overweegt CegeSoma een crowdfunding op te starten.
Meer transparantie zou kunnen helpen om oude breuklijnen te herstellen en wonden te helen, maar los daarvan blijft de wetenschappelijke vraag hoe het komt dat Vlaanderen en Wallonië, ondanks een niet zo fundamenteel verschillend verleden, toch een volledig andere kijk hebben op collaboratie. Mede daarom pleit onderzoeker Koen Aerts ervoor een sociale geschiedenis van de collaboratie en de repressie te schrijven. Zo kan worden onderzocht of Lode Wils (professor-emeritus van de KUL en specialist Vlaamse beweging) gelijk had toen hij wees op de “verstrengeling van de nationalistische katholieke families” in Vlaanderen die zou geleid hebben tot een snellere “morele maar eventueel ook juridische rehabilitatie van de collaboratie.”
Het concrete verhaal over het collaboratieverleden van De Persgroep - vandaag uitgever van onder meer De Morgen en Het Laatste Nieuws - maakt alleszins duidelijk hoe veroordeelde collaborateurs in Vlaanderen soms wel heel snel gerehabiliteerd werden.
Ook het verhaal over de politieke roots van Bart De Wever is illustratief. Politieke sympathieën of activiteiten van ouders en grootouders vertellen niets over de politieke voorkeuren van hun kinderen. Zo blijkt Bruno De Wever, historicus en broer van de N-VA- voorzitter een heel andere keuze te hebben gemaakt dan Bart De Wever. Ook al kunnen ze er alle mogelijke kanten mee op, politieke roots tekenen mensen wel. Daarom is het interessant te ontdekken hoe vader De Wever nauw verbonden was met het woelige verleden van het VNJ, een rechts-radicale jeugdbeweging waarvan de Antwerpse afdeling begin jaren zeventig in neonazistisch vaarwater verzeilde. Onderzoek van Apache leert dat wijlen Rik De Wever toetrad tot die neonazistische afsplitsing en ze opnieuw het VNJ binnenloodste.