Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Zangfeesten en voetbaltribalisme

Dries Goedertier
Reporters_21182310
Beursplein Brussel, 22 maart 2016 (Foto: (c) Reporters, Polet)
Reporters_21182310
Beursplein Brussel, 22 maart 2016 (Foto: (c) Reporters, Polet)

De uitspraken van Michel en Di Rupo bieden een gouden kans om de aandacht te vestigen op iets waar zelfverklaarde democraten liever omheen dansen: de wortels van de liberale democratie in geweld, terreur en de natie. Vandaag neemt de natiebeleving allerlei postmoderne vormen aan. De ene dag zweren (progressieve) burgers bij tolerantie en diversiteit aan de Brusselse Beurs. De andere dag gaan extreem-rechtse voetbalhooligans over tot geweld op diezelfde plaats van rouw en herdenking. De achtergrond van beide fenomenen is de hedendaagse samenleving van verplichte vrijheid. De uitweg uit deze impasse ligt volgens politieke filosofen en psychologen als Paul Verhaeghe en Slavoj Žižek vervat in de zoektocht naar een nieuwe vorm van autoriteit. Een zoektocht die alleen maar gepaard kan gaan met de collectieve strijd voor emancipatie en de droom van een andere wereld.

Democratie en natie

Volgens de Franse filosoof Claude Lefort impliceert de democratie dat de stoel van de macht leeg blijft. Er kan géén natuurlijke, permanente vorst zijn. De Jacobijnen waren toegewijd aan dit principe en hadden een diepe wens om de democratische vrijheden te verwezenlijken. Robespierre en Saint-Just probeerden de usurpatie van de macht te voorkomen maar plaatsten zich uiteindelijk zelf op de lege stoel. De Jacobijnen waren bereid om tot het uiterste te gaan: voor de vijanden van de vrijheid geen vrijheid. De Sloveense filosoof Slavoj Žižek noemt de gewelddadige terreur een noodzakelijke passage van het oude regime naar de liberale democratie. Zonder geweld was er geen breuk mogelijk met de bestaande, onderdrukkende sociale verhoudingen. Volgens hem toont de Jacobijnse terreur goed aan dat de lege stoel van de macht onmogelijk is. Het democratische universalisme (gelijke rechten voor iedereen) botst altijd op de particuliere grenzen van een natie. Het was in naam van de natie dat de Jacobijnen een burgersamenleving wilden installeren en zich overgaven aan daden die formeel gezien niet toegestaan zijn in een democratie en rechtstaat. De plicht aan de natie veronderstelde verregaande stappen en verschafte de revolutionairen een speciaal, excessief genot.

Gehoorzaamheid aan de natie in tijden van nood

Michel en Di Rupo zijn natuurlijk géén Jacobijnse revolutionairen. Hun uitspraken maken niettemin duidelijk dat de democratie blijft steunen op de natie – “le peuple Belge” –  waaraan gehoorzaamheid verschuldigd is. In deze tijden van onrust en terreur moeten wij allemaal onze nationale plicht vervullen. Hoe? Door ons neer te leggen bij de aangekondigde versterking van defensie, politie en staatsveiligheid. Door anti-terreurmaatregelen te aanvaarden die onze vrijheden voor een stuk opschorten maar volgens de regering en het grootste deel van de oppositie nodig zijn om deze te vrijwaren. Het is wellicht op deze manier dat we Di Rupo’s toe-eigening van Saint-Juste moeten interpreteren: als een bevel tot gehoorzaamheid. Ieder debat over de veiligheidsmaatregelen lijkt moeilijk te liggen. Wie wil immers een slechte Belg of een slechte democraat zijn door de vrijheid te geven aan de vijanden ervan?

En dan was er nog de bezetting van het Beursplein door extreem-rechtse voetbalsupporters. Natuurlijk hebben de meeste partijen de gewelddadige exploten van deze amokmakers streng veroordeeld in een gemeenschappelijke verklaring. Maar het moet wel gezegd dat sommige hooligans de Hitlergroet uitbrachten in naam van dezelfde natie waaraan onze democratische gezagsdragers ook appelleren. Indien de liberale democratie en de natie verbonden zijn, dan komt helaas ook nationalistisch geweld om de hoek loeren. Het verklaart misschien waarom de voorzitter van N-VA de gemeenschappelijke verklaring weigerde te ondertekenen. De niet-ondertekening is een impliciete bevestiging van dat gegeven. Daarmee geeft N-VA vrij spel aan een deel van haar aanhang om het recht in eigen handen te nemen in naam van vrijheid en de westerse waarden. Voor extreem-rechts reikt de nationale plicht verder dan steun aan het veiligheidsapparaat.

De gespletenheid van de wet

De liberale democratie zal altijd verbonden blijven aan de natie. Deze is haar irrationele supplement. Zonder de natie zouden we minder van de democratie kunnen genieten. In de hedendaagse, permissieve samenleving gaan wij anders om met 'genieten' dan in de disciplinaire samenleving die bij ons tot in de jaren 1960 stand hield. In het verleden waren duidelijke symbolische identiteiten met normatieve implicaties schering en inslag. Men was burger van de natie, 'bourgeois' of 'proletariër', man of vrouw. Ingebouwde symbolische prohibities – de wet, het partijblad, de Bijbel – beschermden tegen de dwang om te genieten maar maakten tegelijkertijd ook verlangen mogelijk. Volgens de Franse psychoanalist Jacques Lacan is verlangen immers gestoeld op het ontbreken van 'jouissance'.

Jouissance is iets irrationeel dat niet te symboliseren valt; dat tikkeltje meer waardoor genot overgaat in een extase die zowel ondragelijk als fascinerend is. Jouissance bestaat niet in een spontane staat; wij worden ertoe aangezet door wat psychoanalisten het superego noemen. Het zou verkeerd zijn om de vroegere maatschappelijke orde als iets puur voor te stellen. Alsof de dwang om te genieten hier niet aanwezig zou zijn geweest. Integendeel, naast de geschreven regels van de wet (haar 'letter') zijn er immers nog ongeschreven regels. Žižek identificeert deze schaduwzijde van de wet met het superego. Het zijn regels die toestaan wat de wet formeel verbiedt (of omgekeerd, verbieden wat de wet toestaat). Transgressies van deze soort zijn bronnen van jouissance die ons binden aan de wet. De schaduwzijde van de wet is wat een (nationaal) gemeenschapsgevoel mogelijk maakt.

Er zijn véél voorbeelden van het feit dat de wet steunt op ingebouwde transgressies. Het superego uitte zich bv. in de Belgische bourgeois van de 19e eeuw die neerkeek op het Nederlands en Vlamingen discrimineerde hoewel de grondwet in taalvrijheid voorzag. Het fenomeen is uiteraard niet beperkt tot het verleden maar bestaat ook vandaag. Volgens veel mensen is belastingontduiking iets typisch 'Belgisch'. Of wat te denken van de discriminatie van mensen met een migratieachtergrond op de arbeidsmarkt of woningmarkt? Het mag eigenlijk niet, maar toch blijft het massaal gebeuren. Misschien wel omdat sommige machtsfiguren het oogluikend toestaan, net zoals het geval was met het geweld van de voetbalsupporters.

Wij moeten genieten

Toch is er vandaag meer aan de hand. Hoewel de wet steunt op een toegedekte jouissance, vormt zij ook een toevluchtsoord wanneer deze jouissance ondraaglijk wordt. De wet houdt de dwang om te genieten op afstand door ook te verbieden. In onze neoliberale samenleving is genieten echter geen kwestie van mogen. Wij moeten genieten. Zoveel blijkt uit het aanhoudende spervuur van oproepen aan ons adres om gelukkig te zijn, om ons te ontplooien, om succesvol carrière te maken, om toch maar die verre reis te maken en geweldige bedpartners te zijn. Paul Verhaeghe, de Gentse professor en psychoanalist, noemt onze tijd één van verplichte vrijheid. Volgens Žižek gaat dit samen met het afbrokkelen van symbolische identiteiten die zeggen wat kan en niet kan en zo ons verlangen bestendigen. Zo zijn er bijvoorbeeld géén duidelijke mannelijke en vrouwelijke rolmodellen meer.

Het patriarchale-monotheïstische complex bestaat niet meer, aldus Verhaeghe. Experts duiken in de leegte om ons te adviseren over de wenselijkheid van onze keuzes op relationeel en professioneel vlak. Hun adviezen ontberen echter de autoriteit en de veronderstelling van universele geldigheid die de vroegere prohibities wel hadden. Voor elk advies van één expert is er wel een andere die het tegendeel beweert over onze diëten, ons alcoholgebruik of onze sportactiviteiten. Eender welke krant of tijdschrift staat bol van dergelijke adviezen die ons op het einde van de dag alleen maar onzeker en schuldig doen voelen. We kunnen immers niet weten of we wel voldoende of op de juiste manier genieten. Is wat we doen nu wel of niet schadelijk voor onszelf, onze gezondheid of die van anderen? Wij schipperen constant tussen plezier najagen (drink!) en plezier afzwakken (… met mate).

Transgressie is de norm van onze consumptiecultuur. Het is wat ons dagelijks bindt aan een al even excessief politiek-economische model (altijd meer groei, meer winst, maar ook meer crisis en ongelijkheid). De politieke strijd voor de vrijheid en culturele autonomie van identiteiten (op basis van ras, cultuur, gender etc.) is opgeslorpt door marktkrachten. Cultuur is zelf één van de centrale componenten van het kapitalisme geworden. Het kapitalisme biedt ons een veelheid aan identiteiten waarin wij ons kunnen verplaatsen en objecten waarmee wij kunnen spelen. Wij kunnen ons verbeelden eender wat te zijn en alles kopen wat daar uiteraard bij hoort.

Het nationale gevoel in postmoderne tijden

Alles is koopwaar, ook ons nationaal gevoel. Met het verval van symbolische identiteiten is ook de natie niet meer wat het geweest is. In het verleden waren het leger en het onderwijs – twee patriarchale autoriteitsstructuren – kweekvijvers van het nationale gevoel. Vandaag spoort dit nationale gevoel veel meer met het veelvoud aan consumptiegemeenschappen waar wij ons dagelijks in begeven. Zo zijn de Rode Duivels een marketingproduct om u tegen te zeggen. Genieten van voetbal is genieten van België. Ook de Ronde van Vlaanderen past thuis in deze categorie van gemediatiseerd spektakel. Samen naar de koers kijken, langs het parcours of op de televisie, geeft vorm aan een Vlaams natiegevoel. Zoals wielercommentator Michel Wuyts wel eens durft te zeggen: “Vlaanderen is koers.”

Deze consumptiegemeenschappen zijn de opvolgers van de negentiende-eeuwse natie. De Rode Duivels en de Ronde van Vlaanderen zijn allebei objecten om te verlangen en consumeren. Bij voorkeur in groep, uiteraard. Het lijkt allemaal onschuldig. Want staat de boodschap van tolerantie, openheid en diversiteit immers niet centraal? Ook de zelfverklaarde linkse burger kan genieten van de Ronde. Voor hem toont Vlaanderen zich met de Ronde van haar meest open kant. Denk aan de vele nationaliteiten die begin april in de Vlaamse Ardennen vertoeven om van de koers te genieten. De Rode Duivels zijn dan weer een verpersoonlijking van het nieuwe, multiculturele België waar iedereen mits hard werk en de juiste ingesteldheid kan doorgroeien tot de top. In gemediatiseerde “Duiveluitdagingen” en tweets vragen de Duivels ons om niet te discrimineren en één of ander goed doel te steunen.

De schaduwzijde van multiculturalisme

In dat verband is het multiculturalisme ook meer dan een ideologie die tolerantie, respect en diversiteit hoog in het vaandel draagt. Het is ook een bestuurlijke praktijk gericht op het aanleren van de nodige vaardigheden en bagage om in de superdiverse samenleving te kunnen functioneren. De nadruk ligt op empowerment van individuen en gemeenschappen zodat zij zichzelf kunnen ontplooien binnen een multiculturele omgeving die veel economische en culturele opportuniteiten te bieden heeft. Om vele redenen is dit diep problematisch. De aandacht van experts (sociale werkers, leraars, sociologen etc.) gaat immers uit naar het innerlijke leven van een mens (mentaliteiten etc.). Onze externe omgeving – het neoliberale kapitalisme – blijft daardoor ongewijzigd.

Bovendien bevrijdt het multiculturalisme ons niet van de postmoderne dwang om te genieten. Het genereert een veelvoud aan regels en adviezen die ons moeten helpen om democratische, ontwikkelde, zichzelf realiserende burgers te zijn. Typerend zijn de schuldgevoelens die dan naar boven komen. Want wanneer zijn we ooit tolerant genoeg? Angst loert overigens om de hoek wanneer blijkt dat anderen véél beter genieten dan wijzelf. Velen cultiveren een slachtoffergevoel in het zicht van zoveel overdaad. Tegen de achtergrond van kapitalistische mondialisering neemt dit de vorm aan van racistische en nationalistische fantasieën die de schuld voor onze problemen bij “vreemdelingen” leggen. Het zijn de vreemdelingen die ervoor zorgen dat wij onze eigen identiteit onvoldoende kunnen beleven. In dat verband botst het multiculturalisme op zijn grenzen. Iedere erkenning van een identiteit kan aanleiding geven tot de misnoegdheid van een andere groep die zich miskend voelt. Tolerantie kan helaas niet gegarandeerd worden.

Zangfeesten, Belgische Casuals en … IS

Hoe passen de hooligans van de Casuals United Belgium dan in dit plaatje? En wat te denken van de bijeenkomsten en zangfestijnen aan de Beurs van eerder linkse burgers? Allebei zijn het consumptiegemeenschappen die van de natie genieten. Het zijn twee varianten op de postmoderne natiebeleving die allebei evenzeer gestuurd zijn door de sociale media. De ene gaat prat op de openheid, tolerantie en diversiteit van Brussel en België. De andere verzet zich hiertegen met geweld en noemt de islam en de “politieke klasse van verraders” een bedreiging voor het land en de nationale cultuur. De cultuur van geweld gericht op de transgressie van multiculturele regels (tolerantie) toont aan dat we ook hier te maken hebben met het superego.

De dwang om te genieten leidt tot angst voor de Andere en uitspattingen van geweld. De Casuals zijn in de meeste gevallen doodnormale mensen met werk, hobby’s en gezinnen. Mensen, weliswaar met de onzekerheden eigen aan een tijdperk waarin de oude symbolische identiteiten en normen zijn weggevaagd. Overal in Europa lijken voetbalhooligans en extreem-rechts naar elkaar toe te groeien. De nieuwe, overweldigende vrijheid gaat gepaard met nieuwe vormen van zelfgekozen dominantie en onderwerping. Er is een zoektocht aan de gang naar nieuwe autoriteiten, naar nieuwe groepsculturen, naar verbiedende normen.

Het verklaart ten andere de populariteit van IS en het religieuze fundamentalisme bij Europese moslimjongeren. Niet toevallig zweert IS bij traditionele rollenpatronen voor mannen en vrouwen. Žižek onderstreept de ambiguïteit die inherent is aan de aantrekkingskracht van IS. De haat van IS voor het westen verraadt een gefrustreerd verlangen naar het westen. Strijders van IS worstelen met hun eigen betrokkenheid bij de westerse cultuur die zowel afstoot als aantrekt. Enerzijds willen ze kunnen genieten zoals iedereen; anderzijds willen ze zich verlossen door onderwerping aan religieuze normen. Maar ook IS dwingt haar volgelingen om te genieten door te vechten, te verkrachten, te executeren. In dat opzicht gaapt ook hier de kloof tussen ideologie (onthouding etc.) en de praktijk waarin het superego aanwezig is.

Liefde door strijd

Volgens Paul Verhaeghe zullen mensen altijd een neiging tot overdaad kennen. Mensen willen de normen breken. Toch waarschuwt Verhaeghe dat de slinger ook niet naar de andere kant mag overslaan. Het is namelijk verkeerd om het geheel aan voorschriften en verboden te zien als de oorzaak van psychologische frustraties. Volgens hem beantwoorden deze voorschriften aan een interne nood van het subject. Er weerklinkt vandaag een duidelijke roep om bescherming tegen de dwang om te genieten. Extreem-rechts probeert het oude patriarchaal-monotheïstisch complex terug in ere te herstellen. De basis daarvoor is volgens Verhaeghe echter verdwenen met het wegvallen van symbolische autoriteit. Leiders van IS of nazistische voetbalclans dragen hun aanhangers op om te genieten door middel van geweld. Het zijn eerder machtsfiguren (tribale vaders) uit op excessief genot dan autoriteitsfiguren die genot op afstand trachten te houden. Op zijn beurt biedt ook het multiculturalisme géén bescherming tegen de bevelen om supermens te zijn en onszelf waar te maken. De adviezen van “experts” vergroten alleen maar onze gevoelens van schuld en angst. Wij zitten vast tussen de hamer en het aambeeld van plezier najagen (drink!) en afzwakken (met mate…).

De weg vooruit ligt in het zoeken naar een nieuwe vorm van autoriteit. Verhaeghe beklemtoont het cruciale belang van nieuwe collectiviteiten gedragen door leden die samen regels maken en beslissingen nemen. Autonomie en autoriteit veronderstellen elkaar. Hij noemt de oprukkende peer-to-peer-beweging als een voorbeeld van zo’n collectiviteit. Tegelijkertijd waarschuwt hij ook voor de “neoliberale illusie inzake spontane zelfregulering.” Zonder duidelijke regels spreiden wij het “bedje voor een totalitaire macht.” Denk in dit verband aan de “netarchische” kapitalisten (genre Facebook) die eigenaarschap en controle uitoefenen over deelplatformen en zo waarde toe-eigenen. De Panama Papers tonen eens te meer aan dat er meer eensgezindheid moet zijn in de strijd tegen uitbuiting en onderdrukking. Ook in de 21e eeuw worden we geconfronteerd met een antagonisme dat dwars doorheen de samenleving snijdt. Het kapitaal als een discipline over samenleving en natuur ontdoet zich dagelijks van mensen die overbodig zijn in de zoektocht naar winst. Wij staan dus voor een duidelijke keuze. Een keuze voor autonomie vooraleer financiers en technocraten ons tot de bedelstaf veroordelen.

Precies die keuze gaat verloren in het huidige debat tussen conservatieven (genre Mia Doornaert) en progressieven (genre deze Gentse historici). Het is inderdaad wij tegen zij. Maar dan niet de grote strijd der beschavingen die Doornaert ervan maakt. De nieuwe collectiviteiten van liefde en toewijding – de nieuwe vorm van autoriteit – zullen vorm krijgen in de sociale strijd die alle andere antagonismen verbindt. Het is in die verenigende strijd voor universele emancipatie dat wij werkelijk zullen leren om voorbij culturele verschillen te kijken.

LEES OOK
Frank Olbrechts / 07-03-2024

N-VA'er Koen Metsu zet parlementsdeuren open voor pro-Israëlische extremisten

Het Kamerlid nodigde haatzaaiende Israëlische politici en experten uit in het federale parlement.
Foto van Koen Metsu (N-VA) in de Kamer.
Ton Rennenberg / 08-12-2023

N-VA-medewerker klant bij neonazistische webshop

N-VA-medewerker Francis Wouters bestelde een cd met onder meer een in Duitsland verboden nazihymne.
De cover van de cd Sturmabteilung Lieder
Stef Arends / 04-12-2023

Hoe extreemrechts, journalistiek en sociale media een racistische haatstorm veroorzaakten

Een reconstructie van de haatstorm tegen schrijver Dalilla Hermans.
Illustratie van Gilani Raja voor de campagne ’Stop de haat!’ van Kif Kif, Sankaa en Hand in Hand tegen racisme