Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen. Nadat Guy Verhofstadt er het grootste verkiezingssucces van zijn leven mee behaalde en hij er zelfs de groenen mee kon verkleuren, komt zijn generatiegenoot Johan Vande lanotte nu met dezelfde truc op de proppen. Hij denkt eraan om in 2018 in Oostende met een beweging van burgers naar de kiezer te trekken: een nieuw burgermanifest.
Keizer van Oostende
Het 'volk' houdt van sprookjes. Met 'de Teletubbies' maakten Steve Stevaert, Frank Vandenbroucke, Patrick Janssens en Johan Vande Lanotte het mooie weer in Vlaanderen: de tijd van het gratis verhaal. Over de keerzijde van de medaille werden boeken volgeschreven: VRT-onderzoeksjournalisten Wim Van den Eynde en Luc Pauwels schreven een aanklacht tegen de machtsconcentratie in de persoon van Johan Vande Lanotte in De Keizer van Oostende, Kris Hoflack schreef een boekdeel over vader Tobback, de keizer van Leuven.
Guy Verhofstadt zette zelf zijn naam onder het sprookje: de burgermanifesten maakten hem en zijn partij tot de grootste. Verhofstadt zette zijn partij ook open voor wie erin wou en kon zich daardoor ook gemakkelijk ontdoen van wie hij eruit wilde. Om in de zestien te kunnen blijven, vergat hij zijn manifesten en al diegenen die erin geloofd hadden: terug naar af.
Wat doe je in je oude dag als je in hetzelfde bedrijf wilt blijven? Verhofstadt roept in Europa tegen de maan, voor Vande Lanotte is Oostende groot genoeg, voldoende windmolens aan de horizon.
Terug naar de stadstaat
Jong geleerd is niet steeds oud gedaan, want nooit te oud om te leren. Johan heeft de boeg om gegooid: "Samen in een positief project". De oorlogsburgemeester van Antwerpen, de 'Mayeur' van Brussel, het "orakel van Brakel" en dat van Leuven achterna: er is geen mooiere opdracht in de politiek dan deze van burgervader. Het is ook de enige plaats plaats waar je het kan maken: samen in een positief project. Federaal of gewestelijk kan dat niet, want daar heb je de partijpolitieke logica.
Wat een ontzettende bekentenis is dat: de partijpolitieke logica als beletsel om het samen en positief te doen!
Terug naar de stadstaat omdat de nationale niet meer te besturen valt. Of het uitgangspunt van de oorlogsburgemeester: de veilige uitvalsbasis van waaruit je de omliggende 'staten' naar believen onder vuur kan nemen, de gemeentelijke autonomie als politiek vangnet.
Met geld is alles te koop
De tijd van de politieke partijen is voorbij. Niemand stemt er nog op. Waarom zou je ook, want niet samen en niet positief. Een partij houdt zichzelf in stand zoals een regering enkel door zichzelf kan vallen. Ministers spreken voor zichzelf en spreken elkaar tegen. Wie de echte premier is, is een vraag voor de slimste mens.
Dat is zelfs geen Belgisch fenomeen. Over de grote plas moet je geen partij meer hebben: miljardair zijn volstaat. Daar kan niemand nog tegenop. Bij ons is dat niet anders. Wij maakten er ook dezelfde wet voor: met geld is alles is te koop, zowel in het halfrond als in de kleine paleizen.
Ook Europa ging voor de bijl: met één commissariaat heb je genoeg voor de rest van het leven, wat je erbij kan klussen is mooi mee genomen.
Intercommunales
Als je het blijft proberen, ben je - naar de uitspraak van de keizer - een ezel. Waarom zou je achter de peen blijven lopen die je nooit echt te pakken krijgt?
In intercommunales liggen de wortels voor het grijpen en je moet er zelfs niet aanwezig voor zijn. Als Sancho Panza op het paardje van Christus, de strijd tegen de molens is voor de ridder naast je. Als ik een ezel ben, moet de kiezer het ook zijn. En met dezelfde peen kan je wonderen doen.
Want de burger blijft erachteraan lopen, als achter de vrouw die hij graag ziet... Ook al wil die hem niet meer.