Particuliere investeerders die aandelen van dit fonds kopen, krijgen een belastingvoordeel: drie jaar lang een fiscale korting van 2,5% met een maximum van 1.000 euro. De overheid hoopt zo een half miljard euro te kunnen verzamelen en legt zelf ook 240 miljoen in de pot. Wie bijvoorbeeld 40.000 euro investeert, moet 3 jaar lang 1.000 euro minder belastingen betalen. In geval van overlijden moet je ook maar 3% erfbelasting betalen.
‘Het fonds moet als vliegwiel dienen om privaat kapitaal mee te trekken in de relance’, aldus economieminister Hilde Crevits (CD&V). Maar samen met het spaargeld trekt de regering-Jambon ook de burger zelf mee in het bad van een ideologisch project dat inzet op de ‘Vlaamse verankering’ van bedrijven. ‘Vlamingen zijn harde werkers en verstandige spaarders’, zo klonk de identitaire slagzin waarmee de regering haar plannen aankondigde.
‘Vriendenaandeel’
Met deze aanpak wil deze regering gezinnen dus mee verantwoordelijk maken voor de Vlaamse economie en hen financieel verbinden met het lot van ‘onze’ bedrijfsleiders. Dat geldt tevens voor het tweede luik van het relanceplan waarbij je ‘win-win aandelen’ tot maximaal 75.000 euro kan kopen van een bedrijf, in ruil voor vijf jaar lang een belastingvoordeel, opnieuw van 2,5% per jaar.
Dat dit systeem de naam ‘vriendenaandeel’ meekreeg, is veelzeggend over de opzet: de burger tot vriend maken van de Vlaamse private bedrijven. Samen maken ze een ‘schild’ in de strijd voor herstel?
De hoogdringende herfinanciering van de sociale zekerheid? Dat is een probleem voor rekening van de federale regering
Het ethisch appel is ook treffend: je wordt op kosten van de belastingbetaler uitgenodigd om een ‘vriend’ te worden, geen zakenpartner. Het gaat natuurlijk om een deal gaat voor wie centen over heeft en wil investeren.
Bovendien kan de regering zo de fiscale korting in aanbieding verantwoorden omdat ze in eerste instantie naar de burgers gaan, niet de bedrijven. De hoogdringende herfinanciering van de sociale zekerheid? Dat is een probleem voor rekening van de federale regering. Het ‘sterfhuis’ zoals Jambon het ooit noemde.
Eén volk, één economie
Deze aanpak past helemaal in de maatschappijvisie van Edmund Burke, inspirator van Bart De Wever en de filosoof van het elitarisme, die vindt dat de samenleving vanuit de top bestuurd moet worden door een natuurlijke elite.
Diens oude conservatisme kreeg in het tijdperk van het kapitalisme een naam: het corporatisme. Dat is de onvoorwaardelijke loyauteit aan de captains of industry en de bankiers. Al 200 jaar is Burke een inspiratiebron voor extreemrechts en voor fascisten. De heersende orde is voor hem een organische, natuurlijke ordening waarin iedereen zijn plaats heeft en moet kennen.
De Wever ziet ‘het Vlaamse volk’ als een idyllische, homogene gemeenschap zonder klassentegenstellingen, die zich laat leiden door de elite van die eigen ‘lotsgemeenschap’
Voor De Wever is zijn gedroomde Vlaamse natie zo’n organische, natuurlijke ordening. Hij ziet ‘het Vlaamse volk’ als een idyllische, homogene gemeenschap zonder klassentegenstellingen, die zich laat leiden door de elite van die eigen ‘lotsgemeenschap’. In deze verbondenheid zou je dan als individu geborgenheid vinden als je jezelf er maar ondergeschikt aan maakt. Sociale strijd verstoort de harmonie.
Kortom, het is de politieke begoocheling waarmee je de realiteit van de ongelijkheid en van de strijd ertegen handig kan wegdenken via een etnisch-cultureel ‘wij’ versus ‘zij’. ‘Wij’ zijn dan de volgzame, werkende en sparende Vlamingen samen met de patroons. ‘Zij’, dat is iedereen die niet in die kraam past of dit ‘inclusief’ Vlaanderen bekritiseert of zou verstoren.
Zo’n breuklijn plaatst werkende mensen tegenover elkaar. ‘Het volk’, dat zijn dan niet de werkende mensen maar slechts ‘onze mensen’. De economische breuklijnen en de sociale klassen moeten dan toegedekt worden.
De Wever spreekt graag schande over (opgeklopte) transfers van Vlaanderen naar Wallonië. De transfers in Vlaanderen van arm naar rijk zijn groter. Team Jambon wil nu een stap verder zetten: in tijden van de coronacrisis leggen ze de verantwoordelijkheid van het herstel bij de burger. Die moet zijn spaargeld investeren in het centenflamingantisme, met alle risico’s die daar onvermijdelijk mee gepaard gaan, ook de ideologische.