Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

In memoriam Erkki Liukku

Guido Van Meir
IMG_20210130_0001
In Café Club (tegenover Blandijnberg), januari 1968. V.l.n.r. Walter 'Sus' Saey, Erkki Liukku, Guido Van Meir

Ik heb Erkki van dichtbij meegemaakt in wat we gemakshalve maar ‘de Provoperiode’ zullen noemen. Ik schreef en hij tekende in Eindelijk, het blad van Sieg Van de Cruys waarrond de provobeweging in Gent zich kristalliseerde. Hij was de énige tekenaar van Eindelijk en zijn belang voor het blad kan niet overschat worden. Ook al omdat Eindelijk dankzij hem het nieuws haalde toen het in beslag werd genomen wegens pornografie, omdat Erkki een gangstertafereel had getekend waarop koningin Fabiola figureerde met een ontblote borst en Paul Vanden Boeynants met de loop van een kanon uit zijn openstaande gulp.

De eerste wonderboy peperbak
De eerste Wonderboy Peperbak

Later zou hij nog veel tekenen voor De Kassei en andere activistische publicaties van Armand Sermon, voor de Studentenvakbeweging en de faculteitskring van de Psychologie toen ex-provo’s die hadden overgenomen, en hij stond mee aan de wieg van het kortlevende stripblad Papa’s Droom. De activistische sfeer aan de Gentse universiteit in die periode Is voor mij – en voor iedereen die erbij was - onverbrekelijk verbonden met de tekeningen van Erkki.

Dat Erkki wat durfde als het erop aankwam, bleek tijdens de legertentoonstelling op het Sint Pietersplein in de herfst van 1966. Hij bleek toen de enige Gentse provo die het aandurfde een rookbom te gooien naar een tentoongestelde straaljager. Ook daarmee haalde hij het nieuws, en helaas ook de gevangenis omdat een omstaander – dat wil zeggen een geheimagent in trainingspak en met koersfiets -  hem in de loop van de avond alsnog op straat herkende.

Hij werd zo schandalig lang in voorarrest gehouden dat de studenten van de universiteit uit protest een dag in staking gingen om hem vrij te krijgen. Ik herinner mij ons zwaar op de proef gestelde stakingspiket aan de faculteit van de apothekers nog heel goed, maar dankzij het gloedvolle pleidooi van mijn advocaat Piet Van Eeckhaut kwam ik ervan af met een boete van 500 frank.

IMG_20210130_0001
In Café Club (tegenover Blandijnberg), januari 1968. V.l.n.r. Walter 'Sus' Saey, Erkki Liukku, Guido Van Meir

Een jaar heb ik met Erkki in hetzelfde huis gewoond, in de Van Hulthemstraat. Ik in de kelderkeuken, hij in de kamer boven mij. Hij had het huis gehuurd en was dus de syndicus die moest zorgen dat de lopende rekeningen op tijd betaald werden, de wc niet te lang verstopt bleef en in het algemeen de verslonzing niet de spuigaten uitliep. Regelneef was een rol die hem niet lag, maar die hij naar best vermogen vervulde, tot en met het aanbrengen van een berichtenbord in de gang en een postkastje voor de brieven.

Allergisch was hij vooral voor slordige medebewoners die op zijn kamer gebruik maakten van zijn platenspeler – de enige in huis - en die verzuimden om achteraf zijn platen weer in hun hoezen te steken. Door Erkki heb ik heel vroeg Pink Floyd leren kennen en het is dus dankzij hem dat The piper at the gates of dawn nog altijd in mijn kast staat.

Graag was ik hier geweest, graag had ik dit zelf voorgelezen, maar helaas, de situatie laat het niet toe. In gedachten verblijf ik vandaag op Erkki’s kamer in de Van Hulthemstraat, en ik luister naar Pink Floyd. Erkki zit aan zijn tafel en tekent in Jugendstil de affiche voor onze happening Het Evangelie op de Kouter dat we later op de avond gaan ophangen in ’t Keetje.