In mijn vorige column had ik het over bossen en bomen. Terwijl ik alhier op mijn erf gehaktballetjes zit rond te draaien, draaien mijn hersenen vierkant. Ik raak er niet meer uit.
Ofwel ben ik een verhemelst kalf, wat niet meer mogelijk is gezien mijn leeftijd, ofwel denkt de meerderheid: “Zijn we er aan gekloot, we kunnen er maar plezier aan gehad hebben.”
Neen, ik ben niet dronken, noch stoned.
In tijden van schaamte en bedrog blijken de laatste redmiddelen imagebuilding (het woord alleen al!) en schadebeperking te zijn. Dat een schoenenfabrikant een mooie meid laat opdraven met zijn laatste nieuwe model schoeisel daar kan ik perfect inkomen maar dat de verantwoordelijken des vaderlands, bonzen van vakbonden, herders van katholieke schapen, binnenskamers meedogenloze, ethiekloze wolven zijn maar alvorens te verschijnen aan het publieke oog zich laten ombouwen tot gezwinde, sympathieke, meelevende burger pik ik niet.
Toen Paola net was opgetakeld tot koningin werd van Jean-Luc Dehaene, die toen premier was, geëist dat hij en en zijn ministers bij bezoek aan het Hof een 'pitteleer' of rokkostuum zouden dragen. Hierop gaf Jean-Luc aan zijn mederegeerders te verstaan dat diegenen die het zouden wagen zich in een dergelijk apenpak te tooien bij een een eventueel oponthoud ten paleize na afloop hun biezen konden pakken. Een vent naar mijn hart, die Jean-Luc.
Voorbeelden te over van achteloos vergeten microfoons die plots een scheldkannonade door de luidsprekers laten galmen van de zonet speechende sympathieke politicus die even niet oplette.
Hoewel dit meer dan bekend is, stelt niemand zich daar nog vragen bij. Het is blijkbaar danig ingeburgerd dat alles een pantomime is, een schouwspel waarbij de ingestudeerde rollen doorgaan voor realiteit. Beangstigend als u het mij vraagt.
Ondertussen bent u er wel van overtuigd dat ik bezopen noch apestoned ben.
Tom Lievens