Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Abstracte en concrete ethiek

Koen Smets
water ride
Ons gevoel voor ethiek wint uiteindelijk het pleit tegenover eigenbelang. (Philipp Roth/Flickr CC BY NC ND 2.0)

Op een mooie zomerdag bezochten drie schoolvriendinnen, Paula, Sarah en Jessica, een groot pretpark. Het was er erg druk, en er moest tot twee uur lang worden aangeschoven voor de meest populaire attracties. Omdat ze vreesden dat ze niet op alle attracties zouden kunnen, gingen ze meteen naar een waterattractie waarvan ze eerder hadden besloten dat die voor hen een absolute must was.

Maar naarmate de temperatuur steeg, werden de wachttijden daar zo mogelijk nog langer dan elders. Frustratie en teleurstelling namen toe – zouden ze nu echt het grootste deel van de dag in de rij moeten staan? Of was er een manier om die ondoenbaar lange wachttijden te omzeilen?

Buigzame ethiek

Deze anekdote werd, in een recente aflevering van de uitstekende podcast Hidden Brain, verteld door "Paula" (niet haar echte naam). Terwijl zij en haar vriendinnen bespraken wat voor soort mensen niet in de rij zouden hoeven te staan, zagen ze plots iemand in een rolstoel bij de uitgang, die werd binnengelaten en meteen vooraan de rij mocht plaatsnemen. Ze keken elkaar aan en beseften dat ze een oplossing hadden gevonden.

Een lichamelijke handicap zou moeilijk te faken zijn, maar Sarah, die al eerder had geacteerd, zou Paula's nichtje spelen, en doen alsof ze een ernstige neurologische aandoening had. Ze legden een handdoek over haar hoofd, hielden die vochtig door er wat water op te sprenkelen om haar koel te houden, en zetten haar, grommend en zwaaiend met haar ledematen, neer op een bankje vlakbij de ingang.

Paula ging naar het loket, legde de situatie uit en vroeg of het mogelijk was een speciale pas voor haar nichtje te krijgen. De medewerkers – tieners die nauwelijks ouder waren dan zijzelf – waren argwanend, en weigerden. Zulke speciale pasjes waren enkel bedoeld voor mensen die niet konden staan, legden ze uit.

Paula keerde terug naar haar vriendinnen en na kort overleg kwam ze weer naar het hokje, en voerde aan dat Sarah door lang in de rij te staan in de hitte almaar onrustiger en lastiger zou worden. Na nog eens een halfuur onderhandelen werd er een supervisor bijgehaald, en kregen ze ten slotte hun pasjes.

queueing
Hebben we hier een ethisch offer voor over? (Pankgraf/Pixabay)

Paula en haar twee vrienden waren gewetensvolle studenten, zonder een voorgeschiedenis van valsspelen of bedrog. Als iemand hen op een ander ogenblik zou hebben gevraagd naar de ethiek van het faken van een handicap om een voordeel te bekomen, zouden zij, zoals de meeste mensen, dit ongetwijfeld als verwerpelijk gedrag hebben veroordeeld. Dat is een deontologisch perspectief, verwijzend naar het schenden van de norm van eerlijkheid. Wat kon deze gewetensvolle meisjes dan tot dit dubieuze gedrag hebben aangezet?

Meerdere zaken, zo blijkt. Fundamenteel in hun keuze was hun eigenbelang, maar dat zagen ze specifiek als het vermijden van een verlies: zij wilden namelijk niet een groot deel van de dag in de blakende hitte in de rij staan, eerder dan gewoon de rij omzeilen om wat tijd te winnen. De verliesaversie versterkte dus wellicht hun motivatie.

Daarnaast bracht de belangrijkheid van hun doel hen in een toestand van tunnelvisie, een geestestoestand waarin alle aandacht gaat naar één enkel cruciaal objectief, ten koste van al de rest. Als we ons doel tegen elke prijs moeten bereiken, gaan afwegingen, inclusief morele afwegingen, uit het raam.

Hun intense doel zorgde er ook voor dat groepsdenken de overhand kreeg: de drie vriendinnen praatten elkaar naar de mond, en niemand overwoog op enig moment een ander perspectief. En dat leidde dan weer tot escalatie van engagement: we zijn nu al zo ver gekomen, dus we moeten er wel helemaal voor gaan. Dat is waarom ze niet opgaven nadat de pasjes eerst waren geweigerd.

Deontologie maar met mate

Een recente paper van econoom Eberhard Feess en collega’s werpt nog wat meer licht op de situatie. De onderzoekers gingen na wat de motieven achter twijfelachtige keuzes zouden kunnen zijn, aan de hand van een reeks experimenten. In een daarvan werden de deelnemers als Speler 1 en Speler 2 in duo’s opgedeeld, niet in staat om elkaar te zien of met elkaar te communiceren.

Beide spelers werd gevraagd een muntstuk op te gooien en vervolgens – eerst Speler 1, dan Speler 2 – de uitkomst te rapporteren. Omdat het opgooien ongezien plaatsvond, konden de spelers desgewenst liegen. Als beiden meldden kop te hebben opgegooid, kregen ze extra geld, terwijl als ten minste een van hen munt aangaf, ze niets zouden winnen.

De hypothese van de onderzoekers was dat, indien de deelnemers in de rol van Speler 2 beduidend meer kop rapporteerden dan Speler 1, nadat die eerder hetzelfde had gemeld (en dus zo het extra geld veiligstelden), de spelers karakteristiek zouden zijn voor gematigde deontologie. Dit betekent dat zij de morele kosten van het overtreden van de norm (gij zult niet liegen!) zouden proberen te vermijden, zelfs als niemand daardoor schade zou ondervinden, maar dat zij ook bereid zouden zijn die kosten af te wegen tegen de gevolgen.

Van de 400 Spelers 1 (48%) rapporteerden 193 kop, wat suggereert dat hier geen sprake was van liegen (zij hielden zich dus aan de norm, ook al werd niemand geschaad). Van de 193 Spelers 2 in deze situatie meldden er vervolgens 112 kop (58%, een surplus van meer dan 20%), een duidelijke aanwijzing dat een aanzienlijk deel loog en dus er de morele kosten voor overhad om het extra geld op te strijken.

Ook de drie meisjes lijken te hebben gehandeld als gematigde deontologen: het gevolg van het bedrog was belangrijk genoeg om te worden afgewogen tegen het overtreden van de norm. De overtreding was overigens gemakkelijker te rechtvaardigen, aangezien niemand door hun actie werd geschaad (het effect van drie mensen die de rij omzeilen voor de andere wachtenden was verwaarloosbaar).

De rest van de dag maakten ze dus optimaal gebruik van hun onrechtmatig verkregen pasjes, en in plaats van de hele tijd te staan aanschuiven gingen ze meermaals in de ene na de andere attractie. En al die tijd viel Sarah geen moment uit haar rol. Toen ze bij hun vertrek ’s avonds terugkeken op de dag, vonden ze het heel knap hoe ze met hun goed opgezette list het parkpersoneel te slim af waren geweest en zo een fantastische tijd hadden gehad.

De drie vriendinnen kwamen ook overeen dat niemand ooit het bedrog zou te weten komen, en ze spraken een gezamenlijk verhaal af hoe vreselijk de dag wel was geweest met het lange wachten in de blakende zon…

Hogere ethiek

Maar na een tijdje begonnen ze te twijfelen. Was dit wie ze echt waren? Toen ze thuiskwamen, voelden ze dat ze op een beschamende manier hadden gehandeld. De prettige herinnering aan het onmiddellijke gevolg van hun oneerlijkheid (het beste van hun dag maken) werd nu overschaduwd door het besef dat ze daarvoor waarden met de voeten hadden getreden die hen allen dierbaar waren. Hun compromis bleek een paar uur later niet meer zo'n slim idee.

Uiteindelijk worden we gedreven door zelfzuchtige motieven. De evolutie heeft ons daarvan voorzien, om ons te helpen overleven, te gedijen en onze genen door te geven. Maar de evolutie heeft ons ook uitgerust met vaardigheden om effectief te functioneren in complexe, samenwerkende sociale gemeenschappen, en een sterk gevoel voor ethiek is daarbij een belangrijk instrument.

Het verhaal van de drie meisjes illustreert hoe algemene, abstracte ethische waarden in conflict kunnen komen met een concrete situatie, en hoe onze onmiddellijke behoeften ons morele kompas opzij kunnen schuiven en ons op het pad van eigenbelang kunnen leiden. De cognitieve neigingen die hen daartoe brachten – verliesaversie, tunnelvisie, groepsdenken, escalatie van inzet – kunnen beslist adaptief zijn als het om onze overleving gaat. Maar dat betekent niet dat ze dat altijd zijn.

Toch is het uiteindelijk ons gevoel voor ethiek dat het pleit wint. We beseffen bijna altijd achteraf dat we tegen onze eigen diepste waarden hebben gehandeld. Elke schending kan ons een beetje dichter bij ons ethisch ideaal brengen, treffend verwoord door de Amerikaanse schrijver en natuuronderzoeker Aldo Leopold: "Ethisch handelen is doen wat juist is wanneer niemand anders toekijkt – zelfs wanneer het verkeerde doen niet tegen de wet is".

LEES OOK
Koen Smets / 01-09-2023

De ethiek van vrijwillige economische transacties

Ook vrijwillige transacties kunnen ethische vragen oproepen.
made redundant
Koen Smets / 31-03-2023

Dagelijkse ethiek

Lastige ethische vragen komen op ieders pad te liggen.
Halo
Ben Caudron / 05-01-2023

Zure oprispingen over de ethiek van het platform

Een pleidooi om stil te staan bij de ethiek van internetplatformen leidt tot zure oprispingen.
Twitter