Grootgrondbezitters als Van Thillo tonen weinig ambitie voor natuur

Steven Vanden Bussche
Net als het gros van de private natuurbeheerders kiest mediatycoon Van Thillo niet voor de hoogste ambities in zijn natuurbeheerplan.
Net als het gros van de private natuurbeheerders kiest mediatycoon Van Thillo niet voor de hoogste ambities in zijn natuurbeheerplan. (© Steven Vanden Bussche)

Verscholen in de Kalmthoutse Heide ligt een domein van Christian Van Thillo, de sterke man achter DPG Media. De topman van het grootste mediaconcern van België en Nederland behoort tot een select kransje grootgrondbezitters in de Lage Landen.

Samen met zijn echtgenote beheert de mediatycoon een ruim 400 hectare groot grensoverschrijdend privaat domein. Twee derde van het gebied ligt op Nederlands grondgebied, de rest in het Belgische deel van het grenspark in de Noorderkempen.

Afgelopen zomer liep het openbaar onderzoek af naar zijn natuurbeheerplan waarmee zijn patrimoniumvennootschap Finimvest het domein Putse Moer wil beheren. Dat bestaat uit Europees beschermde topnatuur. Het gebied ligt in vogel- en habitatrichtlijngebied en maakt integraal deel uit van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN).

Verscholen in de Kalmthoutse Heide beheert mediamagnaat Christian Van Thillo een ruim 400 hectare groot grensoverschrijdend privaat domein

Eyecatcher is een zeventien hectare groot ven dat een belangrijk leefgebied is voor Europees beschermde amfibiesoorten zoals de heikikker en de rugstreeppad of vogelrichtlijnsoorten zoals de zwarte specht en de wespendief.

Het immense landgoed bestaat verder uit oude eiken-berkenbossen, natte en droge heide, oude grove dennenbossen en landduinen. Maar de kwaliteit van de heidehabitats laat te wensen over, zo staat in het natuurbeheerplan. Van Thillo wil daar iets aan doen. Hij is ook bereid om land- en stuifduinen opnieuw in te richten.

Maar daarvoor moet boter bij de vis komen.

“Er dient een evenwicht bewaard te worden tussen ecologische en economische doelstellingen. Expliciete beheerdoelstellingen in functie van natuurwaarden zullen enkel gerealiseerd worden als de nodige financiële middelen voor de inrichting en beheer ter beschikking worden gesteld”, laat de mediamagnaat optekenen in zijn visie op het beheer van zijn domein.

Gelijkberechtiging

Die middelen zijn sinds 2017 voorzien in het nieuwe Natuurdecreet. Grootgrondbezitters lobbyden jarenlang om - net als natuurverenigingen - toegang te krijgen tot subsidies voor de aankoop en het beheer van natuur.

Vooraleer private eigenaars van natuur subsidies krijgen, moet het Agentschap voor Natuur en Bos een natuurbeheerplan goedkeuren

“Bij de beoordeling van natuurbeheerplannen hanteren we sinds de wijzigingen in de wetgeving in 2017 gelijkberechtiging als principe”, zegt Jan Menschaert, coördinator natuurbeheerplannen van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). “Elk dossier wordt gelijk beoordeeld, los van de eigenaar. Dat kan zowel een overheid zijn, een terreinbeherende vereniging (zoals Natuurpunt), een rechtspersoon of een individuele private eigenaar.”

Maar vooraleer subsidies toegekend worden, moet het ANB een natuurbeheerplan goedkeuren. Daarin staat heel gedetailleerd welke maatregelen op 24 jaar nodig zijn om bepaalde doelstellingen te behalen. Die doelen, ‘natuurstreefbeelden’ genoemd, zijn in drie types ondergebracht: ‘vegetaties’, ‘leefgebieden van soorten’ en ‘natuurlijke processen de vrije loop laten’.

Voor de ontwikkeling van natuurgebieden wordt in het Natuurdecreet vertrokken vanuit het principe van ‘multifunctionaliteit’. “Ecologische doelstellingen zijn uiteraard belangrijk, maar zowel voor de Vlaamse overheid als voor de private eigenaar kunnen economische en sociale doelen in meer of mindere mate ook belangrijk zijn”, zegt Menschaert. 

In private handen

Vlaanderen telt zowat 100.000 hectare effectief beheerde natuur. Die is vooral in handen van de Vlaamse overheid (Agentschap voor Natuur en Bos) en andere overheden, gevolgd door de zogenaamde ‘terreinbeherende verenigingen’ met Natuurpunt als grootste en bekendste voorbeeld.

Voor ruim 5.500 hectare in privaat bezit is de voorbije jaren een natuurbeheerplan goedgekeurd

Voor zowat de helft van de Vlaamse natuur onder effectief beheer bestaat er een natuurbeheerplan volgens het Natuurdecreet. Daarvan is de voorbije vijf jaar niet minder dan 5.543 hectare natuur van private eigenaars goedgekeurd. Dat blijkt uit cijfers die Apache verzamelde bij het Agentschap Natuur en Bos. Uit een vergelijking van de verschillende types natuurbeheerplannen blijkt dat private eigenaars allerminst voor de hogere ambitieniveaus gaan.

Er bestaan namelijk vier types natuurbeheerplannen waarvan het beheer in ambitieniveau stijgt van 1 tot 4. Natuurbeheerplannen type 1 komen neer op een behoud van de aanwezige natuurwaarden (stand still). In type 2 en 3 worden op respectievelijk 25 en 90% van de oppervlakte zelfgekozen natuurdoelen (‘natuurstreefbeelden’) gerealiseerd.

Tussen type 2 en 3 legt de overheid ook allerlei kwaliteitseisen en voorwaarden op, zoals bijvoorbeeld een minimale aaneengesloten oppervlakte van tien hectare bos. De hoogste ambitie ligt in de creatie van natuurreservaten (type 4). “Hoe hoger het type, hoe belangrijker de ecologische doelstellingen. Voor private eigenaars wordt dat een afweging”, zegt Menschaert.

Niet voor hoogste niveaus

Voor ruim 80% (4.569 hectare) van de erkende private natuur is een beheerplan type 2 goedgekeurd. Met andere woorden: voor het gros van de private natuur wordt iets meer gedaan dan een achteruitgang vermijden (type 1), maar tegelijk niet voor de twee hoogste ambitieniveaus (type 3 of 4) gegaan.

Slechts zeven private eigenaars gingen voor de hoogste ambitie, voor in totaal amper 36 hectare private natuur

Voor slechts 638 van de 5.500 hectare erkende private natuur is er een goedgekeurd beheerplan type 3. Daarvan ligt het grootste landgoed in Puurs-Sint-Amands. In Zuid-Amerika verblijvende erfgenamen van de adellijke familie Pierrefeu maakten een beheerplan op voor zeventig hectare van het kasteeldomein Hof Ter Melis.

Dat kleine aandeel type 3 groeit wel verder. Mediamagnaat Van Thillo stelt in zijn natuurbeheerplan voor om 81 hectare natuur onder type 2 (waar het gros op inzet) te beheren en de resterende 56 hectare als type 3. Voor minstens een kwart van de oppervlakte onder type 2 moet één natuurstreefbeeld gerealiseerd worden, maar Van Thillo trok dat percentage op tot 40%. 

Van Thillo is dus iets ambitieuzer dan het gros van de private eigenaars. Toch laat hij zijn domein niet als natuurreservaat erkennen. Slechts zeven private eigenaars gingen voor de hoogste ambitie. Voor amper 36 van 5.500 hectare private natuur werd een natuurbeheerplan type 4 opgemaakt.

Grote Meneer

Het duurde ook jaren vooraleer grootgrondbezitters die stap deden: het allereerste private natuurreservaat werd pas in 2021 erkend.

De Zolderse adellijke familie de Villenfagne de Vogelsanck, een van de grootste grootgrondbezitters in de provincie Limburg, maakte een natuurbeheerplan op voor ruim 25 hectare van het gebied Bossen aan de Kluis van Bolderberg. Die topnatuur uit het VEN wordt de komende 24 jaar aan de hoogste kwaliteitseisen beheerd en beschermd.

Daarna volgde onder meer een privaat natuurgebied van de Horebeekse natuurgids Raoul D’Hoossche, actief in Natuurpunt en de Bosgroep Vlaamse Ardennen. Op de grens met Maarkedal ontwikkelde hij een klein privaat reservaat met bivakweide dat uitkijkt op De Grote Meneer, een honderdjarige majestueuze eik.

“Het aandeel van private eigenaars die een natuurreservaat oprichten, is eerder beperkt”, erkent ook Jan Menschaert. “Er zijn nochtans genoeg private eigenaars die kunnen instappen, maar bij de afweging in het kader van multifunctionaliteit worden andere keuzes gemaakt."

"Het aandeel kan op termijn wel groeien, wanneer iedereen goed snapt wat de krijtlijnen en de kaders zijn. Landelijk Vlaanderen streeft daar naar binnen zijn werking, en stimuleert bij de aankoop en verkoop van gronden naar zelfrealisatie. Dat aspect proberen wij zo neutraal mogelijk in te vullen.”

Welk soort natuur?

Een analyse van de natuurdoelen in de natuurbeheerplannen van private eigenaars toont dat voor zowat de helft de oppervlakte voor ‘vegetaties’ gekozen wordt. Het gaat vooral om bossen, de helft ‘droge bossen’ en ruim een kwart ‘inheemse naaldbossen’. “Historisch liggen de natuurwaarden van private eigendommen vooral in bosdomeinen en niet zozeer in open natuur”, zegt Menschaert.

Boter bij de vis

Afhankelijk van het soort erkende natuur krijgt een eigenaar beheersubsidies. Ook de opmaak van een natuurbeheerplan zelf wordt financieel ondersteund. Daarnaast zijn er ook nog extra compensaties voor wie het gebied toegankelijk maakt voor het publiek of inricht.

“Als we voor iedereen een gelijkberechtiging nastreven, dan geldt dat ook voor beheersubsidies”, stelt Menschaert. Bij de opmaak van het Natuurdecreet is voor alle natuurstreefbeelden berekend wat het beheer (geïndexeerd) kost en opbrengt. “Gemiddeld wordt ongeveer 80% van de effectieve beheerkost gefinancierd door de overheid."

Jan Menschaert (ANB): 'Gemiddeld financiert de overheid ongeveer 80% van de effectieve beheerkost voor natuurgebieden'

"Er is met andere worden nog altijd een restfinanciering die eigenaars met eigen middelen bijpassen of via vrijwilligerswerk oplossen.  Ik begrijp de commentaar op die kost, maar van natuurbeheer word je niet rijk, er hangt nu eenmaal een soort engagement aan vast.”

Landelijk Vlaanderen hekelt dat de beheersubsidies berekend zijn voor terreinbeherende verenigingen en de zogenaamde ‘normkost’ de toegang tot subsidies beperkt voor private eigenaars. “De subsidies zijn berekend op 70% van de beheerskosten. Dat betekent dat een private eigenaar gemiddeld 30% eigen middelen moet inbrengen”, zegt directeur Valérie Vandenabeele van Landelijk Vlaanderen (het ANB spreekt over een verhouding 80% subsidie en 20% eigen middelen).

“Daarom kiezen de meeste private eigenaars ook voor type 2 natuur. Om inkomsten te halen kunnen ze natuurbeheer combineren met houtproductie, jacht of andere vormen van exploitatie zoals landbouw of toerisme. De meeste eigenaars hebben gronden geërfd en moeten dat beheer kunnen financieren. Krijgen ze dat niet rond, dan is er eigenlijk geen natuurbeheer mogelijk."

"Bovendien kijken ze ook naar de volgende generatie. Een gebied dat als natuur beheerd wordt, betekent dat je verplicht bent de stand still eeuwig te garanderen. Ook als de wetgeving verandert of je krijgt geen subsidies meer. Eigenaars vragen zich af of hun kinderen dat ook willen en kunnen voortzetten.”

Samen beheren?

Veel private eigenaars willen wel aan natuurbeheer doen, maar zoeken dus een systeem om minstens alle kosten eruit te halen, klinkt het bij Landelijk Vlaanderen. De organisatie van landeigenaars rekent daarom op een zekere soepelheid in de regelgeving.

Bart Van Hulle (Open Vld): 'Natuurpunt kan een terrein beheren aan een bepaalde kostprijs dankzij zijn vrijwilligers, maar voor die prijs kan een privépersoon dat nooit doen'

“Op enkele schadelijke soorten na mag er bijvoorbeeld geen jacht zijn in een natuurreservaat. Bosbouw is er ook verboden, maar waarom zou je niet één keer om de zes jaar beheerwerken buiten de schoontijd (broed- of bloeiperiode kwetsbare soorten) mogen uitvoeren? Op de manier is het perfect mogelijk om die 30% te compenseren.”

Vlaams volksvertegenwoordiger Bart Van Hulle (Open Vld), zelf een zevende generatie boomkweker, ondersteunt de kritiek van Landelijk Vlaanderen. Door te schuiven met budgetten kan de overheid tegemoet komen aan de vraag. “We moeten de beheersubsidies optrekken en de aankoopsubsidies afbouwen”, zegt Van Hulle.

“Met dezelfde pot geld kunnen we veel meer resultaten bereiken. Natuurpunt kan een terrein beheren aan een bepaalde kostprijs dankzij zijn vrijwilligers, maar voor die prijs kan een privépersoon dat nooit doen. We moeten een gelijk speelveld creëren voor alle actoren."

"Bovendien moet de overheid beter controleren op die beheersubsidies: die mogen pas uitbetaald worden als eigenaars effectief aan beheer doen. Dit is nu te laks", zegt Van Hulle.

Vlaams Parlementslid Chris Steenwegen (Groen) vraagt zich af waarom een private eigenaar die 30% niet zelf zou kunnen compenseren. “Als een private eigenaar een maatschappelijke rol wil vervullen, waarom zou hij daar geen mensen rond zich voor verzamelen? Wildbeheerseenheden doen ook aan biotoopverbetering met vrijwilligerswerk."

Chris Steenwegen (Groen): 'Je kan je als private eigenaar niet gaan isoleren op de eigendom maar wel verwachten dat de overheid moet betalen'

"Als beheer alleen maar kan wanneer de overheid voldoende vergoedt om betaalde krachten in te huren of er zelf voor betaald te worden, dan zou de overheid het beter zelf doen. Je kan je als private eigenaar toch niet gaan isoleren op de eigendom maar wel verwachten dat de overheid moet betalen. Gebruik het aspect natuurbeheer om samen met anderen zorg te dragen voor je eigendom.”

Er zijn wel degelijk private eigenaars die erin slagen om een community rond zich te bouwen, zoals de familie d’Ursel bij het Kasteel van Heks in het Limburgse Heers bijvoorbeeld of Raoul D’Hoosche met (publiek toegankelijke) private natuur op de grens van Horebeke en Maarkedal in Oost-Vlaanderen.

Drempels voor aankoopsubsidies

Bovenop de discussie over de niet-kostendekkende beheersubsidies morren grootgrondbezitters ook over de regeling voor aankoopsubsidies voor natuurreservaten (type 4). Ook dat is volgens Landelijk Vlaanderen afgestemd op natuurverenigingen. Particulieren die hun grond omvormen naar natuur krijgen de waardevermindering van hun grond niet (of niet volledig) gedekt met subsidies en ook de instapvoorwaarden zijn volgens de landeigenaars ‘ontmoedigend’.

Enkel natuurbeheerders die al type 4 natuur bezitten of samenwerken met een eigenaar (privaat of publiek) die aangrenzend een reservaat beheert, kunnen er gebruik van maken. Er zijn ook nog andere voorwaarden, onder meer rond minimumoppervlaktes. “Als je geluk hebt, kan je aansluiten bij een buurman, zoals het Agentschap voor Natuur en Bos”, zegt Valérie Vandenabeele. “Maar dat loopt niet vlot, we hebben nu weet van een paar dossiers."

"Anderzijds zijn enkele van onze leden kapitaalkrachtig genoeg waardoor ze net als grote natuurverenigingen kunnen voldoen aan de minimaal nodige oppervlakte. Ze willen hun eigen gronden in type 4 zetten om dan net als natuurverenigingen aankoopsubsidies te krijgen om meer natuur te creëren."

Jan Menschaert (ANB): 'Onze finale doelstelling is dat er meer natuur ontwikkeld wordt in Vlaanderen, onder meer door een model van lokale samenwerkingen'

"Maar dan beoordeelt de overheid dat die gronden bijvoorbeeld onvoldoende aansluiten en dat terwijl er wel gebieden van natuurverenigingen niet aan de minimale oppervlaktes voldoen. Dat komt oneerlijk en ontmoedigend over voor die private eigenaars die aan natuur willen werken. Het zijn daarom tot nu toe ook enkel natuurverenigingen die gebruik kunnen maken van subsidievoordelen.”

Een private eigenaar kan perfect een beheerplan opmaken voor een natuurreservaat (en aankoopsubsidies krijgen) als het gebied aansluit op dat van een terreinbeherende vereniging of de overheid. “Die lokale samenwerkingen zijn al opgestart. Ze staan momenteel nog in de kinderschoenen, maar het is zeker een model dat kan groeien”, zegt Menschaert. “Het is voor ons belangrijk om de middelen te bundelen. Onze finale doelstelling is dat er meer natuur ontwikkeld wordt in Vlaanderen, rekening houdend met waar het beheersplan zich situeert.”

Chris Steenwegen was in de periode 2011 en 2018, toen het Natuurdecreet opgemaakt werd, algemeen directeur van Natuurpunt. “Natuurpunt is erin geslaagd om heel wat lokale natuurverenigingen onder zijn koepel te verenigen zodat de instapvoorwaarden makkelijk gehaald kunnen worden.

"Vanuit die logica zouden ook eigenaars zich kunnen verenigen. Ik stel vast dat de meeste private eigenaars dat eigenlijk niet willen. Ze kijken dus beter even naar zichzelf. Maar het is ook een financieel verhaal. Hun kritiek luidt namelijk dat als je bestaande gronden moet omzetten in natuur je aan kapitaalsvernietiging doet en daar niet voor gecompenseerd wordt.”

Eeuwige natuur

Voor private eigenaars is het beheer van gronden ook een economisch gegeven, erkent Valérie Vandenabeele, terwijl er (op een gedeeltelijke uitzondering voor bebossing na) geen compensaties voor een ‘waardeverlies’ zijn. “Gronden hebben een potentiële waarde volgens hun bestemming, net als een bouwgrond. Als eigenaars gronden omzetten van bijvoorbeeld landbouw in natuur dan worden die ‘eeuwigdurende natuur’ en verliezen die vanuit economisch standpunt in waarde.”

Valérie Vandenabeele (Landelijk Vlaanderen): 'Als eigenaars gronden omzetten van bijvoorbeeld landbouw in natuur dan verliezen die waarde vanuit economisch standpunt'

Een ander heikel punt is de zogenaamde ‘erfdienstbaarheid’. Private natuurbeheerders die gronden aankopen met overheidssubsidies engageren zich om die dus ‘blijvend’ als natuur te beheren. “Afhankelijk van het aankoopbedrag kan de overheid tot 90% subsidiëren”, zegt Menschaert. “De restfinanciering is dan voor de eigenaar. Die subsidies zijn best wel substantieel, waardoor het niet meer dan logisch is dat de wetgever kiest voor een permanente invulling van die gronden.”

Nochtans zijn er voor landeigenaars sinds 2018 ook toegevingen gedaan in de fiscaliteit. Bedoeling daarvan is dat het patrimonium bij generatiewissels als geheel bewaard kan blijven. Zo wordt er fors geknipt in de erfbelasting, van een halvering voor type 2 natuur tot een volledige vrijstelling voor echte natuurreservaten (type 4).

Grootgrondbezitters die bij leven schenken, kunnen rekenen op een nog aantrekkelijkere regeling. Voor type 2 natuur wordt die driekwart vrijgesteld, voor types 3 en 4 is er zelfs een volledige vrijstelling. Eigenaars van natuurreservaten (type 4) betalen ook geen onroerende voorheffing.

Blik van ondernemer

Bij de opmaak van natuurbeheerplannen wordt rekening gehouden met de ecologische, economische en sociale doelstelling van een natuurgebied. Om beheerskosten te beperken heeft het natuurgebied van de Van Thillo’s een duidelijke economische functie. Het domein wordt gebruikt voor de productie van brandhout en er worden ook stukken gebruikt voor landbouw, jacht en de exploitatie van rododendron voor bloemsierkunst.

Valérie Vandenabeele: 'Is het verantwoord om al dat geld in te zetten voor natuurverenigingen, terwijl er mogelijkheden zijn om er economisch rendement uit te halen?'

“De schaal waarop hier aan bosbouw kan gedaan worden, is economisch interessant en betekent een relatieve meerwaarde voor de houtprijs”, luidt het in het natuurbeheerplan van Van Thillo. “De afwisseling tussen bossen, graslanden en akkerbouw zorgt voor een gezonde populatie van reewild.”

Toch dreigen dure bestrijdingen van exotische boomsoorten, al zijn er ook daar subsidiemogelijkheden. “De nadruk ligt op economische doelstellingen, maar er wordt rekening gehouden met natuurwaarden”, luidt het samenvattend in het plan.

Landelijk Vlaanderen ondersteunt dergelijk ondernemerschap op het platteland. “Subsidies moeten voor dezelfde doelen ingezet worden. We zitten nu met voorwaarden die gemaakt zijn op basis van een model dat bestond voor natuurverenigingen”, zegt Valérie Vandenabeele.

“Daarin is te weinig ruimte voor diversificatie, want private eigenaars kijken meer met een ondernemersdoel naar het platteland. De vraag is ook of het verantwoord is om al dat geld in te zetten voor natuurverenigingen, terwijl er mogelijkheden zijn om er economisch rendement uit te halen.”

Ecosysteemdiensten niet vergoed

Landelijk Vlaanderen ijvert vanuit die optiek ook actief om grondbezitters te vergoeden voor het leveren van ecosysteemdiensten. “Landbeheerders leveren aan de hand van hun succesvol natuurbeheer ecosysteemdiensten aan de omgeving, en dragen zo deels bij aan een compensatie van de industriële milieu-impact”, argumenteert directeur Vandenabeele in het ledentijdschrift van deze zomer.

De organisatie stelt de overheid voor om te starten met het vergoeden van koolstofopslag, omdat er voor die handel al een procedure bestaat. “Biodiversiteitskredieten zouden ook een aanvulling kunnen zijn op het verlies aan opbrengsten.”

“Het klopt dat een vergoeding voor het leveren van ecosysteemdiensten in de huidige regeling niet ingebouwd is en er zijn ook geen regelgevende initiatieven lopende”, zegt Menschaert. “Eigenlijk gebeurt die vergoeding voor het leveren van ecosysteemdiensten nergens, ook internationaal niet, al is er wel veel discussie over. Er wordt op Europees niveau bijvoorbeeld wel nagedacht over het vergoeden van koolstofopslag.”

Overigens worden landbouwers die maatregelen nemen om de biodiversiteit op akkers en weilanden te verhogen wel via een systeem van beheersovereenkomsten gecompenseerd voor inkomensverlies.

De ven Putse Moer, deel van een privaat natuurgebied in spe, in handen van mediatycoon Christian Van Thillo
De ven Putse Moer in de Kalmthoutse Heide, deel van een privaat natuurgebied in spe, is in handen van mediatycoon Christian Van Thillo. (© Steven Vanden Bussche)

Minimale toegankelijkheid

Zowel de adellijke familie Vogelsanck als de Oost-Vlaamse natuurgids D’Hoossche stellen hun natuurreservaten permanent open voor het publiek. Dat is echter lang niet altijd het geval. Mediamagnaat Van Thillo bijvoorbeeld kiest voor een minimale toegankelijkheid en betrokkenheid van derden. “De toegankelijkheid wordt beperkt gehouden: geen aanleg van picknickzones of permanente wandel-, fiets- of ruiterpaden”, laat hij optekenen. “Eenmaal per jaar kan een openstelling van het gebied op aanvraag.”

Een praktijkvoorbeeld toont hoe dat in zijn werk gaat. Dit voorjaar bijvoorbeeld kwam bij hem een vereniging op bezoek die grenspalen in beeld brengt. Een tiental liefhebbers liep op 1 april met Van Thillo langs de Belgisch-Nederlanse grens op het domein op zoek naar drie grenspalen en zes grensstenen.

Jan Menschaert (ANB): 'Als een eigenaar financiering wil voor natuurbeheer, dan vragen we wel een minimale toegankelijkheid'

“Wanneer wij middelen voorzien voor het beheer van natuur, dan is er wel een vraag naar private eigenaars om een soort minimale toegankelijkheid te organiseren”, zegt Jan Menschaert. “Er is wel een grote vrijheid om die toegankelijkheid in te vullen. Dat kan bijvoorbeeld door een jaarlijkse bezoekdag te organiseren tot een aantal wegen openstellen of speel- en picknickzones in te richten. Kiest een private eigenaar voor permanente openstelling, dan wordt in extra financiering voorzien.”

Toch gebruiken private eigenaars vaak het privacy-argument om voor een minimale invulling te gaan of zelfs dat te bekritiseren. “We hebben daar ook begrip voor”, zegt ANB. “We vragen niet per definitie dat een domein permanent wordt opengesteld. Maar als je financiering wil voor natuurbeheer, dan vragen we wel een minimale toegankelijkheid.”

Chris Steenwegen wijst erop dat een toegankelijkheidsregeling ook als randvoorwaarde opgelegd wordt bij terreinbeherende verenigingen. “Als je een draagvlak voor natuur wil behouden en uitbreiden en ook publieke middelen in privaat natuurbeheer investeert, dan is het toch normaal dat een overheid iets terugvraagt. Eigenlijk tonen dergelijke discussies dat men graag de centen wil, maar niet de consequenties.”

Bos breidt moeizaam uit

Private natuurbeheerders kiezen niet alleen voor minder ambitieuze natuurbeheerplannen, ook de bosuitbreiding stokt. Ondanks beloftes van private eigenaars in de publiek-private Bosalliantie is hun aandeel beperkt, hekelde Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) recentelijk nog in het parlement.

Demir wilde tegen 2024 maar liefst 4.000 hectare bijkomend bos, maar voorlopig staat de teller op 1.636 hectare. De minister van Omgeving haalde in april nog fors uit naar de private eigenaars die volgens haar te weinig inspanningen leveren.

Volgens Landelijk Vlaanderen is het verouderde pachtdecreet de grote boosdoener. “De invulling vanuit private eigenaars is inderdaad relatief beperkt, maar dat zal allicht veranderen als de grondoorzaak opgelost wordt”, zegt Vandenabeele.

Het nieuwe pachtdecreet zou het makkelijker maken om pachtcontracten stop te zetten, waardoor eigenaars hun gronden sneller terug in eigen beheer kunnen nemen om bijvoorbeeld te bebossen. Vraag is of de subsidieregeling ook hier voldoende zal zijn om een oplossing te bieden voor eigenaar en pachter.

Expertocratie in de natuurniche

Naar analogie met de opmaak van omgevingsvergunningen voor de landbouw of de industrie laten private eigenaars hun natuurbeheerplan opmaken door gespecialiseerde studiebureaus. Sommigen zijn opgericht of (deels) bevolkt door oud-medewerkers van terreinbeherende verenigingen. Andere gevestigde studiebureaus namen die niche erbij. “De opmaak van een natuurbeheerplan is zeer technisch en wordt daarom ook gesubsidieerd”, zegt Menschaert.

Christian Van Thillo liet zijn natuurbeheerplan opmaken door de studiebureaus Landmax en Erfgoed en Visie. Die twee studiebureaus maken deel uit van het expertenconglomeraat United Experts. Die laatste zijn gespecialiseerd in omgevingsvergunningen en allerlei andere rapportage rond milieuthema’s voor onder meer (industriële) landbouwbedrijven.

LEES OOK
Annick Hus / 04-04-2024

Lokale besturen dragen lasten voor natuurbranden

Het is wachten op een actieplan om een vuurzee in heide en veengebied efficiënt te bestrijden.
Kalmthoutse Heide
Tine Hens / 12-03-2024

Als dieren enkel nog in archieven te vinden zijn

Met bioloog en natuurhistoricus Marc Argeloo op pad in Grenspark Groot Saefthinge.
Een eenzaam schaap in het Grenspark Groot Saeftinghe.
Koen Smets / 16-02-2024

Zijn landbouw en natuur tegenpolen?

De moeilijkste beslissingen zijn diegene waarbij het niet mogelijk is een keuze te maken.
polarity cake
3 REACTIES
pieter vonck20-09-2023 12:21:44
Die rijkerds zouden onteigend moeten worden. Grootgrondbezit is iets van de vorige eeuw. Weg met die nieuwe landadel.
Grietje Dewaele21-09-2023 06:45:25
Inderdaad. De vraag is: hoe hebben deze mensen zoveel grond kunnen bemachtigen? Lees het boek van Paul Goossens “ De ongelijkheidsmachine” en de vraag wordt beantwoord.
Dirk Weyn21-09-2023 09:42:43
Zouden ze bij een waardeverMEERDERING ook bereid zijn om meer belasting te betalen?