In september 2007 stond Sampson Parker voor een moeilijke beslissing – een werkelijk bijzonder moeilijke beslissing. Hij was maïs aan het oogsten op zijn boerderij in North Carolina, toen de plukmachine die hij trok blokkeerde. Hij sprong van zijn tractor en bemerkte dat een maïskolf vast zat. Misschien kon hij hem loskrijgen door hem naar onderen te trekken? Hij reikte in de machine en greep de kolf vast, maar er kwam geen beweging in. Intuïtief duwde hij hem naar boven.
Kiezen voor het leven
Hij had de machine laten draaien zodat de rollen de kolf konden grijpen en het mechanisme weer vrijmaken. Helaas grepen ze, toen hij de kolf omhoogduwde, ook zijn hand. Ze verscheurden eerst aan zijn handschoenen, en vervolgens het weefsel van zijn hand, en het bloed begon langs zijn arm naar beneden te stromen.
Onder onbeschrijflijke pijn zocht hij naar een manier om de rollen te stoppen. Hij bespeurde de stalen pin waarmee de aanhangwagen aan de plukmachine was bevestigd, en klemde ze tussen de aandrijfketting en het wiel van de machine. De rollen stopten, maar zijn hand bleef vastzitten.
Niet in staat het te bevrijden, probeerde hij zijn eigen hand af te rukken, maar hij stelde vast dat zoiets niet mogelijk was. Intussen was de machine nog altijd aan het draaien, en omdat de pin het mechanisme blokkeerde schoten er voortdurend vonken uit de koppeling. Het duurde niet lang voor de droge maïsschillen in en rond de plukmachine vuur vatten.
Daar lag hij, hevig bloedend, niet in staat zich vrij te maken, en met vlammen die zijn been omsloten.
Hij moest nu beslissen of hij daar aan zijn einde zou komen, of… wel, wat? Terwijl de wind de hitte van de brandende band in zijn gezicht blies, reikte hij met zijn linkerarm naar zijn broekzak, greep zijn zakmes, en ramde het in zijn arm. Uiteindelijk was hij bij machte, onder ondraaglijke pijn, door zijn huid en het spierweefsel te snijden. Maar het kleine mes was geen maat voor het solide bot. Enkele seconden voor de band onder de hitte explodeerde, slaagde hij erin het been breken door zich met zijn volle gewicht te laten vallen, en hij was verlost. En hij leefde.
Zijn beslissing was impulsief, een Systeem-1-beslissing, gedreven door een diep, onvoorwaardelijk verlagen morgen te kunnen zien. Slechts één gedachte domineerde zijn handelingen – wegkomen van de brandende machine om in leven te blijven. Zijn redeneringsvermogen was druk bezig met het nagaan hoe hij dat kon doen, niet of hij het zou doen. Geen enkele optie bleef buiten beschouwing. (Hij is overigens in goeden doen, al is het met een prothese waar zijn rechterarm zat.)
Gelukkig is de kans erg klein voor de meesten onder ons dat we ooit met het soort beproeving te maken zullen krijgen waar Sampson Parker voor stond, en offers moeten brengen die ons bevattingsvermogen overstijgen. Wat hij moest doen is een zodanig afschuwelijk idee dat het letterlijk ondenkbaar is. Wat we ons echter wel kunnen inbeelden, en waarmee we kunnen meevoelen, is de diepe wil om te overleven, en daar letterlijk voor te doen wat nodig is, hoe gruwelijk ook.
Beslissingen over leven en dood zijn echter niet beperkt tot dit soort extreme situaties. Sommigen onder ons worden geconfronteerd met keuzes die evenzeer fysieke offers eisen om onze kans op overleven te verhogen. Bij iemand die me zeer dierbaar is werd kortgeleden baarmoederhalskanker vastgesteld. Er waren verschillende opties om dat te behandelen, en in allemaal moest een afweging worden gemaakt tussen overlevingskansen en consequenties, in het bijzonder betreffende de mogelijkheden om zwanger te worden, een zwangerschap te voleindigen, en succesvol een baby ter wereld te brengen.
Hier moest geen intuïtieve beslissing in een oogwenk worden genomen, maar toch was overleven prominent, zelfs in het langzame, beredeneerde Systeem-2-beslissingsproces. Ons overlevingsinstinct mag dan meestal latent zijn, wanneer we er een beroep op doen en het naar de oppervlakte komt is het bijzonder sterk. En het is iets wat we bijna allemaal gemeenschappelijk hebben.
Bijna.
Kiezen voor de dood
Wanneer je ziet welke ongelooflijke offers mensen bereid zijn te maken opdat ze morgen kunnen zien, kan beseffen dat er ook mensen zijn die voor de dood kiezen wat ontstellend zijn.
Het is inmiddels meer dan 20 jaar geleden dat mijn moeder overleed. Acht jaar eerder, net nadat ik met mijn familie naar het VK was verhuisd, kreeg ze te horen dat ze eierstokkanker had. De behandeling was pijnlijk en afmattend, maar succesvol, en ze was in remissie. Net voordat ze de magische mijlpaal van 5 jaar overleving zou bereiken vond een routineonderzoek een verhoogd niveau van tumormarkers, en verdere tests bevestigden dat de kanker terug was, met uitzaaiingen. De volgende twee jaar vocht ze moedig tegen de ziekte, onderging intense chemotherapie, bekampte de pijn met een combinatie van morfine en wilskracht, en probeerde een zo normaal mogelijk leven te leiden.
Tien dagen voor haar dood zei ze dat ze niet verder wilde leven. Dat was voor mij op dat moment onbegrijpelijk. Er was toch altijd hoop, er waren toch nog nieuwe behandelingen op komst? En de wens om je kleindochters te zien opgroeien zou iedereen toch de kracht moeten geven om morgen te kunnen zien?
Ik weet wel beter nu. De keuze tussen leven en dood is, net als alle andere keuzes, uiteindelijk een zaak van kosten en baten, of we dat beseffen of niet – of we dat willen of niet. En net zoals de balans kan overhellen naar het leven, zoals in het geval van Sampson Parker, waar we bereid zijn onvoorstelbare offers te brengen en onbeschrijflijke pijn te doorstaan om onze kans op overleven veilig te stellen en nog niet ten onder te gaan, zo ook kan de balans overhellen naar de dood, wanneer het vooruitzicht op ondraaglijk lijden elke hoeveelheid vreugde teniet doet.
We mogen dan al ons leven leiden alsof het heilig is. Maar het kan niet zo heilig zijn dat we er in alle omstandigheden bewust voor zouden kiezen te blijven leven om morgen te zien, ongeacht hoeveel lijden daarmee gepaard gaat.
. . .
Soms hebben we enkel onbegrip voor de keuzes en beslissingen van anderen die verschillen van de onze, of er zelfs diametraal tegenover staan. Dat is in het algemeen eerder een falen van onze verbeelding: we stellen onszelf de verkeerde vraag. In plaats van ons af te vragen waarom in vredesnaam iemand een bepaalde keuze maakt, is het beter te proberen ons een situatie voor te stellen waarin we een gelijkaardige beslissing zouden nemen. Als we ons kunnen inbeelden zo hard te willen leven dat we ervoor kiezen onze arm af te snijden, als we ons kunnen inbeelden zo intens te lijden dat we besluiten dat het beter is dood te zijn dan te blijven leven, dan kunnen we begrijpen waarom iemand zulke extreme keuze zou maken – ook al zou het niet onze keuze zijn.
En als we dat kunnen voor beslissingen rond leven en dood, dan kan het niet zo moeilijk zijn om ook meer begrip te tonen voor de minder extreme keuzes die anderen maken, welke die ook zijn.
Uitgelichte foto: CC BY Andrea Kirkby