Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Waar is de waarde?

Koen Smets
3372721
Het meisje met de parel van Johannes Vermeer (Wikimedia)

Zonder voorkeuren zou er niet zoiets bestaan als een voorkeur voor voeding boven niet-voeding, en een organisme dat daar niet over beschikte zou vroeg of laat zichzelf vergiftigen, of van honger omkomen omdat het constant oneetbaar materiaal probeerde te eten. Enkel individuen die zo’n voorkeur gewaarwerden en ernaar handelden, zouden in staat zijn op een betrouwbare manier aan voedingsstoffen te komen om te overleven. Hetzelfde geldt voor het identificeren van een geschikte omgeving om in te gedijen, het identificeren van een geschikte partner, enzoverder.

Voorkeuren beleven

Inmiddels zijn we geëvolueerd tot behoorlijk gesofisticeerde wezens en hebben we onze voorkeuren uitgebreid over vele generaties, zodat die nu ook zaken als mode, transportmiddelen, bier, Netflixprogramma’s en wat al meer beslaan. En het mag dan gemakkelijk zijn te begrijpen waarom een amoebe een stukje alg verkiest boven een stukje steengruis, het is niet zo helder waarom de ene persoon de voorkeur geeft aan een broodje met schijfjes komkommer ertussen, terwijl de andere (bijvoorbeeld uw correspondent) daar net een heilige afkeer van heeft. Zulke voorkeuren zijn moeilijk te verklaren, maar ze zijn niet minder reëel dan de voorkeur van de amoebe voor voedzame substanties boven mineraal gruis.

We weten dat de voorkeuren echt zijn omdat we er, net als de amoebe, naar handelen: we zijn bereid een grotere inspanning te leveren om die zaken te bekomen waar we de voorkeur aan geven. Vaak gebruiken we een vervangmiddel voor inspanning – veelal geld – maar dat doet niet echt ter zake. Integendeel zelfs, want zo kunnen we op een meer objectieve manier de intensiteit van onze voorkeuren beoordelen. Onze bereidheid tot betalen voor iets drukt uit hoe hard we het willen.

cold soda (1)
De waarde van kou (Foto: CC BY-SA 2.0 Ginny (Flickr))

De kruidenier aan zee had zich gerealiseerd dat, op warme zomerdagen, sommige toeristen de voorkeur geven aan een gekoelde frisdrank boven een aan kamertemperatuur, en bereid zijn daar 10 cent meer voor te betalen. Niet allemaal, weliswaar – misschien omdat hun aankoop niet voor onmiddellijke consumptie is bedoeld, en dat is natuurlijk cool – maar voor de anderen levert het koude drankje beslist extra nut bovenop de inherente dorstlessende kenmerken ervan.

Bij heel wat transacties kun je duidelijk het betrokken nut zien. We kunnen ons goed inbeelden dat iemand bereid is meer te betalen voor een auto die minder verbruikt (zodat de extra kost voor zichzelf betaalt), of dat een vakmens duurdere maar betere werktuigen koopt (die de productiviteit verhogen). Dat nut hoeft zelfs niet direct becijferbaar te zijn: sommigen hechten meer belang aan hoe anderen hen zien dan aan hun benzinerekening, en betalen dus graag meer voor een auto van een merk dat een sportief of luxueus imago uitstraalt.

Ongrijpbaar nut

Hoe verder we ons echter verwijderen van alledaagse, tastbare en zichtbare voorkeuren en het nut dat eraan is verbonden, hoe meer ondoorgrondelijk het begrip voorkeur, en de waardebepaling ervan wordt.

Zou je de authenticiteit van een kunstwerk kunnen isoleren en verhandelen? Het idee is niet langer krankjorum

Enkele weken geleden, in een tv-programma over een veilinghuis in het noorden van Engeland dat gespecialiseerd is in oude voertuigen, werd een auto aangeboden met een bedenkelijke esthetiek, maar die ooit van Roy Orbison was geweest. Dat heeft wellicht bijgedragen tot de verkoopprijs van 23.500 pond (zo’n 27.000 euro). Nochtans zit hier, in tegenstelling tot bepaalde automerken, erg weinig signaalwaarde en dus nut in. De enige manier waarop je kunt weten dat het voertuig een bijzondere oorsprong heeft, is het bestuderen van de bijhorende paperassen. Het extra nut waar sommigen de voorkeur aan geven vind je makkelijk terug in het verbruik of de badge op de motorkap van een auto, maar het is niet zo duidelijk waar de waarde zit in dit voortuig – tenzij in het hoofd van de eigenaar.

Met kunstwerken is een en ander zo mogelijk nog vreemder. Het is geen mysterie waarom het nut (en dus de waarde) van een schilderij groter is dan van het doek en enkele tientallen grammen verf, maar wanneer het om een authentiek werk gaat van een bekend schilder schiet de waarde omhoog naar een veelvoud van die van een perfecte kopie.  Zo kun je bijvoorbeeld een handgeschilderde reproductie kopen van VermeerMeisje met de parel voor amper £217,80 (247 euro). In 2014 werd een Vermeer geveild voor meer dan 6 miljoen pond.

De getrouwe kopie en het origineel leveren dezelfde esthetische waarde (enkel een expert zou de verschillen bemerken), dus we kunnen besluiten dat het waardeverschil (een factor 30.000) zit in de ontastbare authenticiteit van het werkelijke meesterstuk. Het schilderij van Vermeer zelf is eigenlijk niet meer dan de drager van die waarde. Zou je zonder die drager kunnen doen, en de authenticiteit kunnen isoleren en op zich verhandelen?

Virtuele waarde

Dat idee is niet langer krankjorum. Want recent deed een nieuw soort object (als we het zo kunnen noemen) zijn intrede, dat de grenzen een flink stuk heeft verlegd: de NFT of non-fungible token. Fungibiliteit of inwisselbaarheid is een economisch concept dat de eigenschap beschrijft van een goed waarbij individuele eenheden of hoeveelheden verwisselbaar zijn, en niet te onderscheiden van elkaar. Geld en grondstoffen zijn fungibel – een bankbiljet is exact evenveel waard als een ander van dezelfde denominatie, een ons goud is precies hetzelfde waard als een ander ons goud van dezelfde zuiverheid. Een huis, daarentegen, is niet fungibel: twee huizen die verder identiek zijn, kunnen niet op dezelfde plaats staan, en je kunt dus een voorkeur hebben voor het ene of voor het andere. Een auto die net van de band rolt kan fungibel zijn, een auto die ooit van Roy Orbison was niet.

nothing
Wat je koopt wanneer je een NFT koopt

De NFT, dus. Een stukje data dat veel weg heeft van de bitcoin en dat wordt opgeslagen in een blockchain (een versleuteld grootboek dat voor de nodige veiligheid zorgt, bijvoorbeeld het verhinderen van het maken van kopieën). In tegenstelling tot bitcoins, die net als conventioneel geld fungibel zijn, zijn NFT’s uniek. Ze zijn als een virtuele handtekening, een symbool van authenticiteit dat toegekend is aan een object. En ze worden vrolijk verhandeld. Het meest spectaculaire voorbeeld is dat van de NFT gelinkt aan een digitale collage van 5000 digitale tekeningen die de artiest sedert 2007 maakte, die werd verkocht voor 58 miljoen euro. Maar dat is geen alleenstaand geval: volgens Artnet hebben de tien duurste NFT’s tot nu toe in totaal ruim 80 miljoen dollar opgebracht. In sommige gevallen, maar lang niet altijd, krijg je er ook het originele werk bij. Wat hier word verhandeld is, letterlijk, virtuele authenticiteit.

John Cleese, welbekend om zijn absurde humor, doet mee met een NFT van een schets van Brooklyn Bridge. En het gebeuren beperkt zich niet tot kunstwerken – de econoom Erik Brynjolfsson maakte een NFT van een van zijn klassieke academische papers, die uiteindelijk van de hand ging voor 1776 dollar. Twee andere economen, Tyler Cowen en Alex Tabarrok deden niet onder en maakten een NFT van hun allereerste blogpost (wat hen 2300 dollar opbracht). Zelfs van tweets worden NFT’s gemaakt (voor die van Elon Musk of Twitteroprichter Jack Dorsey biedt men al ras duizenden dollars). Dat alles ondanks het feit dat een NFT, die slechts zelden met extra’s komt als gebruiksrechten of een fysiek voorwerp, puur virtueel is, en letterlijk zonder nut. Je kunt er werkelijk niets mee doen.

Toch zijn er mensen die manifest de voorkeur geven aan een NFT boven al het andere dat ze zouden kunnen kopen met het geld dat ze eraan geven. Is dit het sterkste bewijs dat waarde bepaald wordt door wie iets aanschouwt – zelfs als er helemaal niets is dat kan worden aanschouwd?

Uitgelichte afbeelding: Het meisje met de parel van Johannes Vermeer (Wikimedia)

LEES OOK
Jurgen Masure / 08-08-2023

Economie is een slagveld voor ideeën

Het denken over de economie is bevooroordeeld, ideologisch en biased.
Rijen winkelkarren voor een witte bakstenen muur
Redactie Apache / 11-03-2022

Dit kan je lezen in het nieuwe Apache Magazine

Het lentenummer is weer goed voor 100 pagina’s scherpe journalistiek en uitdagende analyses en essays.
Nationale Bank met autowrak
Koen Smets / 26-02-2021

Waarom regels ons niet mogen overheersen

Als er voor elke regel uitzonderingen bestaan die hem bewijzen, dan moeten we noodzakelijk de idee verwerpen dat hij universeel geldt.
ruler2