Dit is een gastbijdrage. Een Apache-lezer levert met dit stuk een bijdrage aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

Kiezen waar we om geven

Koen Smets
Snowman
Waarom ons niet een beetje minder aantrekken, en meer bewust kiezen wat ons werkelijk iets kan schelen? (Gegenererd door DALL-E)

Een onverwachte bonus, de persoon met wie we de rest van ons leven willen delen die ‘ja!’ zegt, de voetbalploeg waarvoor we supporteren die de titel wint, een chauffeur die ons met een brede glimlach laat invoegen in een eindeloze file – dat zijn enkele zaken waar we ons goed van gaan voelen.

Anderzijds zijn onze baan verliezen, bemerken dat een van onze kinderen verdwenen is op het strand, onze trein die stilvalt met pech, ver van de bewoonde wereld in de blakende zon, en broerlief die nog maar eens onze verjaardag is vergeten voorbeelden van dingen waarbij we ons eerder slecht voelen.

Er is een breed gamma van situaties en gebeurtenissen die invloed kunnen uitoefenen op ons gemoed. Maar ook al begrijpen we dit intuïtief, we kunnen niet echt de inherente mate bepalen waarin ze ons beïnvloeden. Is het dan helemaal een kwestie van perceptie?

Overgeërfde gevoelens

Hoe we ons voelen bij de wereld rondom ons vindt, zoals zoveel aspecten van onze cognitie en ons gedrag, zijn oorsprong in de evolutie. Om te kunnen overleven en zijn genen door te geven, moet een organisme in staat zijn de detecteren of een gegeven situatie voordelig, dan wel nadelig is. Een organisme dat geen onderscheid kan maken tussen een voedzame en een toxische omgeving, of tussen beschutting en bedreiging, zal niet zo lang overleven, en eentje dat het verschil niet ziet tussen een paringspartner en een levenloos object zal niet veel nakomelingen hebben.

De innerlijke toestand die ontstaat wanneer een optie als voordelig wordt beoordeeld in deze termen trekt ons aan, en zet ons aan om te blijven waar we zijn (want het is er goed); de toestand die ontstaat wanneer een optie als nadelig wordt geëvalueerd stoot ons af, en zet ons ertoe aan weg te gaan en weg te blijven.

Deze positieve en negatieve innerlijke toestanden zijn de diepe evolutionaire wortels van onze gelukkige en ongelukkige gevoelens, en we reageren er net zo op als onze verre voorouders dat deden.

Veel van de zaken die ons vandaag gelukkig of ongelukkig maken kunnen worden teruggevoerd naar hun capaciteit om ons overleven, ons welvaren, en het doorgeven van onze genen te vrijwaren. Een bonus betekent meer middelen, en dat helpt ons bij alle drie; onze baan kwijtraken betekent minder middelen, en dus verminderde mogelijkheden in alle drie aspecten.

Waarom iemand ontmoeten met wie we baby’s kunnen maken, of vaststellen dat de jongste uit ons gezicht is verdwenen ons gemoed beïnvloedt, kan makkelijk worden verklaard door het effect ervan op het doorgeven van onze genen.

Voetbalfans
Hoe zullen ze zich voelen na het affluiten van de match? (Bernhard Oberle (Pexels))

Maar het vermogen om onze stemming te veranderen van veel andere zaken is niet zo eenvoudig uit te leggen in deze zin. De gedeelde vreugde van de supporters van een voetbalploeg wanneer die de beker wint (of de gedeelde smart van de fans van de tegenploeg bij hun nederlaag) kunnen worden gezien als een uiting van stammengedrag, het horen bij een groep die voor ondersteuning kan zorgen en zo onze kansen op overleven, welvaren en voortplanten verbetert.

Toch zijn er naast de vele voetbalfans ook talloze mensen die de sport diep onverschillig laat. Waarom kan een boek lezen, naar een kunstwerk kijken of een muziekstuk beluisteren sommige mensen erg blij maken, en anderen koud laten? Waarom leidt eenzelfde nieuwsitem zonder materiële consequenties bij de ene tot luidruchtige verontwaardiging, en bij anderen tot totale onbewogenheid?

Naarmate we evolueerden, schiep ons toenemende cognitieve potentieel de mogelijkheid om voorkeuren en aversies te ontwikkelen die geen direct effect hebben op ons overleven of onze voortplanting. Een organisme dat een welvarend leven leidt heeft misschien wel een grotere kans op overleven en succesvol voortplanten, maar – zeker voor ons mensen – is wat een welvarend leven betekent, precies door dat sterke verband met voorkeuren, een eerder subjectief gegeven, in tegenstelling tot die andere twee imperatieven.

Voortdurend evalueren

In ons dagelijkse leven zijn we aanhoudend de wereld rondom ons aan het evalueren, zodat we weten wat goed is, en wat niet zo goed is voor ons. Bewust of onbewust beoordelen we zo continu wat ons ‘gelukkig’ en ‘ongelukkig’ maakt, zodat we daarnaar ook kunnen handelen.

Wanneer de zaken zijn zoals ze moeten zijn is alles prima; wanneer dat niet zo is, proberen we ofwel die zaken te veranderen, of gaan we op zoek naar een plek waar een en ander meer naar onze zin is (je herkent hier misschien een spoor van de vecht-of-vlucht-reactie – een fundamenteel overlevingsmechanisme). We doen dit echter niet enkel voor wat een bedreiging kan vormen voor ons eigen voortbestaan of dat van onze genen, maar voor alles wat volgens ons in conflict is met onze voorkeuren.

En dat heeft twee belangrijke consequenties. Ons welvaren hangt af van hoe we ons voelen, wat op zijn beurt wordt bepaald door de mate waarin aan onze voorkeuren wordt voldaan. En dat hangt natuurlijk af van wat precies onze voorkeuren zijn, en in hoeverre ze ons gevoel van welzijn beïnvloeden.

Voor iemand die geen voorkeur heeft voor het volgen van de voetbalcompetitie, zal de vraag of Union zijn volgende match wint niet het minste effect hebben op hun gemoed. Voor een Union-supporter daarentegen kan een nederlaag een matig en kortstondig gevoel van ontgoocheling teweegbrengen, of leiden tot een onmiddellijke uitbarsting van woede, en dagen van neerslachtigheid.

Ten tweede hebben we, wat betreft voorkeuren, vaak weinig of geen controle over de situatie – als Union de bekerfinale verliest, is er letterlijk niets wat we daaraan kunnen verhelpen.

Controle over onze voorkeuren

Dit betekent dat onze voorkeuren, en de kracht van hun invloed, een buitenmaats effect kunnen hebben op ons gemoed. Dat is fijn wanneer het om een positief effect gaat, maar niet zo leuk in het tegenovergestelde geval. Waarom hebben we soms zulke sterke voorkeuren die verder geen enkel materiele impact op ons hebben? En hoe vermijden we dat ze onze stemming vergallen?

In een recente paper gaan Julia Minson en Charlie Dorison, twee beslissingswetenschappers in Harvard, na waarom blootstelling aan tegengestelde meningen tot negatieve emoties kan leiden. Hun bevindingen kunnen ook een breder licht werpen op de vraag waarom we ons slecht voelen wanneer we ons bevinden in een omgeving die haaks staat op onze voorkeuren.

Een mechanisme dat ze bekijken is cognitieve dissonantie. Wanneer anderen er een mening op nahouden die in conflict is met de onze, of zich gedragen op een manier die in conflict is met wat wij denken dat ze zouden moeten doen, dan rijst de mogelijkheid dat we verkeerd zijn, en dat ervaren we als een bedreiging voor onze intelligentie, onze rationaliteit of zelfs onze morele waarden.

Een tweede mogelijkheid is naïef realisme, de neiging te geloven dat we een objectief, en correct beeld hebben van de wereld. Wanneer we ervan overtuigd zijn dat wij het bij het rechte eind hebben, worden we boos en gefrustreerd wanneer iets daartegen ingaat – vooral wanneer het iets is wat iemand anders zegt of doet. In geen van beide gevallen gaan we ons er gelukkiger bij voelen.

Wrong
Cognitieve dissonantie, of naïef realisme? Moeten we ons dat eigenlijk aantrekken? (CC BY NC 2.5 XKCD)

In een andere paper onderzoeken Erik Helzer en Eranda Jayawickreme, twee psychologen, de rol die controle speelt in ons algemeen gevoel welzijn. In het bijzonder onderscheiden ze primaire controle (het stellen van gedrag dat direct de objectieve omstandigheden van onze wereld verandert), en secundaire controle (het veranderen van onze psychologie ten opzichte van de wereld). Vooral dat laatste is hier van belang: wanneer we niet in staat zijn de wereld te veranderen, kunnen we wél veranderen hoe we op die wereld reageren, bijvoorbeeld door de omstandigheden te aanvaarden zoals ze zijn, en ervoor kiezen ze anders te bekijken.

Veel van wat ons ongelukkig maakt is het gevolg van onze eigen keuzes. We winden ons op over zaken die ons niet materieel beïnvloeden, maar waar we ons desondanks door geraakt voelen – omdat we daarvoor kiezen. Bovendien winden we ons op over zaken waar we niets aan kunnen veranderen. Beide papers leveren ons inzichten die ons kunnen helpen deze zelf-veroorzaakte situatie te vermijden.

Als de wereld waarin we ons bevinden niet helemaal conform is met ons ideaal, als het gedrag van anderen ons irriteert, als de bus te laat is of als het, zoals in het liedje van Alanis Morissette, regent op onze trouwdag, dan kunnen we ervoor kiezen na te gaan hoe groot het verschil is tussen wat we willen en wat we hebben.

Als het niet echt ons vermogen te overleven en voor het voortbestaan van onze genen te zorgen, kunnen we even pauzeren. Kunnen we iets veranderen aan wat ons zo ambeteert? Indien niet kunnen we ons de vraag stellen of we hier echt moeten om geven, en in de mate dat we het doen.

En we kunnen daar inderdaad altijd minder om geven, zoals de wijsheid van Reinhold Niebuhrs Gebed om Kalmte (“schenk me kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen, moed om te veranderen wat ik wel kan veranderen, en wijsheid om het verschil hiertussen te zien”), en van de Stoïcijnen (laat je geluk niet bepalen door omstandigheden die je niet controleert) suggereert.

Waarom ons niet een beetje minder aantrekken, en meer bewust kiezen wat ons werkelijk iets kan schelen?

LEES OOK
Koen Smets / 15-12-2023

Gedragsverandering op wereldschaal

Gedragsverandering op grote schaal is een lastige uitdaging.
global cooperation
Koen Smets / 27-01-2023

Geboren om ons aan te passen

We kunnen beter omgaan met verstoringen dan we denken.
kameleon graffiti
Koen Smets / 06-01-2023

De meest genereuze interpretatie

Welk anker, welk referentiepunt nemen we om prijzen, intenties of gedragingen in te schatten?
anker strand